Buiten de resorts is het stil op het Turkse strand

Toerisme Door aanslagen en politieke onrust gaan Europeanen niet meer op vakantie naar Turkije. De Iraniërs en Russen die ervoor in de plaats kwamen, komen weinig buiten hun resort – en geven daar dus ook geen geld uit.

Strand bij de badplaats Sinop, aan de Zwarte Zeekust.
Strand bij de badplaats Sinop, aan de Zwarte Zeekust. Foto Osman Orsal / Reuters

Het is dinsdagavond in resort Alkoçlar Adakule in de Turkse badplaats Kusadasi. Emre Durmaz, hoofd entertainment van het resort, heeft een vuurwerkshow georganiseerd. De gasten, voornamelijk Turken, Iraniërs en Russen, zijn in groten getale komen kijken. Hun kinderen zijn in de speeltoestellen naast het zwembad geklommen en wachten in spanning af tot de show begint. „Zijn jullie er klaar voor”, roept Durmaz, een gespierde jongen met een gescheurde spijkerbroek, in het Turks en in het Engels. Het publiek reageert lauwtjes. „Ik kan jullie niet horen. Zijn jullie er klaar voor?!”

Van de crisis in de Turkse toerismesector is niets te merken in Kusadasi. In de all-inclusive-hotels is geen kamer meer te krijgen. De duizend bedden in Alkoçlar Adakule zijn allemaal bezet. Maar schijn bedriegt. „Normaal gesproken begint het seizoen in april”, zegt Durmaz. „Nu begon het pas op 15 juni. Door de aanslagen, de coup en het referendum zijn we de Europeanen kwijtgeraakt. Ze denken dat Turkije gevaarlijk is. Veel hotels hebben noodgedwongen hun prijzen verlaagd, waardoor ze aantrekkelijk werden voor Turken, Iraniërs en Russen.”

Tien jaar in het toerisme

Durmaz is eigenlijk landbouwingenieur, maar hij werkt al tien jaar in het toerisme. Hij geeft leiding aan entertainmentteams van resorts, eerst in Antalya, dit jaar voor het eerst in Kusadasi. Zijn team organiseert activiteiten, shows en disco’s voor de hotelgasten. Hij houdt van zijn baan: mensen vermaken en werken met andere culturen. Bovendien verdiende hij iedere zomer zo veel geld dat hij de hele winter kon reizen. Maar nu de Europeanen wegblijven is het sappelen.

„Vorig jaar kondigde de manager van het resort plotseling aan dat ons salaris zou worden verlaagd”, vertelt hij. „Want na de coup bleven alle toeristen weg. Ik had geen keus. Middenin de zomer had ik nooit ander werk kunnen vinden. Dit jaar is het niet veel beter. Vroeger namen we elke avond gasten mee naar een discotheek buiten het resort. Daar kregen we commissie voor. Zo verdiende ik een extra maandsalaris. Maar Turken en Iraniërs komen nauwelijks buiten het resort. Misschien dat ik het deze winter twee maanden uitzing, daarna moet ik een andere baan gaan zoeken.”

Ongekende crisis

De Turkse toerismesector maakt een ongekende crisis door. De problemen begonnen eind 2015, toen Turkije een Russisch gevechtsvliegtuig uit de lucht schoot. In reactie daarop stelde Rusland een verbod in op chartervluchten naar Turkije. Het aantal Russische toeristen, de grootste groep na de Duitsers, kelderde met 90 procent. Na een serie terroristische aanslagen in 2016, waaronder op de internationale luchthaven in Istanbul, en de mislukte coup bleven ook veel Europeanen weg.

Het aantal buitenlandse toeristen daalde vorig jaar met 30 procent naar 25,4 miljoen, het laagste aantal in negen jaar. De inkomsten liepen terug van 28,3 miljard dollar in 2015 naar 23,6 miljard in 2016 (ruim 20 miljard euro). „Na de terroristische aanslagen en de coup is de sector bijna kapotgegaan”, zegt Bülent Ilbahar, voorzitter van de Turkse vereniging van reisbureaus (TÜRSAB) in Kusadasi. „De maanden na de coup kwam er helemaal niemand. Vrijwel alle boekingen werden geannuleerd. Daar kwam de diplomatieke crisis met Nederland en Duitsland voor het referendum nog eens bovenop.”

Na de coup bleven alle toeristen weg

Suha Sunay is directeur van een reisbureau in Izmir. Hij werkt al dertig jaar in het toerisme, maar een crisis als deze heeft hij nog nooit meegemaakt. „We richten ons vooral op bruiloften en congressen van buitenlandse bedrijven. Maar na de coup werd 80 procent van onze boekingen geannuleerd. Geen enkel bedrijf organiseert nog een congres hier. Ik had zestien werknemers, maar ik heb er twaalf moeten ontslaan. Ik kan het wellicht nog een jaar uitzingen. Maar ik heb geen zin om al mijn spaargeld in mijn bedrijf te stoppen. Dan ga ik wel wat anders doen.”

Om faillissementen te voorkomen is de regering te hulp geschoten. Ze heeft honderden miljoenen uitgegeven aan belastingverlagingen en kredieten voor bedrijven. Die moeten binnen vier tot vijf jaar worden terugbetaald. Dit jaar gaat het iets beter. Volgens officiële cijfers gingen in april, mei en juni 8,9 miljoen buitenlanders op vakantie in Turkije. Dat is ruim 18 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Ze waren tot nu toe goed voor 15,6 miljard euro aan inkomsten, een flinke verbetering ten opzichte van vorig jaar. En er zijn nog ruim twee maanden te gaan.

De Vereniging van Toerisme Investeerders (TYD) ziet 2017 als een overgangsjaar. Als de regering geen maatregelen neemt, dan zal de toerismesector van 2016 tot 2018 25,5 miljard euro verliezen, waarschuwde TYD-directeur Oya Narin in de Turkse krant Hürriyet. Bovendien kampt de sector al met een schuld van 17 miljard dollar. „De huidige problemen moeten geen structurele crisis worden”, zei Narin, die de regering opriep „het slechte imago van Turkije in het buitenland te verbeteren”.

De lichte verbetering dit jaar is voornamelijk te danken aan de Russen, die massaal zijn teruggekeerd na de toenadering tussen Turkije en Rusland. Ook komen er meer toeristen uit het Midden-Oosten, vooral uit de Arabische Golfstaten en Iran. „In Kusadasi arriveren elke week zo’n vierduizend Iraanse toeristen”, zegt Ilbahar van TÜRSAB. „Er zijn wekelijks vijf vluchten van Iran naar Izmir en zes of zeven naar Antalya. Iraniërs hebben geen visum nodig om Turkije binnen te komen. Het zijn vooral mensen uit de middenklasse. In Turkije zijn ze veel vrijer dan in eigen land.”

Dat is te zien in resort Alkoçlar Adakulem waar veel Iraniërs verblijven. Na de vuurwerkshow gaat een groep Iraniërs nog wat drinken in een van de bars. Alle vrouwen zijn ongesluierd en sommige mannen drinken een biertje, wat in eigen land verboden is. Als de muzikant van de avond een liedje in het Farsi inzet, zingen ze spontaan mee. Maar met de pers praten willen ze niet, uit angst voor de Iraanse veiligheidsdienst, die van oudsher behoorlijk actief is in Turkije.

Kleine ondernemers

Maar de toename van toeristen uit het Midden-Oosten en de terugkeer van de Russen is niet genoeg om het verlies van de Europeanen te compenseren. Want die kwamen ook buiten de resorts en gaven meer geld uit. Vooral kleine ondernemers hebben moeite om hun hoofd boven water te houden. Bars en restaurants hebben minder klandizie. Sommige juweliers en leerwinkels in Kusadasi zijn dicht, want ze kunnen de hoge huur niet meer betalen.

„De all-inclusive-resorts zijn geen goed systeem”, vindt Ilbahar. „Vroeger boekten mensen een hotel met half pension. Ze gingen ’s avonds eten in een restaurant en daarna ergens nog iets drinken. Iedereen profiteerde. Gelukkig is de situatie hier beter dan in Bodrum. Er zijn meer activiteiten, mensen liggen niet alleen aan het strand. Maar met Russen werken is moeilijk. Ze geven 30 euro uit en verwachten service voor 100 euro. Tijdens het buffet scheppen ze hun bord veel te vol met eten. De helft gooien ze weg, waardoor hotels veel onkosten hebben.”

Als de cruiseschepen wegblijven, dan vertrekken de andere toeristen ook

De problemen van kleine ondernemers zijn toegenomen doordat veel cruiseschepen Turkije sinds vorig jaar mijden. In Kusadasi meerden jaarlijks zo’n 690 cruiseschepen aan. Iedere dag gingen zo’n 15.000 toeristen van boord, die wat gingen eten en drinken en wellicht een souvenir kochten. Dit jaar meren er nog maar 120 cruiseschepen aan. Veel rederijen hebben de route van de schepen verlegd naar Griekenland of elders in de Middellandse Zee. Aangezien ze meestal contracten voor drie jaar sluiten met havens, is de verwachting dat ze volgend jaar nog niet zijn teruggekeerd.

De gevolgen zijn ook te merken in Istanbul, waar het toerisme sterk afhankelijk is van cruiseschepen. Op het Taksimplein, rond de beroemde Galatatoren en in de toeristische wijk Sultanahmet lopen voornamelijk Iraniërs, Arabieren en enkele Oost-Europeanen. „De cruiseschepen zijn ontzettend belangrijk”, zegt Semra Özbek, een Nederlandstalige gids die ook fietstours door Istanbul organiseert. „Als de cruiseschepen wegblijven, dan vertrekken de andere toeristen ook. Want buitenlandse reisagentschappen hebben alle boekingen aan elkaar gekoppeld.”

Na de aanslag op de luchthaven Atatürk heb ik bijna geen enkele boeking meer gehad

Özbek werkt met tien Nederlandstalige gidsen. Ze zegt dat niemand dit jaar nog heeft gewerkt. „De situatie is echt dramatisch”, zegt ze. „De Nederlandse markt staat helemaal stil. Na de aanslag op de luchthaven Atatürk heb ik bijna geen enkele boeking meer gehad. Voorheen kon je van het voorjaar tot het najaar werken en dan had je genoeg verdiend om het de rest van het jaar uit te zingen. Maar door de crisis hebben sommige gidsen een andere baan gezocht. Sommigen zijn makelaar geworden, anderen werken bij een callcenter. Twee zijn naar Nederland verhuisd.”

Welgestelde toeristen

Alleen badplaatsen die welgestelde toeristen trekken, zoals Kas en Çesme, zijn nauwelijks geraakt door de crisis. Çesme telt in de winter 40.000 inwoners, maar in de zomer zijn het er 600.000. Het zijn voornamelijk Turken en Europeanen, die in Çesme een zomerhuis hebben, aanmeren met een jacht of verblijven in kleine hotels. „In Çesme zijn geen all-inclusive-hotels, daar zijn we op tegen”, zegt burgemeester Muhittin Dalgiç. „De lokale architectuur is bewaard gebleven, we beschermen de natuur. En de inkomsten worden verdeeld over iedereen.”

Op congressen geeft Dalgiç zijn collega’s uit andere badplaatsen het advies om te stoppen met de grote resorts en te investeren in wat hij „duurzaam toerisme” noemt. Als voorbeeld laat hij de nieuwe haven zien die de gemeente aan het bouwen is: Port Alaçan. Het ziet eruit als klein Venetië, met 2.500 huizen, elk in een andere bouwstijl, die plek bieden aan 100.000 mensen. Voor elk huis is er plek om een boot aan te leggen. „Dit land blijft enorme potentie hebben. Maar het probleem is dat het vaak niet op de juiste manier wordt gebruikt”, zegt hij.

Naast Port Alaçan ligt een restaurant dat uitkijkt over de jachthaven. De eigenaar, Murat Kabak, beklaagt zich over de Arabieren en rijke Turken die tegenwoordig naar Çesme komen. „Onder het bewind van de AK-partij is het geld bij andere mensen terechtgekomen. Het zijn mensen zonder smaak. Ze drinken cola bij hun mezzes in plaats van raki. De Arabieren zijn niet onze favoriete klanten, we hebben liever Europeanen. Als er Europeanen in mijn zaak zitten, dan ben ik niet bezig met geld verdienen maar probeer ik het beeld van Turkije bij te stellen. Dat zie ik als mijn plicht.”