Het Bureau Krediet Registratie (BKR), dat het register beheert met de kredieten van 10,25 miljoen Nederlanders, handelt in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens. Dat blijkt uit onderzoek van NRC.
Kredietverstrekkers – van banken en autoleasefirma’s tot telefoonmaatschappijen en postorderbedrijven – zijn verplicht om kredieten vanaf 250 euro in de database van het BKR op te nemen. Als klanten een betalingsachterstand oplopen, volgt een negatieve registratie. Na aflossing van het krediet blijft zo’n negatieve registratie nog vijf jaar in het register staan. Gedurende die periode verstrekken banken in veel gevallen geen hypotheek.
Vanwege de impact van negatieve BKR-registraties oordeelde de Hoge Raad in 2011 dat die op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens moeten voldoen aan „de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit”. Registraties van kleine schulden die jaren later, als ze allang afgelost zijn, tot het afwijzen van een hypotheek leiden, mogen op grond van dit arrest bijvoorbeeld uit het BKR-register verwijderd worden.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/08/data19090165-f6f08b.png)
Maar in februari paste het BKR, dat niet onder overheidstoezicht staat, op eigen initiatief zijn reglementen aan, waardoor het voor kredietverstrekkers onmogelijk is gemaakt om op basis van zo’n belangenafweging zelf registraties te verwijderen. Dit blijkt onder meer uit instructies en brieven van kredietverstrekkers in bezit van NRC. Johan den Hoed, cassatie-advocaat bij Köster Advocaten uit Haarlem, vindt het „onbehoorlijk” dat het BKR zo’n toetsing „zomaar even aan de kant kan schuiven”.
Illustratief is een kort geding dat twee weken geleden is aangespannen door een gezin dat in 2014 een betalingsachterstand van 350 euro bij de H&M opliep en die begin 2015 afbetaalde. Omdat deze notering vijf jaar in het BKR-register blijft staan, kreeg het gezin geen hypotheek. H&M wilde de notering verwijderen, maar BKR weigerde dit. De rechtbank oordeelde vervolgens in een spoedvonnis „dat het persoonlijk belang bij verwijdering van de codering zwaarder moet wegen dan het algemene belang van BKR bij handhaving daarvan”. BKR moest de notering schrappen.
De afgelopen twee jaar waren er zeker zeven rechtszaken waarbij rechters oordeelden over het verwijderen van een BKR-registratie op basis van het arrest, zo blijkt uit een inventarisatie van NRC. In vijf van de zeven gevallen gaf de rechter opdracht tot verwijdering van de negatieve BKR-registratie.
Het BKR stelt dat de verscherping van het reglement nodig is om de volledigheid van het register te waarborgen. De afgelopen twee jaar zou het aantal verwijderde BKR-registraties zijn verdrievoudigd. Absolute aantallen geeft de organisatie niet.