Bij spermadonaties ontbreekt overzicht

Vruchtbaarheidsklinieken Eén man verwekte zeker 102 kinderen door zijn sperma te doneren. „Er is aanleiding om het hele bestand van donoren door te lichten.”

ANP LEX VAN LIESHOUT

Wie sperma wil doneren bij een vruchtbaarheidskliniek, belooft meestal in een contract dat hij niet bij andere klinieken doneert. Maar dat wordt niet gecontroleerd. Zo kon een man zijn zaad doneren bij elf klinieken. Hij is de vader van in ieder geval 102 kinderen.

De donor werd vorige week ontdekt toen de Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting (SDKB), die gegevens van donoren beheert, onderzocht hoeveel vrouwen zwanger zijn geraakt van hem. Dat gebeurde nadat enkele bewust alleenstaande moeders per brief klinieken hadden gewaarschuwd. De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) initieerden daarop het onderzoek.

Een spermadonor mag in Nederland maximaal 25 kinderen verwekken. De moeders schrijven dat de donor met 102 kinderen zich ook buiten de klinieken om als zaaddonor heeft aangeboden, op internet. De man zou soms een andere naam gebruiken en ook in het buitenland hebben gedoneerd. Hij zou beheerder zijn van websites voor wensouders. En hij zou wensmoeders hebben gevraagd hem „als hun partner voor te stellen bij een kliniek om een inseminatiebehandeling gedaan te krijgen”.

Ook van een tweede donor is vastgesteld dat hij bij meerdere klinieken heeft gedoneerd. Van hem zijn twee zwangerschappen bekend geworden. Enkele klinieken gebruiken nog sperma van de mannen bij behandelingen. De NVOG wil dat klinieken daarmee stoppen. De IGZ is een onderzoek begonnen.

Biologische vader

Illustratie Studio NRC

Het is niet voor het eerst dat een donor veel meer kinderen heeft verwekt dan is toegestaan. Vorig jaar trad een man naar buiten die naar eigen zeggen meer dan 200 kinderen heeft. Zijn donaties zijn van voor 2004, toen zaaddonatie anoniem gebeurde. Donorkinderen van eerdere jaren die willen weten wie hun vader is, moeten hopen dat die zich vrijwillig heeft geregistreerd bij de databank van Fiom, de stichting voor afstammingsvragen.

Sinds de invoering van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting in 2004 worden gegevens van donoren vastgelegd. Zodra een donorkind 16 jaar is, mag het weten wie zijn of haar donor is. De SDKB houdt die gegevens bij namens het ministerie voor Volksgezondheid.

De SDKB mag donorkinderen aan hun biologische vader koppelen. De stichting is echter niet bevoegd om gegevens van donoren van meerdere klinieken met elkaar te vergelijken. De IGZ waarschuwde vorig jaar in een rapport over fertiliteitsklinieken al voor de risico’s daarvan. „Daardoor bestaat een kans dat het aantal kinderen van een donor een veelvoud is van de 25 die volgens de norm het maximum is”, schreef de IGZ destijds.

Klinieken „bedrogen”

„Dit is een weeffout in het systeem”, zegt Jesper Smeenk, woordvoerder fertiliteitszaken en gynaecoloog in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg. „We denken een goede regie te hebben, maar die werkt alleen bij het achterhalen van de donorvader. De zorg van klinieken is lokaal op orde, maar de keten nog niet.”

De gynaecologenvereniging NVOG maakt zich al enige tijd hard voor een wetswijziging die donoren met meer dan 25 kinderen moet voorkomen. Smeenk: „We willen weten wie waar actief is, met een melding op het moment dat het maximale aantal nakomelingen in zicht komt. Dat het lang duurt voor die regel wordt ingevoerd, heeft vooral met privacy te maken.”

Volgens Smeenk voelen klinieken zich „bedrogen”. „Het levert onrust op bij betrokken patiënten van klinieken en – getuige de brief – ook bij moeders van donorkinderen in privésfeer. Deze situatie zou aanleiding kunnen zijn om het hele bestand van donoren door te lichten.”

Leuk om te doen

De donorvader van 102 kinderen sprak maandag anoniem met AD over zijn motieven. „Mijn doel was niet om zoveel mogelijk kinderen te hebben”, zegt hij. „Ik vind het leuk om te doen en mensen blij te maken. Ik voel me nuttig. De dankbaarheid van artsen en wensouders is groot.” Over de screening zegt hij: „Klinieken zijn allang blij als ze een donor hebben die door de screening komt. Mijn sperma werd vaak meteen ingezet.”

De man zegt dat hij de norm van 25 kinderen alleen al bij een van de klinieken heeft overschreden. Een woordvoerder van de IGZ zegt dat de inspectie ervan op de hoogte wil worden gesteld als zoiets gebeurt. Ook moet een kliniek maatregelen nemen om herhaling te voorkomen. De inspectie doet geen mededelingen over het lopende onderzoek naar de twee donoren.