Opinie

Gehavend Onderwijs 2032 heet nu curriculum.nu

Volgens de nieuwste onderwijsvernieuwing, curriculum.nu, mag de leraar bepalen wat voor volwassene het kind wordt. Dat kan niet, vindt Karin den Heijer.

ANP PHOTO XTRA KOEN SUYK

,,Wat hebben onze leerlingen nodig om uit te groeien tot volwassenen die hun steentje bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan? Binnen jouw school voer je vast vaker het gesprek over deze vraag.”

Met deze inleiding probeert de maker van de website ‘curriculum.nu’ mij te enthousiasmeren voor het vervolg op het mislukte plan ‘onderwijs2032’, dat anderhalf jaar geleden werd gepresenteerd. Dit advies hield een grootschalige onderwijsvernieuwing in. Na het eerdere ‘Studiehuis’ en het ‘competentiegericht leren’ ging het wederom om een verlegging van vakkennis naar algemene vaardigheden.

Het plan was vanaf het begin af aan omstreden. Het was onduidelijk welk probleem er opgelost moest worden en het had een hoog déjà- vu- gehalte. Het deed namelijk bijzonder veel denken aan de mislukte onderwijsvernieuwingen uit de jaren 90.

De nieuwe gedaante van onderwijsvernieuwing is dus curriculum.nu. Met bijbehorende glossy website. Tijdens mijn zoektocht om mijn irritatie over de website onder woorden te brengen vroeg ik mijn vader – leraar wiskunde - wat hij van de genoemde tekst vond. Het duurde even voordat hij begreep dat deze gericht was aan leraren, niet aan leerlingen. Dat is de spijker op zijn kop. De website lijkt bedoeld voor leerlingen en niet voor leraren.

Misschien had ik chirurg moeten worden. Ik wil deel uitmaken van een beroepsgroep die geen kinderlijk ‘geje en gejouw’ accepteert. Het is ondenkbaar dat er op een website van een beroepsvereniging van chirurgen een vergelijkbare tekst zou staan. “Welke operaties hebben patiënten nodig om te genezen én gelukkig in het leven te staan? Binnen jouw ziekenhuis voer je vast vaker het gesprek over deze vraag.” Nee, dat is onmogelijk.

Maar los van de toon. Aan een leraar of schoolleider vragen wat een leerling in de toekomst moet weten, is net zoiets als aan een letterzetter vragen welke computer je moet kopen. Of aan een lantaarnaansteker vragen welk type verlichting er binnenkort in een auto zit. De vraag wordt aan de verkeerde persoon gesteld.

Leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs zijn halffabricaten. Een halffabricaat is een product dat al bewerkt is, maar nog niet af, bijvoorbeeld korreltjes kunststof. De specificaties van een halffabricaat worden niet vastgesteld door de producent ervan, maar door de afnemer en de overheid. Aan leraren de taak om een hoogwaardig halffabricaat te leveren: een leerling die klaar is voor het vervolgonderwijs. Lesgeven, dat is wat leraren doen!

Ik zie niet in waarom leraren kunnen overzien welke kennis en vaardigheden wel en niet in de vervolgopleiding worden gebruikt. De meeste leraren hebben niet de opleiding gedaan waar ze hun leerlingen op voorbereiden. Het plan curriculum.nu is dan ook gedoemd te mislukken. Dat er een start wordt gemaakt met een nieuw curriculum zonder een grote rol voor vervolgopleidingen is een gemiste kans.

En met dat ‘geje en gejouw’ is het imago van de leraar wederom een beetje gedaald.
Vindt u ook niet?

Karin den Heijer (ir. chemie) is docent wiskunde aan het Erasmiaans Gymnasium en bestuurslid van Beter Onderwijs Nederland.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.