De ene crisis is bezworen, de ander wacht op het beslissende antwoord. President-commissaris Antony Burgmans van AkzoNobel (verf, chemie; 14,2 miljard euro omzet) heeft de bestuurscrisis vorige week voortreffelijk opgelost. De Belgische nieuwkomer Thierry Vanlancker, in dienst sinds vorig jaar en chef van de chemiedivisie, is topman Ton Büchner opgevolgd die is uitgevallen vanwege gezondheidsklachten.
Maar die ándere crisis, het hoogopgelopen conflict tussen AkzoNobel en een aanzienlijk deel van zijn beleggers, ettert maar door. Op donderdag vraagt de opstandige belegger Elliott, die AkzoNobel tevergeefs onder druk heeft gezet om het bedrijf te verkopen aan concurrent PPG, om een aparte aandeelhoudersvergadering met één onderwerp: het ontslag van Burgmans (1947).
Elliott heeft daar in mei ook om gevraagd bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam. Men kreeg nul op het rekest. De Ondernemingskamer kwalificeerde de beleggersrevolte toen als een probleem dat „door AkzoNobel niet genegeerd kan worden”. De top moet „zich beraden” op de manier waarop zij de relatie „met dit deel van haar aandeelhouders kan normaliseren”.
De enige manier om dit conflict uit de wereld te helpen is dat Burgmans op korte termijn zijn vertrek aankondigt. Dat is de meest logische en de meest praktische oplossing. De meest logische omdat het zelf gekozen vertrek van Burgmans tegenspeler Elliott berooft van zijn doelwit. De geldbeheerders van Elliott kunnen daarna high fives geven, de wave doen en hun ‘overwinning’ van de daken schreeuwen. Maar dan…? Dan loopt hun offensief tegen het beleid van AkzoNobel dood. Weg symbool van zelfgenoegzaamheid.
AkzoNobel moet met het vertrek van Burgmans de rechtszaal achter zich laten. Cruciale zaken domineren de agenda. Het concern heeft zijn beleggers hogere winstmarges in het vooruitzicht gesteld en de splitsing van het concern in aparte verf- en chemiebedrijven beloofd. Dinsdag kwam de eerste test met de publicatie van de cijfers over het tweede kwartaal. Later dit jaar betaalt AkzoNobel beleggers een eenmalig superdividend. In april 2018 moet de splitsing een feit zijn.
Deze splitsing betekent dat er nieuwe benoemingen in de top van die nieuwe bedrijven moeten worden gedaan. Het verfconcern AkzoNobel en het chemiebedrijf-zonder-naam moeten een eigen raad van bestuur en een eigen raad van commissarissen krijgen. Het ligt voor de hand dat de huidige commissarissen zich verdelen over de twee ondernemingen, aangevuld met nieuwkomers met een frisse en ervaren blik.
Dus is het niet meer dan logisch dat Burgmans, die, terecht of niet, door een aanzienlijk deel van de beleggerswereld wordt geassocieerd met een conflictrijk jaar, zelf niet terugkomt. Dat getuigt van de wijsheid die met de jaren komt.
Gaat het bij een zakelijk conflict met beleggers om de vent of om de tent?
Het praktische argument is dat Burgmans nu aan zijn derde en laatste termijn als commissaris bezig is. Die termijn loopt op de volgende reguliere aandeelhoudersvergadering van AkzoNobel in april 2018 af.
De president-commissaris speelt in het Nederlandse bedrijfsleven zijn rol in een college dat werkt op basis van consensus en gezamenlijke verantwoordelijkheden. Dat is het Rijnlandse model waar ondernemingen als AkzoNobel en anderen hoog van opgeven. In hun bestuursraden is de vraag wat prioriteit heeft bij een zakelijk conflict eenvoudig te beantwoorden. Gaat het dan om de vent of de tent?
Bij AkzoNobel, een bedrijf met bijna 50.000 medewerkers, van wie 5.000 in Nederland, gaat het om de tent.