De zoektocht naar pareltjes is weer begonnen. Tijdens 3Lab – het voormalige TV Lab – zijn drie avonden achter elkaar vernieuwende programma’s en formats van jonge makers te zien op NPO 3. In het verleden zijn succesvolle series als De tiende van Tijl (2010), Rambam (2011) en meest recent Rundfunk (2015) voortgekomen uit deze experimenteerruimte.
Maandag trapte AVRO-TROS af met Het beest in Klaas, waarin presentator Klaas van der Eerden een krachtmeting aangaat met de ‘superkrachten’ van in dit geval roofvogels. En wat blijkt? Ze zijn sneller, hebben scherpere ogen en zijn de mens ook nog eens slimmer af. Het is bijna aandoenlijk hoe de presentator als een grote beer in roze T-shirt probeert een woestijnbuizerd te ontlopen. Van der Eerdens enthousiasme komt oprecht over, maar ik vroeg me voortdurend af of dit nou als kinderprogramma bedoeld was.
Dan het NTR-experiment Naakt, waarin kunstenaar Frank E. Hollywood in Parijs modellen zoekt om Courbets L’origine du monde – een in zijn tijd choquerend portret van het vrouwelijke geslacht – in een nieuw jasje te steken. Alle stereotypen over Frankrijk en Parijs in het bijzonder passeren binnen een half uur de revue. Het uiteindelijke resultaat van het schilderij is verrassend en kritisch. Jammer dat dit ondersneeuwt onder clichématig en vaak ook overbodig commentaar.
Met Achter de schermen probeert BNN de huidige schermcultuur letterlijk te integreren in een sketchprogramma dat het maakproces van televisiehumor persifleert. De grappen zijn echter zo flauw dat het concept niet uit de verf komt. Maar zoals altijd met humor is dit misschien gewoon een kwestie van smaak.
Voor mij was de afsluiter het pareltje van de avond: Yung Doc, de Eierlanders (VARA). Aangekondigd als een documentaire, vertellen de makers van Joardy Film – bekend van de YouTubehits Huilon, Genieton en Vrouwon – het absurdistische verhaal van de oorspronkelijke bewoners van IJburg.
De Vietnamees-Nederlandse regisseur (tevens kok) Phi Nguyen gaat in een mintgroen trainingspak op pad om te vertellen hoe de Eierlanders aan de rand van de samenleving zijn beland. Het is overduidelijk satire, maar tegelijkertijd pijnlijk reëel. Het verhaal drijft de spot met alle clichés uit zowel antropologische documentaires over onbekende volken als sensatiegerichte ‘trash tv’ als Fort Oranje. En soms slaat het ook gewoon helemaal nergens op. Juist dat maakt het zo leuk.
Ook hier zal niet iedereen van houden, maar na al die eindeloze herhalingen van de afgelopen weken is het o zo verfrissend. De programma’s rammelen, zijn onaf, soms zelfs tenenkrommend. Het heet immers niet voor niets Lab. Zo’n avond maakt duidelijk hoe moeilijk televisiemaken eigenlijk is. Al de gelikte en grijsgedraaide formats in de gewone programmering zitten doorgaans zo goed in elkaar dat ze hun geconstrueerde karakter doen vergeten.
Pas wanneer iets niet klopt, begin je er als kijker over na te denken. Omdat er iets stoort, iets niet lekker loopt of je gewoon denkt: wat is dit in godsnaam?
Dat uit experimenteerdrift sterke formats kunnen ontstaan, hebben de afgelopen seizoenen laten zien. Het is bovendien een manier voor jonge televisiemakers om voet aan de grond te krijgen in Hilversum. Michiel Romeyn, die zowel in De Eierlanders speelt als in het dinsdag geprogrammeerde Douwe’s livingroom, vertelde over de aantrekkingskracht van deze programma’s bij Jinek: „Televisie is een kauwgomballenautomaat waar alles voorgekauwd is. Het is bijzonder dat je hier de vrijheid krijgt om te improviseren.”