Misschien is film, een op tijd gebaseerde kunstvorm, wel het beste medium om erachter te komen wat tijd nu precies is. Want we kunnen de klok nog zo goed gelijk zetten, toch blijft de tijd maar vliegen of kruipen. Misschien zijn films die over tijd gaan – tijdreizen, tijdlussen, parallelle tijden, verstoorde tijdbeleving – daarom wel zo onweerstaanbaar en zo onmogelijk tegelijk. Alsof ze weerspiegelen dat we de tijd nooit helemaal zullen begrijpen, alsof de tijd een onbereikbare liefde is.
2:22 is een variant op het idee van eeuwigdurende wederkeer in de trant van Groundhog Day of Source Code, of recentelijk Before I Fall. Ook in 2:22 moet iemand het raadsel van de tijd zien op te lossen door het ‘goede’ te doen, steeds een moment te herbeleven en herhalen, om uiteindelijk de tijd te verlossen.
In dit geval draait het om luchtverkeersleider Michiel Huisman die ontdekt dat de dingen volgens onverklaarbare patronen verlopen. Hij ziet dezelfde mensen op straat, er gebeuren steeds dezelfde ongelukken. Toeval, een schizo-breuk in de tijd? Of iets anders? Op een dag wordt hij halsoverkop verliefd op Sarah, een van die kosmisch-karmische verliefdheden op het eerste gezicht. Ondertussen moet hij ontdekken of hij met zijn gedachten de tijd kan bedwingen. Natuurlijk raakt de film zo verstrikt tussen metafysisch liefdesdrama en puzzelthriller. De tijd is ongenaakbaar.