Het is woensdagavond 23 augustus en Jimmy F. (22) is in paniek. Hij zit alleen thuis in zijn ouderlijk huis in Zevenbergen, waar hij nog steeds woont. Zijn ouders zijn met vakantie.
Hij heeft zojuist een telefoontje gekregen van de „feds”, schrijft hij in het Engels aan een kennis op de versleutelde chatapp Telegram. ‘Feds’ is zijn onlinejargon voor inlichtingendiensten, federal agents. Eerder had hij al 22 oproepen gemist, appt hij, toen vermoedde hij al dat er mogelijk iets helemaal mis was. Maar dit…
Nederland is die woensdagavond in de ban van een mogelijke terreurdreiging in Rotterdam. Een concert in de Maassilo wordt na een tip uit Spanje afgelast, het is overal op het nieuws – en volgens de ‘feds’ is Jimmy daar de oorzaak van, schrijft hij op de app.
Hij heeft wel een vermoeden hoe dat komt. Op dat moment heeft Jimmy al wekenlang online contact met ene ‘Ayoub’, van wie hij vermoedt dat het een Spaanse terrorist is. Ayoub zou van plan zijn een aanslag te plegen, en Jimmy was naar eigen zeggen vastberaden hem te ontmaskeren. „Ik heb hem gezegd dat ik zelf iets van plan was”, schrijft Jimmy op de app. „Ik heb de naam Rotterdam laten vallen. Dus misschien dat ze daar op aanslaan.”
Hij moet van de ‘feds’ zelf de politie bellen om de situatie uit te leggen, appt hij: „Verdomde amateurs.” Hij voelt zich „een soort autist”, dat hij zo’n telefoontje moet plegen. Via de app houdt hij zijn vriend op de hoogte. Jimmy wordt een paar keer doorverbonden voor hij zijn verhaal kan doen. Dat hij inderdaad actief is op de jihadistische kanalen van Islamitische Staat (IS). Maar dat hij niet echt iets van plan is in Rotterdam.
Hij voelt zich „een soort autist”, dat hij zo’n telefoontje moet plegen
Om 1.12 uur ’s nachts stuurt hij zijn laatste bericht op Telegram: „Shit sucks.”
Dat is een uur voordat de voordeur van het huis wordt ingetrapt en hij door een zwaarbewapend arrestatieteam van de Dienst Speciale Interventies van zijn bed wordt gelicht. En de naam ‘Jimmy F.’ ineens overal opduikt op het nieuws.
Europese held
De arrestatie van Jimmy F. heeft een schokgolf teweeggebracht in een onlinenetwerk van ‘amateurspionnen’, computervaardige hobbyisten die met elkaar proberen een bijdrage te leveren aan de strijd tegen IS. Jimmy F. was in deze groep actief onder de naam ‘Dutchsniper150’.
Woensdag besloot de rechter zijn voorarrest met twee weken te verlengen. Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt hem van betrokkenheid bij terrorisme, al besloot de rechter-commissaris hem slechts vast te houden voor ‘opruiing’.
Er is de leden van Jimmy F.’s onlinenetwerk veel aan gelegen om diens verhaal te vertellen. Waarom? „Hij is geen terrorist”, fulmineert een groepslid via Telegram, „hij is een Europese held”. Ze strooien vrijelijk met screenshots uit de chatgroepen waar Jimmy aan deelnam, en waar hij verslag deed van zijn activiteiten.
Meer dan hun schermnaam willen ze niet prijsgeven, uit angst dat hen hetzelfde overkomt als Jimmy F. – of dat jihadisten ze weten te vinden.
Slechts een van hen, de buitenlandse student K., is tot een ontmoeting bereid, op strikte voorwaarde van anonimiteit. „Ik wil heel graag uitleggen waarom Jimmy niet vast hoort te zitten”, zegt hij. Ook Jimmy’s advocaat, Karianne Bal, heeft contact met K.
Waar was Jimmy F., student Integrale Veiligheidskunde aan de Avans hogeschool in Breda, nou precies mee bezig? En hoe heeft het zo mis kunnen gaan?
Infiltration Unit
Het onlinecollectief waar Jimmy F. en K. elkaar leren kennen, opereert onder de naam ‘Syria General’. Aanvankelijk was dat een openbaar discussieforum op de site 4chan, waar mensen van allerlei pluimage samenkwamen, verenigd door een bovengemiddelde interesse in de oorlog in Syrië. Later verplaatste de groep van zo’n 250 los-vaste leden zich naar Telegram, een beveiligde chatapp die destijds te boek stond als niet te kraken.
Jimmy geniet groot aanzien binnen de Syria General-groep, vertelt zijn vriend K. (22) in een koffiehuis ergens in de Randstad. „Hij was admin-administrator, Jimmy bepaalde wie toegang had en wie niet. Zoals bij elke grote onlinegroep ontstonden er op een gegeven moment vertakkingen.”
Hij was admin-administrator, Jimmy bepaalde wie toegang had en wie niet
Eén van die subgroepen was de zogeheten ‘Counter-Terror Infiltration Unit’, waar Jimmy en K. deel van uitmaakten. De leden bespraken daarin hun pogingen om met terroristen in contact te komen met als doel netwerken in kaart te brengen en, in sommige gevallen, hen te ontmaskeren. „Jimmy was daar heel actief mee bezig”, zegt K.
Ongeveer een maand geleden maakt Jimmy in de groep voor het eerst gewag van ene ‘Ayoub’ uit Spanje. „Ik heb een plan,” appt deze Ayoub al gauw naar Jimmy. „Ik heb broeders en wapens nodig.”
Beledig ongelovigen
Op de verschillende chatgroepen van Syria General circuleert een zogeheten ‘Infiltration Guide’: hoe doe je je online succesvol voor als terrorist? Volgens K. en anderen schreef Jimmy aan deze handleiding mee.
Regel één: maak je schermnaam, je handle, Arabisch. Géén shi’itische naam, want IS is sunnitisch. Dus wel: Mohammed. Niet: Kazam. Gebruik slecht Engels, beledig ongelovigen en als ze vragen waar je woont dan zeg je dat je uit een „kufar” (ongelovig) land komt. Op deze manier struinde Jimmy talloze Telegram-groepen af, zegt K.
Telegram werkt als een netwerk van besloten groepen. Om in zo’n groep te komen, moet je worden uitgenodigd. Dat gaat via een unieke uitnodigingslink, die soms maar een uur actief blijft. Eenmaal binnen zijn de ‘admins’ de baas: zeg je iets waardoor zij argwanend worden, dan lig je eruit.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/08/data19376665-83fb7c.jpg)
De sport is je zo te gedragen dat de andere accounts je gaan vertrouwen. Je wordt in steeds selectere gezelschappen uitgenodigd, de ene groep leidt naar de andere, net zolang tot je ziet dat er iets spannends wordt besproken. Dáár was Jimmy goed in, zeggen zijn vrienden.
Wat hij in al die besloten chats tegenkwam, deelde hij vervolgens weer in de ‘Counter-Terror’-chatgroep. Daar overlegde Jimmy met zijn vrienden over vervolgstappen.
Soms deelde Jimmy F. zijn informatie met de autoriteiten. Afgelopen december leidde dat mogelijk zelfs tot een arrestatie, zegt zijn advocaat. „Jimmy is hierover destijds op het politiebureau uitgebreid verhoord.” Dat zou in zijn strafdossier zijn opgenomen. Volgens zijn vrienden ging het om iemand bij wie thuis een AK-47 (kalasjnikov) werd gevonden. Het OM wil hierop niet reageren.
Tegen de groepsleden begon Jimmy over ontmoetingen die hij had met ‘feds’, medewerkers van inlichtingendienst AIVD. „Jimmy heeft altijd de ambitie gehad om in de inlichtingensector te werken”, zegt K. „Hij had het gevoel dat hij zo al een beetje binnen was.”
Are you a soldier?
Op 1 augustus 2017 raakt Jimmy verwikkeld in een privégesprek met ‘Ayoub’. „Salam maleikum akhi”, zegt Ayoub. „Alaikum as-salam Akhi”, zegt Jimmy. „Are you a soldier?”, vraagt Ayoub. „Yes”, antwoordt Jimmy.
In de dagen die volgen neemt het gesprek al gauw extreme wendingen. Ayoub heeft een plan voor een aanval in Spanje, vertelt hij, „groter dan de Parijs-aanval”: „drie steden tegelijk op hetzelfde moment” en ook nog een „ziekenhuis”.
Met een camera maakt Jimmy foto’s van zijn telefoonscherm. Als je screenshots maakt, geeft Telegram je gesprekspartner een waarschuwing – privacy is alles op deze app. De foto’s deelt Jimmy in de chatgroep. Ook dat gesprek is in het bezit van NRC.
Ayoub vraagt of Jimmy aan wapens kan komen. „Ja”, zegt Jimmy. Hij stuurt een foto door van een Glock, een pistool – een van de tips uit de Infiltration Guide om te laten zien dat het je menens is.
„Die wapenfoto heeft hij laten maken door iemand anders uit de Syria General-group”, vertelt K. „Je moet nooit een foto van internet plukken en doorsturen, want dat is zo te achterhalen. Altijd een echte foto gebruiken. In die groep zitten gelukkig altijd mensen met wapens voorhanden.”
Ook Ayoub stuurt een foto door, van een AK-47. Oók een echte foto – zoekwerk op internet levert geen hits op. Jimmy zou weleens beet kunnen hebben, denken de leden van de groep.
Face-to-face
De leden van Syria General doen er alles aan om anoniem te blijven. ‘Doxxing’, het achterhalen en openbaren van iemands identiteit, is een grote angst. Je weet immers nooit zéker wie je tegenover je hebt: een vriend, terrorist of een informant.
Jimmy en K. bouwen echter een heuse band op. Ze besluiten elkaar te ontmoeten, driemaal, face-to-face, de laatste keer in een café in Rotterdam. K.: „Het was fijn om al deze zaken eens hardop met iemand te kunnen bespreken.”
Ze praten dan ook over de chatgesprekken tussen Jimmy en Ayoub, die dan al ver gaan. Locaties voor aanslagen passeren de revue, Ayoub heeft een waslijst aan wensen voor wapens en uitrusting. K.: „Ik zei: Jimmy, je moet echt de autoriteiten waarschuwen. Als iemand dit gesprek in handen krijgt, ben je zwaar de lul.”
Jimmy was wel vaker onvoorzichtig, zegt K. Dat beeld schetsen ook andere leden uit de chatgroep. „Jimmy ging ervan uit dat hij altijd wel kon uitleggen hoe het zat”, zegt K. „Misschien omdat hij weleens contact had met de AIVD.”
Jimmy ging ervan uit dat hij altijd wel kon uitleggen hoe het zat
Hij raadt Jimmy aan de informatie over Ayoub door te spelen aan de inlichtingendienst. Volgens zijn advocaat heeft Jimmy dat toen ook gedaan.
Daar blijft het niet bij. Op 8 augustus vertelt Jimmy over een ontmoeting met iemand van de AIVD. Dat doet hij aan F., een andere online vriend met wie NRC over Telegram contact heeft. „Jimmy heeft afgesproken met iemand van de feds in een café bij hem in de buurt”, zegt F. Het ging om „een aardige vrouw met wit-blond haar”, appte Jimmy hem, van achter in de veertig.
De AIVD wil daar niet op reageren. Jimmy’s advocaat bevestigt dat hij niet alleen met F. over deze ontmoeting sprak, maar dit ook heeft genoemd in zijn politieverhoor.
Patriottistisch
Op 14 augustus spreekt Jimmy F. voor het laatst over ‘Ayoub’ in de Counter-Terror Infiltration Group op Telegram. Pas na zijn arrestatie horen de groepsleden weer over de zaak. De chatgroep wordt stante pede opgeheven, een andere wordt opgericht: één waarin de online vrienden van Jimmy bespreken hoe ze hem kunnen helpen.
Hoe de politie die woensdagnacht bij Jimmy F. is uitgekomen, blijft onduidelijk. „Wij denken dat achter het ‘Ayoub-account’ iemand van de inlichtingendiensten schuilging”, zegt K. „Dus ze hebben elkaar zitten ontmaskeren.” Dat vermoedt ook Jimmy’s advocaat.
Vraagt blijft ook waarom de Maassilo werd ontruimd: „Jimmy heeft in de chatgesprekken alleen het woord ‘Rotterdam’ genoemd”, zegt zijn advocaat, „Nooit een datum of locatie. Mijn cliënt had zelfs nog nooit van de Maassilo gehoord.” Zolang het onderzoek loopt, willen politie en OM zich niet over de zaak uitlaten.
K. schudt resoluut zijn hoofd bij het idee dat Jimmy, hun Dutchsniper150, een aanslag zou willen plegen. „Jimmy hangt aan de uiterst rechtse kant van het politieke spectrum. Laten we het patriottistisch noemen. Echt, die heeft nog nooit een voet in een moskee gezet.”