Al Jazeera: kritisch over (bijna) alles

Al Jazeera Het is het belangrijkste tv-netwerk van het Midden-Oosten. Maar door de crisis tussen Qatar en de Arabische landen is het de vraag hoe vrij Al Jazeera kan blijven. “Het journalistieke ideaal dat ze aanvankelijk vertegenwoordigden is verdwenen.”

De studio van Al Jazeera in de Qatarese hoofdstad Doha.
De studio van Al Jazeera in de Qatarese hoofdstad Doha. Foto Fadi Al-Assaad/Reuters

In de ogen van de heersers van Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en Egypte is nieuwszender Al Jazeera uit Qatar een slang, die dagelijks via zijn programma’s een hoogst onwelkome hoeveelheid gif over het Midden-Oosten uitspuugt. Daarom eisten ze op 23 juni, als een van de voorwaarden voor het opheffen van hun economische en diplomatieke blokkade, dat Al Jazeera wordt gesloten.

Onzin, riposteerde de nieuwszender zelf direct. De kritiek van de Saoediërs en hun bondgenoten is „niets anders dan een poging de vrijheid van meningsuiting in de regio het zwijgen op te leggen”. Tot hun tevredenheid kregen de Qatarezen steun van de speciale rapporteur voor de vrijheid van meningsuiting van de Verenigde Naties, de Amerikaan David Kaye. Volgens hem zou het sluiten van Al Jazeera „een grote klap voor het pluralisme van de media” betekenen.

Op verzoek van de emir van Koeweit, die bemiddelt in de crisis tussen de Golfstaten, is het ultimatum om te reageren op de eisen van de landen, uitgesteld tot deze dinsdag.

Met dank aan de zeer diepe zakken van de emir van Qatar – het runnen van de zender kost honderden miljoenen dollars per jaar – is Al Jazeera al jaren het belangrijkste televisienetwerk van het Midden-Oosten. Het in 1996 opgerichte bedrijf heeft redacties in ruim zeventig landen en telt zo’n 3.000 medewerkers. Hoewel het aantal kijkers de laatste jaren is teruggelopen, trekt de zender er nog dagelijks miljoenen, in vooral het Midden-Oosten en Noord-Afrika.

Lees ook: Het succes en de angst voor Al Jazeera in drie fragmenten

Het is niet zozeer zijn omvang als wel de relatief hoge kwaliteit van zijn verslaggeving die Al Jazeera speciaal maakt in een regio waar men in dat opzicht niet verwend is. Alleen kritiek op de emir van Qatar en het kleine staatje zelf zullen de kijkers niet gauw horen. „Maar voor de rest schopt Al Jazeera doelbewust tegen heilige huisjes en staat kritiek toe op alles”, zegt William Rugh, voormalig Amerikaans ambassadeur in de Verenigde Arabische Emiraten en deskundige op het gebied van de Arabische media, desgevraagd in een e-mail aan NRC.

Lees ook: Al Jazeera buigt niet voor druk Arabische buurlanden

Dankzij de Arabischtalige uitzendingen van Al Jazeera kwamen grote aantallen Arabieren met toegang tot een satellietzender voor het eerst in aanraking met echte nieuwsprogramma’s van professionele, deels door de BBC getrainde journalisten en scherpe discussieprogramma’s. Vaak waren Al Jazeera-teams als eersten ter plaatse om de kijkers een aanslag of luchtaanval ergens in het Midden-Oosten in al zijn bloedige details voor te schotelen.

Maar ook de Israëlische standpunten en die van allerlei Arabische oppositiegroepen werden gebracht. Zonder terughoudendheid zond Al Jazeera na de aanslagen van 9/11 de video’s van Osama bin Laden en een interview met hem uit. De zender hanteert niet altijd dezelfde normen als westerse media. Zo spreekt Al Jazeera vaak van een ‘shaheed’, een martelaar, waar de westerse pers rept van een zelfmoordterrorist.

De Arabieren, die tot dan toe hadden moeten leven op een dieet van droge, kritiekloze nieuwsprogramma’s over de weldaden van hun heersers, smulden van al die programma’s van Al Jazeera.

Het journalistieke ideaal dat ze aanvankelijk vertegenwoordigden is verdwenen.

Hun regeringen daarentegen beschouwden Al Jazeera vanaf het begin als een subversief instituut. Al eerder eiste Saoedi-Arabië sluiting van Al Jazeera. Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en Egypte beschuldigen Al Jazeera er al lang van dat de zender veel te vriendelijk is in zijn berichtgeving over de Moslimbroederschap, die vooral in Egypte belangrijk is, en over Hamas en andere fundamentalistische groeperingen.

„De afgelopen jaren zijn de professionele normen van Al Jazeera duidelijk naar beneden gegaan, vooral in de Arabischtalige programma’s”, zegt Rasha Abdulla, die als hoogleraar massacommunicatie is verbonden aan de American University in Kairo. „Je kunt tegenwoordig aan de programma’s zien met welk land Qatar goede betrekkingen onderhoudt en met welke niet. Het journalistieke ideaal dat ze aanvankelijk vertegenwoordigden is verdwenen.” Ook Rugh erkent dat Al Jazeera de laatste jaren fundamentalisten vaak heeft gesteund. „Maar dat is op zichzelf een legitiem standpunt”, meent hij.

Lees ook: De Arabische wereld keert zich tegen dwergstaat Qatar

Arabische Lente

Feit is dat de invloed van het kleine Qatar door Al Jazeera is gegroeid, iets wat de oprichter, sjeik Hamad bin-Khalifa al-Thani, vader van de huidige sjeik Tamim, ook beoogde. Zo werd er wel geschertst dat als het ooit tot een akkoord zou komen tussen Israël en de Palestijnen er veel van zou afhangen of Al Jazeera zich er positief over uitliet. Als dat het geval was, zou de acceptatie door de Palestijnen zijn verzekerd.

Al Jazeera’s finest hour kwam tijdens de Arabische Lente in 2011. De zender berichtte uitvoerig uit de eerste hand over de protesten in landen als Tunesië, Egypte, Libië en Jemen en leverde als zodanig zelf een bijdrage aan de omwenteling in die landen, al leverde die niet de vrijheid op waarop velen hadden gehoopt.

Het enthousiasme waarmee Al Jazeera berichtte over met name de Egyptische Moslimbroederschap wekte niet alleen ergenis bij het machtige Egyptische leger onder leiding van generaal Sisi (de huidige president) maar ook bij de Saoediërs en de Emirati’s. Qatar met die irritante horzel Al Jazeera moest zijn plaats kennen.

Het is nog steeds uniek in zijn reikwijdte en omvang.

Aan hoogstaande verklaringen over persvrijheid hebben deze landen geen boodschap. Het beste werd dit misschien vorige week verwoord door de ambassadeur van de Emiraten in Moskou, Omar Ghobash, in een gesprek met The Guardian. „Wij bevorderen het idee van persvrijheid niet”, zei hij. „Waar wij over spreken is verantwoordelijkheid in wat men zegt.” Wat dat betekent, weten de inwoners van Emiraten sinds een paar weken: wie in dat land de moed heeft nog iets positiefs te zeggen over Qatar riskeert een gevangenisstraf van vijftien jaar.

Lees ook: Geen diepvrieskip, melk of water meer in Qatar

Einde zou hard aankomen

Het is moeilijk voorspelbaar hoe de hoogopgelopen crisis tussen Qatar en zijn tegenstanders afloopt. Mogelijk zal Al Jazeera zijn berichtgeving op last van de emir moeten aanpassen. Bijna niemand rekent op volledige capitulatie van de emir. Door concessies in zijn berichtgeving zou het toch al gedaalde aantal kijkers verder kunnen dalen. Dat is deels te wijten aan de sociale media, maar ook aan concurrerende netwerken – onder meer het door de Saoediërs gesteunde Al Arabiya en Sky News Arabia. Sommige kijkers zijn ook teleurgesteld over de steun voor de Moslimbroederschap en radicale groepen in Syrië, die er wel erg dik op lag.

Maar een einde aan Al Jazeera zou desondanks hard aankomen in de regio. Ook Abdulla, hoe kritisch ook over Al Jazeera, wil niet dat het wordt gesloten. Zoals Rugh constateert: „Het is nog steeds uniek in zijn reikwijdte en omvang en in zijn vermogen een Arabisch publiek te beïnvloeden.”