In beeld

Dit zijn de adembenemende ruimtefoto’s van de Cassini-missie

Dertien jaar heeft de Cassini-sonde rond de reuzenplaneet Saturnus gecirkeld. Na talloze ontdekkingen is het deze week voorgoed afgelopen. Eigenlijk zou de NASA-sonde maar vier jaar blijven werken. Maar de machine gaf niet op en iedere keer werd de missie verlengd. Nu is de raketbrandstof bijna op. Om te voorkomen dat de sonde neerstort op een van mogelijk levensvatbare manen van Saturnus en die besmet met aardse bacteriën en radioactief plutonium, laat NASA hem vrijdag 15 september in de gasreus Saturnus storten. Cassini's meest zichtbare erfenis staat op de Cassini-site van NASA: vele duizenden adembenemende foto's.
De Cassini-sonde vlak voor de lancering. De sonde is bijna zeven meter hoog en werd op 15 oktober 1997 gelanceerd. Na een aantal snelheidsverhogende flyby’s langs Venus, de aarde en Jupiter kwam hij op 1 juli 2004 bij Saturnus aan.
Foto: NASA
15 Oktober 1997: de lancering van Cassini op een Titan IVB-raket. De Titanraket was ontwikkeld door de Amerikaanse luchtmacht en werd vooral gebruikt voor de lancering van militaire satellieten. Twee jaar later schiet Cassini nog eens vlak langs de aarde, op iets meer dan 1.000 kilometer hoogte, om extra snelheid te winnen voor de lange reis naar Saturnus. De 33 kilo plutonium die de sonde aan boord heeft om energie op te wekken (via een thermoelektrische generator, géén kerncentrale), leidt tot onrust op aarde, maar gelukkig komen de baanberekeningen van NASA perfect uit.
Foto: NASA
Rond oudjaar 2000 komt Cassini langs Jupiter. Op deze foto is de Jupitermaan Io te zien boven het wolkendek van de grootste planeet van het zonnestelsel. Io is ongeveer even groot als de aardse maan en zweeft hier 350.000 kilometer boven de wolken van Jupiter, iets minder dan de afstand aarde-maan.
Foto: NASA/JPL/University of Arizona
Titan, de grootste maan van Saturnus, gefotografeerd op 6 mei 2012, toen Cassini ongeveer 800.000 km van Titan afstond. Op de achtergrond staat Saturnus, met de schaduw van zijn ringen op het zuidelijk halfrond. Door de afkoeling in de winter en door de ringenschaduw wordt het zuiden nu kouder en wordt de atmosfeer er blauwer.
Foto: NASA/JPL-Caltech/Space Science Institute
De kleine Saturnusmaan Helene, gefotografeerd op 18 juni, 2011, toen Cassini op zo’n 7.000 km langsvloog. Helene is genoemd naar Helena, de mythologische dochter van de god Zeus (Jupiter) om wiens schoonheid en ontvoering de Trojaanse oorlog zou zijn ontstaan. De maan is zo’n 40 bij 26 km groot en werd in 1980 ontdekt. Ze draait mee met de veel grotere maan Dione (ca. 1.100 km), in een van de evenwichtspunten (Lagrange-punten) in deze baan. Ze bestaat hoogstwaarschijnlijk uit waterijs en is daarom wel eens een zwevende ijsberg genoemd.
Foto: NASA/JPL-Caltech/Space Science Institute
Ringen van Saturnus, gefotografeerd in januari 2016, met duidelijk zichtbaar de scheidingen tussen de ringen. Die scheidingen worden veroorzaakt c.q schoongeveegd door manen van Saturnus. Rechtsboven is een klein stukje van de Encke-scheiding te zien, 325 km breed, die binnen de brede A-ring ligt. Het gat is het werk van het maantje Pan dat daar ronddraait. De eerste grote zwarte band verder naar het midden, tussen de lichte A-ring en de meer donkere B-ring, is de Cassini-scheiding, 4.800 km breed, ontdekt in 1675 door de Italiaanse astronoom Cassini, naar wie ook de sonde is genoemd. Dit gat wordt schoongehouden door het maantje Mimas.
Foto: NASA/JPL-Caltech/Space Science Institute
Drie maansikkels op een rijtje, dat kan makkelijk bij Saturnus waaromheen in totaal ruim 60 manen en maantjes draaien. Hier zijn Titan (doorsnee 5.150 km, groter dan de aardse maan), Mimas (396 km) en Rhea (1.527 km) te zien, gefotografeerd op 25 maart 2015. Goed te zien is de wazige schaduw op Titan, waar het licht wordt verstrooid door de stikstof-methaan-atmosfeer. Op Rhea, linksboven, zijn kraters te zien. Cassini was bij het maken van deze foto ruim 4 miljoen km van Titan. Mimas en Rhea staan iets dichter bij (resp. 3 miljoen en 2,6 miljoen km).
Foto: NASA/JPL-Caltech/Space Science Institute
Zonlicht schittert op de ringen van Saturnus, met de planeet zelf op de achtergrond. De ringen bestaan voor het grootste deel uit waterijs, met kleine sporen van gesteente en organische moleculen. De belangrijkste ringen strekken zich tot 80.000 km boven Saturnus uit, maar zijn maar zo’n 10 meter dik. Deze foto is gemaakt op 12 juni 2007.
Foto: NASA/JPL/Space Science Institute
Een recente foto van het kleine maantje Mimas (doorsnee 396 km) , gemaakt op 30 januari 2017. De vele kraters geven de ijsmaan een golfbalachtig uiterlijk. Hier niet te zien is de enorme Herschel-krater van 139 km breed, waardoor dit maantje lijkt op de Death Star uit de Star Wars-films. Mimas is genoemd naar een mythologische reus die tegen de Griekse goden vocht en sneuvelde.
Foto: NASA/JPL-Caltech/Space Science Institute
Een van de beroemdste foto’s door Cassini is dit panorama in tegenlicht dat is samengesteld uit 165 foto’s die Cassini op 15 september 2006 in drie uur schoot, op een afstand van ruim 2 miljoen kilometer van Saturnus. Door het tegenlicht waren de ringen zo goed zichtbaar dat Cassini twee nieuwe ringen ontdekte. Hier goed te zien is de G-ring die buiten de heldere gewone ringen ligt. Daarbuiten ligt nog de brede E-ring, die is ontstaan uit de ijsgeysers van de maan Enceladus die nog net zichtbaar is in de uiterste linkerrand van de brede ring. Het witte puntje net binnen de G-ring links boven het midden (op ‘10 uur’) is de aarde, ongeveer anderhalf miljard kilometer verder het zonnestelsel in.
Foto: NASA/JPL-Caltech/Space Science Institute
Het witte puntje rechts van het midden is de aarde, op deze bijzondere foto van de donkere kant van Saturnus en de ringen, gemaakt op 19 juli 2013. De schaduw van de ringen is goed te zien op het dunne lichte randje van de Saturnusatmosfeer.
Foto: NASA/JPL-Caltech/Space Science Institute
Vier manen temidden van de ringen. Op de achtergrond staat de grootste Saturnussatelliet: Titan. Duidelijk zichtbaar op Titan is de atmosfeer en de poolkap van methaanijs. In het centrum schittert Dione (1.100 km doorsnee). Rechts, net naast de ringen, staat Pandora (81 km) en links in de Encke-scheiding in de A-ring is nog net het maantje Pan (28 km) te zien.
Foto: NASA/JPL-Caltech/Space Science Institute
Pas aan het einde van de missie durfde de NASA Cassini vlak langs de ringen te laten vliegen. Het gevaar dat de sonde beschadigd zou worden door ijs- of steenstukjes werd te groot geacht om het eerder te wagen. Hier is de schier eindeloze onderverdeling van de B-ring te zien, gefotografeerd op 6 juli 2017. Waarom de ringen van dichtbij zo’n bruin-groenige kleur hebben is nog niet bekend. Het lijkt op de kleur van Saturnus zelf. De hele foto beslaat 7.000 km, de deelringen zijn 40 tot 500 km breed.
Foto: NASA/JPL-Caltech/Space Science Institute
Een van de meest verbluffende ontdekkingen van Cassini zijn de geyers van de maan Enceladus (500 km doorsnee). De ontdekking stamt uit 2005. Hier zijn de ijsfonteinen te zien op een foto van de zuidpool van Enceldaus uit 2010. De pluimen komen tot wel 500 km hoogte. Ze ontstaan doordat aan de zuidpool onder het ijsoppervlak van de maan een vloeibare wateroceaan ligt die opgewarmd wordt door de getijdenkrachten van Saturnus. Door de aanwezigheid van vloeibaar water geldt het maantje Enceladus als een van de mogelijke plekken in het zonnestelsel waar leven zou kunnen ontstaan.
Foto: NASA/JPL-Caltech/Space Science Institute
Toen in 2012 de noordpool van Saturnus, met het veranderen van de seizoenen (die daar 30 keer langer duren dan op aarde), weer in het zonlicht kwam, zag Cassini er een gigantische storm als een gigantische roos – met windsnelheden van ruim 500 km/u. De foto is gemaakt in het infrarood. In werkelijkheid is de storm dus niet zo rood. Buiten de storm zijn de randen te zien van de zeshoek die wordt gevormd door straalstromen om de pool.
Foto: NASA/JPL-Caltech/SSI
De bergen van de maan Iapetus, gefotografeerd op 10 september 2017, vanaf ruim 9.000 km. hoogte. Deze bijzondere maan (1.400 km doorsnee) bestaat voor het grootste deel uit waterijs. Deze bergen liggen op de grens van de twee sterk verschillende helften van de maan. De ‘voorste’ helft, in de richting van de Iapetus baan om Saturnus is relatief donker, de achterkant is helder. Waarschijnlijk is de voorkant warmer en verdampt daar meer ijs, waarbij steenresten achterblijven aan de oppervlakte.
Foto: NASA/JPL-Caltech/Space Science Institute
Het kleine maantje Daphnis (8 km) trekt een hekgolf in de Keeler-scheiding in de A-ring. De complexiteit van de interactie tussen maantje en ringen wordt goed zichtbaar.
Foto: NASA/JPL-Caltech/Space Science Institute
Een van de vreemdste fenomenen in het zonnestelsel is de zeshoek die op de noordpool van Saturnus ligt. De vorm wordt veroorzaakt door jetstromen in de hoge atmosfeer, bij de 78ste noorderbreedtegraad van Saturnus. De bijzondere vorm zou te verklaren zijn uit een staande golf die daar stabiel is ontstaan. Deze foto is gemaakt op 2 december 2016, in het infrarood.
Foto: NASA/JPL-Caltech/Space Science Institute
Behalve de aarde is alleen van de Saturnusmaan Titan bekend dat er vloeibaar materiaal op het oppervlak ligt. Op het ijskoude Titan is dat geen water, maar vloeibaar ethaan en methaan. De donkere plekken op deze infraroodfoto van de noordpool zijn koolwaterstofmeren, zoals Kraken Mare en Ligeia Mare. De oranje plekken zijn opgedroogde meren: een soort zoutvlakten. Het groene materiaal is het basismateriaal van Titan: waterijs. Deze foto is gemaakt op 12 september 2013.
Foto: NASA/JPL-Caltech/University of Arizona/University of Idaho
De ijsvlakte van Enceladus’ noordpool. De Saturnusmaan Enceladus is bekend om zijn ijsfonteinen maar die komen voor op de zuidpool. Uit deze foto, gemaakt op 14 oktober 2015, bleek voor het eerst dat ook op de noordpool scheuren door het ijsoppervlak lopen. Maar de vele kraters laten zien dat dit oud landschap is, dat niet vaak vernieuwd wordt door overspoelend vers water uit de diepte
Foto: NASA/JPL-Caltech/Space Science Institute
Saturnus van boven, met een prachtig zicht op de ringen en de vreemde zeshoekige storm op de noordpool. De foto is gemaakt op 10 oktober 2013. Toen Cassini in 2004 arriveerde bij Saturnus was het op het noordpool winter. Het noorden was blauwig gekleurd en het zomerse zuiden was goud gekleurd. Nu is het andersom.
Foto: NASA/JPL-Caltech/SSI/Cornell