De zetel van de machtige Romeinse heerser Julius Caesar is eerder een kindertroon, de poten zijn afgezaagd. Toch prijkt hij hoog op het podium in het openluchttheater van het Amsterdamse Bos, waar toneelgroep Orkater als zomervoorstelling Julius Caesar van Shakespeare brengt. Imposant en nietig: dat is waar deze tragedie voor regisseur Michiel de Regt om draait.
Het decor stelt de oude stad Rome voor met zijn weidse pleinen, trappen en monumentale gebouwen. „De Romeinse tijd was megalomaan”, zegt De Regt (37). „Legers annexeerden landen ver buiten de grenzen. Maar in die grootsheid blijft de mens altijd klein, zelfs een generaal als Julius Caesar. Of edelman Brutus en zijn medestanders die de alleenheerschappij van Caesar willen breken en een complot tegen hem smeden. Ze worden net als iedereen gedreven door menselijke emoties als jaloezie, afgunst, machtswellust.”
Aanvankelijk had De Regt de voorstelling dit najaar bedoeld voor de grote zaal van de Amsterdamse Stadsschouwburg, dus in het lijsttoneel. Het Amsterdamse Bos kwam als speelplek vrij en zowel Orkater als de schouwburg zochten naar een kans om ook ’s zomers te programmeren.
De Regt: „Ik ben opgegroeid in Aalsmeer, aan de zuidkant van het bos en kwam hier vroeger vaak. Entree was gratis, acteurs gingen na afloop met de pet rond, toeschouwers namen picknickmanden mee. De voorstellingen waren spontaan, los. Maar ik wilde Julius Caesar juist sober en strak houden. Het grote podium hebben we onderstreept met een strakke vormgeving.”
Dat is wonderwel gelukt. Het ontwerp van Janne Sterke vormt een wit lijnenspel over de donkere speelvloer, met in het midden een fontein die rood water kan spuiten. Als beeld van de bloedige moord op Julius en van de andere doden. Links achter ligt een reusachtige witgipsen voet, rechts een hand. Sterke: „De hand lijkt op die van God op het beroemde fresco van Michelangelo in de Sixtijnse Kapel, waarin God aan Adam het leven geeft. Zo reikt die hand naar het publiek.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/web_2607cul-julius-caesar-002.jpg|//images.nrc.nl/EB47_Z8P_DPCrrgIU2Rijcy1lL4=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/web_2607cul-julius-caesar-002.jpg)
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/web_2607cul-julius-caesar-001.jpg|//images.nrc.nl/pzDVUodnud3shOsyErVmXWAWTs8=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/web_2607cul-julius-caesar-001.jpg)
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/web_2607cul-julius-caesar-003.jpg|//images.nrc.nl/XoFEBUH8pL-ImcZakemivtsl340=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/web_2607cul-julius-caesar-003.jpg)
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/web_2607cul-julius-caesar-005.jpg|//images.nrc.nl/OSeS5iuvWmU9lcWrW8kGU6jAfsI=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/web_2607cul-julius-caesar-005.jpg)
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/web_2607cul-julius-caesar-004.jpg|//images.nrc.nl/M0YBI-4V24Q8DlIvkFkC-Gin3sI=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/web_2607cul-julius-caesar-004.jpg)
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/web_2607cul-julius-caesar-002.jpg|//images.nrc.nl/EB47_Z8P_DPCrrgIU2Rijcy1lL4=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/web_2607cul-julius-caesar-002.jpg)
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/web_2607cul-julius-caesar-001.jpg|//images.nrc.nl/pzDVUodnud3shOsyErVmXWAWTs8=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/web_2607cul-julius-caesar-001.jpg)
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/web_2607cul-julius-caesar-003.jpg|//images.nrc.nl/XoFEBUH8pL-ImcZakemivtsl340=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/web_2607cul-julius-caesar-003.jpg)
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/web_2607cul-julius-caesar-005.jpg|//images.nrc.nl/OSeS5iuvWmU9lcWrW8kGU6jAfsI=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/web_2607cul-julius-caesar-005.jpg)
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/web_2607cul-julius-caesar-004.jpg|//images.nrc.nl/M0YBI-4V24Q8DlIvkFkC-Gin3sI=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/07/web_2607cul-julius-caesar-004.jpg)
Of de afgehakte voet in de voorstelling zal blijven, dat is op het moment van repeteren de vraag. Is die te anekdotisch of juist vervreemdend? Hoewel de tragedie naar Caesar is genoemd, vertolkt Brutus de belangrijkste rol. Shakespeare schreef het stuk in 1599. De kinderloze koningin Elizabeth I was inmiddels oud en weigerde een troonopvolger te benoemen. Shakespeare vreesde voor chaos en burgeroorlog wanneer het land stuurloos zou achterblijven.
De Regt: „Brutus is een vriend van Caesar. Hij is rechtschapen, wil het goede, heeft een groot eergevoel. Met lede ogen ziet hij dat Caesar zich ontpopt tot een absolute vorst die de democratie bedreigt. Dat is voor Brutus een dilemma. Moet hij de kant van Caesar kiezen of tegenover hem gaan staan ten behoeve van de democratie? Zijn vriendschap slaat om in vijandschap.”
Rel in New York
Onlangs was er een rel in Central Park in New York, laat De Regt weten. Daar vond een opvoering van het stuk plaats met Caesar als een niet mis te verstane verwijzing naar president Trump: diezelfde platgeduwde blonde kuif, de paarsrode stropdas, dezelfde retorische gestiek. Twee grote sponsoren trokken hun steun terug. De Regt wil niet op die manier met de actualiteit omgaan: „Het is aan de toeschouwer om de parallellen met het heden te zien, dat hoeven wij niet aan te wijzen.”
Demonstranten - waaronder degene die dit filmpje maakte - verstoren de voorstelling in New York, waarin Caesar sprekend op Donald Trump lijkt:
Toch schuilt er in Caesar iets van een ‘Trumpachtige’. De Vlaamse acteur Mattias Van De Vijver brengt de titelrol bij voorkeur hoog op de trappen die naar zijn troon leiden. Hij draagt een witte, glanzende glitterbroek. Hij danst, wiegt met zijn heupen en neemt iedereen voor zich in. Hij is een ‘rasentertainer’, zoals Van De Vijver na afloop van de repetitie zegt. „Ter voorbereiding keek ik op YouTube naar beelden van Michael Jackson, Prince en James Brown. Maar ook naar Poetin en Obama. Elke president is een showgast. Caesar is krachtig maar ook nonchalant, en daardoor des te gevaarlijker. Hij wuift het protocol weg en charmeert het volk. ‘Waarom wordt zo’n hoffelijke man omgelegd?’ vraag ik me af. Hij gokt met zijn macht en dat wekt de afgunst van Brutus en de senatoren. Als ik speel, daar op die plek, dan voel ik soms hoe de wind mijn haar even optilt, ik ben dan net zo groots als Caesar.”
Voor zowel Van De Vijver als Matthijs van de Sande Bakhhuyzen als Brutus is deze Julius Caesar allereerst muziektheater. De blazersband K.O. Brass! begeleidt de handeling. Aan de kant van Caesar zijn het vooral koperblazers als trompet, tuba, hoorn en trombone die zijn rol de klank van macht verlenen. Aan Brutus’ zijde klinken gitaar en gevoelige popliedjes. Voor Van de Sande Bakhuyzen is Brutus „een soort Hamlet: iemand met een heftige interne strijd die moet kiezen tussen vriendschap voor Caesar of liefde voor het land”.
Brutus gaat ten onder aan zijn eigen rechtschapenheid. Hij wil het goede doen maar creëert daardoor doodslag.
Uiteindelijk kiest Brutus voor het laatste en is het zijn mes dat Caesar noodlottig wordt. Caesars lichaam in de moordscène is doorstoken als ‘een speldenkussen’, zoals de regie-aanwijzing geeft. Toneelbloed waaiert uit de fontein en stroomt door het Bostheater.
Bakhuyzen: „Brutus gaat ten onder aan zijn eigen rechtschapenheid. Hij wil het goede doen maar creëert daardoor doodslag. Het is alsof hij naarmate het stuk vordert steeds meer in de afgrond kijkt. Uiteindelijk komt hij er niet uit, verliest alles en iedereen en pleegt zelfmoord. Het is voor Brutus onverdraaglijk dat het volk zich uit wraak tegen hem keert, ondanks dat hij zei: ‘Wees blij, ik heb jullie heerszuchtige koning vermoord.’”