Superrijke Chinezen moeten terug in hun hok

Protectionisme Chinese superkapitalisten mogen van hun regering niet langer investeren in voor China nutteloze – lees buitenlandse – zaken. Die strategie lijkt te werken: plannen gaan in de ijskast.

Illustratie Pepijn Barnard

Het moet de Chinese president Xi Jinping al lang een doorn in het marxistische oog geweest zijn: de geldsmijterij in het buitenland van de brutaalsten en rijksten onder de Chinese rode tycoons, die hun imperia opbouwden met spotgoedkoop, geleend geld van de Chinese staatsbanken.

Jarenlang mochten de ‘Grote Vier’ (vastgoedkolos Dalian Wanda Group, verzekeraar Anbang, technologie- en chemiereus Fosun en het conglomeraat HNA Group) hun gang gaan. Zij kochten alles op wat er op hun pad kwam: van belangen in Deutsche Bank tot Amerikaanse bioscoopketens, van Waldorf Astoria en de Hilton hotels tot voetbalclubs als AC Milan en de Wolverhampton Wanderers.

Maar de Chinese autoriteiten beginnen zich steeds meer zorgen te maken over de honderden miljarden dollars die deze financiële netwerken geleend hebben van de Chinese staatsbanken, in feite de financiële armen en voeten van de Communistische Partij.

Sinds de plotselinge ‘verdwijning’ van Anbang-topman, Wu Xiaohui, eigenaar van het Nederlandse verzekeringsbedrijf Vivat, wordt steeds duidelijker dat de Chinese leiders, inclusief de president, proberen de controle en de macht over de meest agressieve onder de Chinese deal makers te herwinnen. Aanvankelijk leek het te gaan om een nieuwe wending in de anti-corruptiecampagne, maar steeds duidelijker blijkt dat het om een schoonmaak van de financiële sector gaat.

Wu Xiaohui, topman van Anbang. Foto Reuters

Te lang vrijgelaten

De Chinese superkapitalisten, die investeerden in voor China nutteloze zaken, moeten terug in hun hok. Zij zijn naar de smaak van Xi te lang te vrijgelaten en hebben het belang van de staat uit het oog verloren.

Dat was deze week de boodschap van het Volksdagblad, de papieren en digitale megafoon van de Partij. „Het is niet wenselijk dat deze bedrijven met Chinees geld irrationele investeringen doen in buitenlandse voetbalclubs, luxueuze hotels, buitenlandse films en bioscopen. Dat levert grote risico’s op voor ons financiële systeem en moet dus stoppen. Het is beter dat zij het van ons geleende geld in China investeren in plaats van zichzelf te verrijken”, aldus de partijkrant woensdag, dat deze waarschuwing op de voorpagina boven de vouw plaatste. Normaal is dat de plek voor een foto van Xi, of een andere prominente politicus.

Xi en premier Li Keqiang hebben sinds deze maand het verkleinen van de Chinese schuldenberg – en dus van de risico’s voor het systeem – tot „topprioriteit” voor 2017 verklaard. Dat heeft vergaande gevolgen voor de vastgoedmarkt én voor de buitenlandse investeringen.

Dat werd hoog tijd, is dan ook de reactie van de meeste financiële experts – die overigens nog moeten zien wat ervan terechtkomt in een aan schulden maken verslaafd land. De totale Chinese schuld is dit jaar gestegen tot 287 procent van het bruto binnenlands product van 12.000 miljard dollar. 166 procent daarvan komt op het conto van particuliere bedrijven, die enorme schulden bij de staatsbanken hebben opgebouwd. Daar staat tegenover dat de economie weer op stoom aan het komen is, de voorraad buitenlandse deviezen weer groeit en dat de staat weinig schulden heeft in het buitenland.

Illustratie Pepijn Barnard

Anders dan zijn Amerikaanse collega Donald Trump hoeft Xi geen tweets de wereld in te slingeren als hij iets gedaan wil krijgen. Een korte toespraak over „irrationele investeringen en morele risico’s” op een besloten partijconferentie over de Chinese economie volstond om een paar maanden geleden de machinerie in werking te stellen. En een paar arrestaties van de sterren van het Chinese kapitalisme doet ook wonderen. Niet alleen Anbang-topman Wu zit vast, ook de Warren Buffett van China, miljardair Guo Guangchang van Fosun (medische technologie) uit Shanghai zit al een tijdje gevangen.

De schrik zit er goed in, want de afgelopen maanden daalden de overzeese investeringen met 45,8 procent naar 48,19 miljard dollar; het record van 178 miljard dollar in 2016 zal zeker niet geëvenaard worden dit jaar. Investeringen in buitenlandse hotels, voetbalclubs en films zijn taboe verklaard. Alleen ondernemingen die van groot strategisch belang zijn voor China mogen doorgaan met buitenlandse investeringen. En dat zijn vooral staatsbedrijven en ondernemingen, die een sleutelrol spelen bij de ontwikkeling van Xi Jinpings nieuwe zijderoutes (Een Riem, Een Weg), óf nauw betrokken zijn bij de ontwikkeling van nieuwe energietechnologie.

Lees over deze ‘nieuwe zijderoutes’, enorme investeringsprogramma’s van de Chinese overheid, ook: Alle wegen leiden naar Beijing

Gedeisd houden

Een opmerkelijk deemoedige Wang Jianlin, oprichter van vastgoedgigant Dalian Wanda, zette deze week de nieuwe toon voor de Chinese superkapitalisten. Plannen om met pretparken in de hele wereld het Disney-concern te evenaren en Hollywood te veroveren heeft hij in de ijskast gezet.

Wang Jianlin, oprichter Dalian Wanda. Foto Bloomberg

Wang heeft zijn dertien verlieslatende pretparken moeten verkopen, net als zijn 77 hotels. „Ik heb de oproep van de staat goed begrepen”, aldus een zeer bescheiden Wang maandag in het tijdschrift Caixin, de Chinese The Economist. Hij mag de op een na rijkste ondernemer van China zijn; als hij Xi Jinping ontrieft, zit hij vandaag nog op het politiebureau en niet om een kop thee te drinken.

Verzekeraar Anbang houdt zich nu ook zeer gedeisd, heeft plannen voor een beursgang van de verzekeringstak uitgesteld en wil ook het Waldorf Astoria Hotel weer verkopen. Maar de meeste aandacht gaat uit naar de snelst gegroeide onderneming van China, de HNA Group. HNA, 25 jaar geleden een kleine luchthaven op het Zuid-Chinese eiland Hainan, is een familiebedrijf dat is uitgebouwd tot een conglomeraat van 100 miljard dollar. Wie achter HNA, dat alleen in 2016 voor 40 miljard dollar aan overnames deed, schuilgaat, weet niemand precies.

Lees ook:
Geld wegsluizen uit China was nog nooit zo moeilijk

Ook de Chinese autoriteiten hebben geen greep op het concern dat eigenaar is van Deutsche Bank, de Hilton-hotelgroep en talloze andere ondernemingen die variëren van Cubaanse sigarenmakers, Californische IT-bedrijven tot de fraaiste golf-resorts in Zuidoost-Azië. HNA zei dinsdag in een verklaring dat de belangrijkste grootaandeelhouder een 30-jarige zakenman met de naam Guan Jun is, van wie de Chinese zakenpers alleen weet te melden dat hij op Harvard heeft gezeten en grote donaties doet aan zijn Amerikaanse alma mater.

HNA staat ook in de Verenigde Staten in de schijnwerpers. Anthony Scaramucci, hoofd communicatie van president Trump, wil zijn bedrijf SkyBridge Capital aan HNA verkopen. En Bank of America heeft geweigerd kredieten aan HNA te verlenen omdat het Chinese bedrijf geen details verstrekt over de eigenaren. De HNA Group is dermate schimmig dat een woordvoerder van de Amerikaanse topbank zei: „Als wij niet weten wat wij niet weten, nemen wij geen risico’s, hoe groot zij ook zijn.”

Dat zou ook gezegd kunnen zijn door president Xi Jinping, die de financiële sector gezuiverd wil zien van „piraten” zoals het tijdschrift Caixin de spelers daar noemt. Zij vormen een risico voor de staatsbanken en dus voor de partij. Het wachten is op nieuwe aanhoudingen van Chinese superrijken.

Correctie 05-03-2018: In een eerdere versie van dit artikel stond dat de overzeese investeringen daalden naar 45,8 miljard dollar. Dat moet 48,19 miljard dollar zijn en is in deze versie aangepast.