Foto Lars van den Brink

Interview

‘Ik hou wel van een vrouw met een beetje hersens’

Rapper Boef en hoofdredacteur Sander Schimmelpenninck van zakenblad Quote delen een fascinatie voor geld. En ze zijn beiden opvliegend. „Heb jij je vriendin nooit laten huilen? Ik wel hoor.”

‘Effe eerlijk, wat was je eerste indruk van mij”, vraagt Sofiane Boussaadia op een toon die verraadt dat hij het antwoord al weet. „Nou ja, dan denk je: wat is dit voor een kutmarokkaan”, zegt Sander Schimmelpenninck zonder spoor van twijfel. „Zo’n kutventje op een scooter.” Boussaadia knikt. „Precies.”

We hebben Sander Schimmelpenninck (33) en Sofiane Boussaadia (24) uitgenodigd omdat we benieuwd zijn naar de overeenkomsten en verschillen tussen mensen met een compleet andere achtergrond. Boussaadia (rapper Boef) is de vaakst gestreamde artiest van Nederland. Hij werd geboren in een banlieue van Parijs en op zijn vierde uit huis geplaatst door jeugdzorg, waarna hij kwam te wonen bij zijn oom in Alkmaar. Zijn ouders, die hij sporadisch ziet, zijn geboren in Algerije. Schimmelpenninck is van adel, groeide op op een landgoed in Twente. Gymnasium, hockeyfeesten, studie rechten en sinds eind vorig jaar hoofdredacteur van zakenblad Quote.

„In jouw hit Habiba komt de zin voor voor: ‘ik ben bezig met geld verdienen’”, zegt Schimmelpenninck . De clip is bijna 38 miljoen keer bekeken op YouTube. „Je rapt: ‘Je moet me niet stressen. Het gaat nu om verdienen’, ofzo. Nou, dat is helemaal Quote. Laten we eerlijk zijn.” Boussaadia knikt. „Ja man.” „Zou ik een peukie van jou mogen”, vraagt Schimmelpenninck hem.

Hij sloeg Boussaadia vriendschappelijk op de schouder toen hij een uur te laat het terras van het familiehotel in Bergen op kwam lopen – donkerblauw overhemd met korte mouwen, Nikes, een sporttas over zijn schouder. De navigatie in de redactie-Porsche had hem naar Egmond gestuurd.

Boussaadia wachtte ontspannen af, bestelde de eerste whisky-cola van de avond. Hij is een opvallende verschijning op het terras, waar voornamelijk jonge ouders en zakenmensen komen. Hij draagt een gouden zonnebril van Louis Vuitton, een blauw T-shirt van Valentino, zijn schoenen matchen erbij, gouden kettingen om zijn nek.

Je zult hem niet met geld zien smijten, zegt hij tegen Schimmelpenninck, zoals sommige van zijn collega-rappers. „Ik zie heel veel artiesten veel geld uitgeven aan flessen, met uitgaan. Dan praat je rustig over vierduizend euro op een avond. Dat vind ik écht, écht slecht. Kleren kopen is ook zonde. Die kun je niet naar een pandjeshuis brengen als je geen geld hebt.”

Schimmelpenninck: „Mensen van onze generatie zijn heel slecht met geld. Als je ziet welk deel van hun inkomen ze aan horeca uitgeven. Altijd maar uit eten, uit eten, uit eten. Dat is bizar.”

Schimmelpenninck is eind vorig jaar aangesteld als hoofdredacteur van Quote. Zijn opdracht: vernieuwen en online een groter bereik krijgen. „Als mensen aan Quote denken, denken ze aan grijze figuren. Terwijl Quote ook gaat over jonge gasten – en meisjes – die succesvol willen worden. Dat vind ik leuk aan rappers. Die komen vaak uit een omgeving waar niet veel was, en dan gaan ze veel geld verdienen en die zijn er trots op. Daar houden we van bij Quote. Dat is inspiratie.”

Shoarma

De laatste tijd is Boussaadia veel bezig met de vraag hoe hij zijn geld gaat „verduurzamen”. „We verdienen heel veel geld, echt heel veel geld. Maar het is denk ik niet genoeg om ons in de Quote 500 te brengen.” Hij krijgt ten minste 5.500 euro per optreden, zegt hij. In het weekend treedt hij vaak drie keer per avond op. Hij haalt naar eigen zeggen 80.000 euro per maand binnen. „Ik zat te kijken om een McDonalds te beginnen. Maar die investering is 150.000 tot twee ton.”

Sander: „Je moet iets gaan doen dat dicht bij jezelf ligt. Weet je waar volgens mij echt een kans ligt in Nederland? Een franchise-keten met supergoed Marokkaans of Algerijns eten. Tahin-achtige smaken. Iedereen vindt dat lekker.” De Quote-baas heeft ervaring met restaurants. Hij had een pizzazaak in Amsterdam met een vriend, die ze na een paar jaar verkochten.

Sofiane: „Ik weet niet of het gaat draaien. Gewoon, omdat mensen daar niet op zitten te wachten.”

Gozer, je gaat echt verdienen. Gratis tip, jongen.

Sander: „Wie dacht dat Nederlanders op shoarma zitten te wachten? Shoarma is rommel. Marokkaans eten is fan-tas-tisch. Fan-tas-tisch. Vindt iedereen lekker. Maak er iets moois van. Een broodje, iets wrap-achtigs, een rol. Gozer, je gaat echt verdienen. Gratis tip, jongen.”

Schimmelpenninck loopt even weg om een telefoontje te plegen. Wat is Boussaadia’s eerste indruk? De rapper had voor dit gesprek nog nooit van Sander Schimmelpenninck gehoord. De jaarlijkse lijst met de vijfhonderd rijkste Nederlanders kende hij wel. „Hij is aardig toch. Een beetje een hockeyer.”

Hysterische millenialcarrière

Schimmelpenninck is een goed geïnformeerde generalist. Hij begon zijn carrière als advocaat, vond dat „verschrikkelijk”, opende in 2012 samen met een jeugdvriend een pizzatent en ging zijn werk in de zaak na een halfjaar combineren met schrijven voor Quote. In 2014 openden ze een tweede vestiging. Vorig jaar verkocht hij beide tenten en werd hij hoofdredacteur. Het geld dat hij met pizza’s verdiende, heeft hij geïnvesteerd in een tweede huis op het Kroatische eiland Hvar, waar hij vaak is en waar hij in de toekomst verder wil ondernemen. De laatste tijd is hij een paar keer aangeschoven bij Jinek. Zijn vrienden vinden tv-werk wel wat voor hem, zelf laat hij alle opties open. Misschien verhuist hij wel naar Zweden, waar zijn vriendin woont. Veel langer dan vijf jaar blijft hij waarschijnlijk niet plakken bij Quote, zegt hij.

Quote noemt de loopbaan van Schimmelpenninck in een introductie-artikel een „hysterische millennialcarrière”. Maar terwijl de millennial volgens het cliché een twijfelachtig wezen is, laat Sander zich niet graag op onzekerheid betrappen. „Zijn lengte (1,75m) compenseert hij met zijn grote bek”, zegt een vriend die we voor het interview spraken.

Een deel van Nederland maakte kennis met Boef toen die bij RTL Late Night te gast was, in september 2016. Rapper Boef – Sofiane werd Soef en dat werd Boef – was landelijk nieuws door vlogs waarin hij de politie treiterde. Hij had vier dagen vast gezeten voor opruiing en Humberto Tan vroeg hem om uitleg. Boussaadia toonde weinig berouw, schoot in de verdediging, vond zichzelf helemaal geen „treitervlogger”. Als ik echt zo’n treiteraar was, zou ik niet zoveel fans hebben, verdedigde hij zich tegenover misdaadjournalist John van den Heuvel, die ook aan tafel zat.

Boussaadia pakt een Marlboro uit zijn pakje. Hij heeft spijt van zijn gedrag op televisie. De rapper heeft jonge fans die zijn gedrag eerder grappig dan onbeschoft vinden, maar volgens Boussaadia dachten veel volwassenen na die uitzending net als Schimmelpenninck dat hij een „kutmarokkaan was”. De reacties die hij op sociale media van bezorgde ouders kreeg, hebben hem wel aan het denken gezet. „Maar ik heb het ook goed gedaan door daar te komen. Negatieve publiciteit is ook publiciteit.”

Gouden zonnebril

Boussaadia voelt zich bij Schimmelpenninck zichtbaar op zijn gemak. Hij lacht gul, leunt achterover in zijn stoel.

Dat is een contrast met de rol die hij vaak aanneemt in vlogs en op Snapchat. In die filmpjes praat hij gehaast en heeft hij samengeknepen ogen. Alsof hij een beetje kwaad is op de kijker.

Boussaadia heeft een vriend meegenomen die er een tijd lang stilletjes bij heeft gezeten. De jongen had zich voorgesteld met zijn bijnaam – „Racist’’ – en was gaan zitten. Kort, zwart, voorover gekamd haar, hij bekijkt wat op zijn telefoon. Ze kennen elkaar uit Alkmaar, waar Boussaadia een groot deel van zijn jeugd doorbracht. Racist zegt voor het eerst iets als Boef hem mompelend op pad stuurt om „peuken” te halen. „Straks.”

Ik kreeg foto’s toegestuurd van jonge jongens met jointjes in hun mond. Dan ga je wel beseffen dat dat niet de bedoeling kan zijn.

Pas sinds kort heeft Boussaadia door dat hij door sommigen als voorbeeld wordt gezien, zegt hij. „Veel moeders zeiden het al, dat ik een slechte invloed heb. Wat lul je nou, zeikwijf, dacht ik dan. Maar op een gegeven moment, zag ik wel dat ze gelijk hadden. Ik kreeg foto’s toegestuurd van jonge jongens met jointjes in hun mond. Dan ga je wel beseffen dat dat niet de bedoeling kan zijn.”

„Is de roem niet juist goed voor jou”, vraagt Schimmelpenninck. „Het kan werken als controlemiddel.”

Boussaadia knikt. „Als ik niet goed bezig ben, krijg ik dat van heel Nederland te horen.”

Daarom heeft hij nu een „filter” ingebouwd. Als hij woede voelt opborrelen, belt hij zijn manager Ali B, in plaats van meteen iets op sociale media te gooien. Zoals die keer dat hij na vier dagen detentie voor zijn opruiende vlogs zei dat hij de dochter van de agent zou neuken – woorden waarvoor hij 40 uur taakstraf kreeg.

Schimmelpenninck kan ook wel eens te weinig „filter” hebben, vertelt hij als we hem vragen hoe hij omgaat met woede. „Diplomatiek zijn zit er bij mij van nature niet in. Ik word ongeduldig, boos.” Heeft hij wel eens mensen aan het huilen gemaakt? „Huilen is wel een groot woord…”

Boussaadia onderbreekt hem. „Heb jij je vriendin nooit laten huilen? Ik wel hoor.

„O”, zegt Schimmelpenninck, „mijn vriendin zeker. Ik had het nu over collega’s.”

Facking onzin

„Ik wist niet eens met wie ik aan tafel zat”, zegt Boussaadia later, als het weer over zijn beruchte RTL Late Night-optreden gaat. „Ik wist niet dat dat de minister was”, zegt hij over Jeanine Hennis. „Ik dacht dat het de vrouw van John van den Heuvel was. Ik zweer het.”

Foto Lars van den Brink

Hennis zei tijdens de uitzending tegen hem dat de politie niet provoceert. „Dat is gewoon facking onzin”, reageert Sofiane fel. Het maakt hem nog steeds kwaad. „Sorry dat ik het zo zeg. Maar ik wéét gewoon dat ze wel degelijk provoceren. Op etnische manieren, met machtsmisbruik, snap je. Natuurlijk, het is ook de jeugd die de politie heel erg provoceert. Maar je kan niet zeggen dat het niet gebeurt.”

„Maar concreet”, zegt Schimmelpenninck. „Hoe provoceert de politie?”

Boussaadia: „Tijdens het rijden. Je wordt altijd aangehouden. Je auto wordt altijd doorzocht. Nu ik bekend ben, is het iets minder geworden. Daarvoor was het héél erg.”

Soms worden ze aangehouden door de politie van een stad of dorp waar Boef voor een optreden komt, zegt Racist, die zich in het gesprek mengt. „Ze wéten dat Boef komt optreden. Toch moet hij stoppen.”

Boussaadia: „Wat ik ook wel eens doe bij shows, is dat ik niet zeg dat ik Boef ben. Dan zeg ik tegen de beveiliging: ‘Hai, mag ik naar binnen.’ ‘Jongens, dit gaat hem niet worden’, zegt zo’n meneer. Dan kijk ik hem aan. Zeg ik: ‘Is goed. Dan ga ik nu naar huis, heb ik 5.500 euro verdiend. Ga jij tegen de organisatie zeggen dat ik niet naar binnen mag?’”

Iedereen lacht. Maar dat is toch ook pijnlijk? „Túúrlijk”, zegt Boussaadia. „Op mijn verjaardag ben ik wel eens naar Antwerpen gereden met vrienden. Helemaal leuk, mooi aangekleed, blousje gehaald. Er is een rij van vijftig personen, ie-de-reen komt naar binnen. Iedereen.” Zij niet. Smekend: „Ik zeg: meneer, alstublieft. Ik ben jarig, echt waar. Dat heb je wel vaak. Maar laten we realistisch blijven. Bij het uitgaan zijn het wel vaak buitenlandse jongens die problemen veroorzaken. We kunnen er heel zielig om gaan doen, of je kunt gewoon succes boeken, en bam, laten zien wat je kunt. Dat mensen van je gaan houden.”

Ga maar eens naar een dorp als Volendam, zeggen dat ze moeten mengen.

Sander: „Als je je een slachtoffer gaat voelen, word je een slachtoffer. Waarom maken jongens van Marokkaanse afkomst er een bende van in de disco?”

Sofiane: „Ik denk dat heel veel jongeren het zat zijn. Ze hebben hun school niet afgemaakt. En ze hebben geen talent als rappen of voetbal, wat hun uitweg is. Dan blijven ze in die omgeving.”

Sander: „Is het ook niet dat dat soort jongens zich te weinig mengen met jongens uit mijn omgeving?”

Racist: „Maar wíl jouw omgeving dan mengen met die jongens?”

Sofiane: „Ga maar eens naar een dorp als Volendam, zeggen dat ze moeten mengen.”

Foto Lars van den Brink

Een oplossing, volgens Schimmelpenninck, is de herinvoering van de dienstplicht. „Stel we zijn allebei 18 jaar oud, we moeten een jaar lang door het bos rennen, op een kamer slapen, met elkaar ouwehoeren. Zou dat niet goed zijn voor Nederland? Dat je erachter komt: hij is gewoon een gozer, net als jij en ik.”

Boussaadia vindt het een slim idee, zegt hij, maar hij is pragmatisch als het over zijn eigen toekomst gaat. „Als ik straks kinderen heb, wil ik ze op een privéschool zetten. ” Anders gaat het volgens Boussaadia fout, zoals bij hemzelf. „Op de middelbare school ging mijn interesse weg. De jointjes, sigaretten, meisjes, geld.”

Sander: „Stel je krijgt een zoontje. Grote bek. Lijkt op zijn vader. Een mannetje. Die gaat naar een soort van Luzac tussen allemaal kakkertjes uit ’t Gooi. Komt-ie thuis, zegt-ie [op bekakte toon]: ‘Hé, Bóéf’. Dat wil je niet.”

Sofiane: „Dat wil je wél man. Ik wil niet dat mijn kind meemaakt wat wij hebben meegemaakt. Het is niet stoer. Je wil juist weg van dit leven.”

We zijn inmiddels van het terras naar binnen verplaatst om te gaan eten. „Wat is dit?”, vraagt Sofiane. „Coquilles”, antwoordt Sander. „Is wel lekker hoor. Probeer maar.”

Schimmelpenninck vond zijn jeugd fijn, zegt hij, het heeft geleid tot een redelijk gemakkelijk volwassen leven. „Ik ben een Nederlandse jongen, heb toegang tot alle goede netwerken, ik ben ook nog eens slim.” Maar er werd wel van hem verwacht dat hij rechten ging studeren en advocaat zou worden, dat was soms beklemmend. „Daar ben ik uitgestapt. Heel veel mensen hebben het gevoel dat ze niet hun eigen verhaal aan het maken zijn, maar dat van iemand anders.”

Als het aan Boussaadia ligt, zal zijn ‘verhaal’ binnenkort met kinderen worden uitgebreid. In ieder geval binnen nu en drie jaar, hij wil dan op een rustige plek wonen, in een groot huis met een tuin. Schimmelpenninck verbaast zich over de haast om een gezin te beginnen.

Sofiane: „Nog niet de juiste vrouw gevonden?”

Sander: „Jawel, maar wij, in mijn omgeving krijgen jongens en mannen pas kinderen na hun dertigste.”

Sofiane: „ Ik heb haar ook al ten huwelijk gevraagd. In Venetië, op zo’n love boat. Ik ga niet liegen, een half jaar is wel vroeg. Maar het is ook om aan haar ouders te laten zien dat het serieus is.”

Tonijntje

Als de ober het hoofdgerecht komt brengen, pakt Boussaadia zijn telefoon erbij om een filmpje te maken van de tafel. „Ja, ja dames en heren, mm, tonijntje. Het ziet er lekker uit dames en heren.” De videoboodschap gaat direct naar zijn 250.000 volgers op Snapchat.

Het gesprek over trouwen brengt ons op een artikel dat Schimmelpenninck vorig jaar maart voor Quote schreef, en dat nog steeds regelmatig bovendrijft op social media. In het artikel roept hij de „luie Nederlandse vrouw” op om te werken, of anders een voetballer te trouwen: „Hoe hoogopgeleid ook, voor de doodgeknuffelde Nederlandse vrouw moet alles vooral leuk zijn. De Linda lezen is leuk, de krant is saai. Parttime een baan ‘met mensen’ is leuk, fulltime carrière maken is vermoeiend. Theedrinken met de kids is leuk, schoonmaken is vies.”

Ga eens naar de Zuidas en vraag die meisjes hele basale dingen. Ik geef je op een blaadje: dat weten ze niet.

Een vriend van Schimmelpenninck vertelde dat ex-vriendinnen of dates soms nog even snel naar het journaal keken voordat ze met hem afspraken. Omdat hij zich openlijk stoort aan vrouwen die naar zijn mening te weinig van de wereld afweten. „Nou, dat lijkt me overdreven”, reageert Schimmelpenninck, „maar ik vond het wel raar dat veel van die hoogopgeleide meisjes niets van de wereld wisten. Daar kan ik me nog steeds heel erg aan ergeren. Mijn vrienden wisten wel gewoon dat Brussel de hoofdstad van België is. ”

Foto Lars van den Brink

Verbazing aan tafel. Het lijkt bedoeld om te provoceren. Maar Schimmelpenninck is bloedserieus. „Als jij dat niet herkent dan zou ik zeggen: ga eens naar de Zuidas en vraag die meisjes hele basale dingen. Wie is de bondskanselier van Duitsland? Wie is net verkozen in Frankrijk? Ik geef je op een blaadje: dat weten ze niet.”

Boussaadia, die geïnteresseerd heeft zitten luisteren, knikt instemmend. „Daar knap je op af of niet? Ik hou wel van een vrouw met een beetje hersens.”

Sander: „Die meisjes zijn wel slim, maar het interesseert ze gewoon niet.”

We willen nog even verder praten over die huilende vriendinnen waar het eerder over ging. Ze joelen. „Aaah.” De sfeer wordt joliger. Er wordt gelachen, op tafel geslagen.

Sofiane’s vriendin moet regelmatig huilen, vertelt hij. „Als ik weer te veel tijd voor mijn vrienden heb”, zegt Boef. „En geen tijd voor haar.”

Zij maakt hem nooit aan het huilen, beweert hij. „Neeee, echt niet. Echt niet. Vrouwen zijn gevoeliger.”

Wat verwachten zij van een vrouw? „Ik vind het heel belangrijk dat een vrouw zorgzaam is”, zegt Sofiane. „Een man moet een leider zijn.”

Sander lacht. „Ik hoef niets meer te zeggen.”

Sofiane: „Als we rond zouden komen vind ik dat ze gewoon thuis moet blijven met de kinderen. Maar wel dat ze wat daarnaast moet doen ofzo. Als de kinderen weg zijn. Dat was vroeger al zo. Mannen gingen jagen, met de speren op pad. De vrouwen bleven in het kamp, gingen potten maken en de kinderen verzorgen.

Sander schatert. „Oh, oh, oh.”

Sofiane, droogjes: „Hij is het er niet mee eens.”

Sander: „Nee, ik ben het niet met je eens. Ik vind dat iedereen zijn eigen keuzes moet kunnen maken. Dan zie je vaak dat vrouwen het ook prettiger vinden om niet alleen te werken maar het te combineren. Maar als er vrouwen zijn – en ik hou toevallig wel van dat soort vrouwen – die wel carrière willen maken en er volle bak voor willen gaan, dan moet dat wel kunnen.”

Sofiane: „Jij vindt niet dat de vrouw zorgzamer hoort te zijn dan de man? Voor het kind!”

Sander: „Ik vind niet dat ze dat hóórt te zijn. Ik denk wel dat het bij de meeste vrouwen van nature zo is. Je kunt de biologie niet ontkennen. En dat is tegenwoordig al heel gevaarlijk om te zeggen. Mensen vinden dat vreselijk.”

Boussaadia is moe. Het is 23.30 uur.Hij blijft, ondanks ons verzoek, niet slapen in het hotel. „Als ik het kon, had ik het gedaan. Maar ik heb een vrouw die aan het wachten is. Ik bedoel het niet respectloos.”

Schimmelpenninck neemt een slok wijn en leunt achterover. „Die verhalen over dat de man de baas moet zijn worden nu wel teniet gedaan.”

Racist schiet zijn vriend te hulp. „Zij denken andere dingen. Dat we hier met meisjes zitten. Alles erop en eraan.”

Sander: „Dan zit er wel weinig vertrouwen zeg. Je staat toch elke keer voor tienduizenden meisjes op te treden.”

Voor Boussaadia’s vriendin is het soms best lastig dat hij zo beroemd is. „Ik zou het ook niet leuk vinden als zij elke dag berichten zou krijgen op Instagram zoals ‘jij bent echt lekker schat, mag ik je nummer’.”

We maken op verzoek van Schimmelpenninck een foto van de twee. Armen over elkaars schouders, het zouden vrienden kunnen zijn.