Bitterarm Noord-Korea, er is weinig van te merken op de 20ste Pyongyang International Spring Fair, waar verzorgd geklede Noord-Koreanen hun dollars en renminbi’s uitgeven aan mode en elektronica. „Volgens mij groeit de Noord-Koreaanse economie ondanks de sancties”, stelt de Iraanse zakenman Saeed Sarabi Daryani, die hier op de grootste en drukst bezochte beurs van Noord-Korea de heerlijkste chocolade én kankermedicijnen verkoopt.
De Iraniër herkent de verbazing van de buitenlandse journalist. „Echt waar, het gaat hier beter, ik zie het aan onze omzetten die stijgen. Het verbaasde mij ook heel erg toen ik hier vorig jaar voor het eerst kwam.” In het in Sovjet-architectuur opgetrokken expo-gebouw in Pyongyang maakt Noord-Korea een minder gesloten en geïsoleerde indruk dan het beeld dat in de internationale media van de Democratische Volksrepubliek Korea is ontstaan. Het is ook de plek waar snel duidelijk wordt dat de jarenlange, vrijdag aangescherpte sancties ten spijt, het land nog niet op instorten staat.
De duizenden Noord-Koreanen die hier langs de stallen van 300 binnen- en buitenlandse importeurs schuifelen en met grote dozen de beurs verlaten, vertellen een genuanceerder verhaal. Persoonlijk contact is echter niet mogelijk op dit door functionarissen van het ministerie van Buitenlandse Zaken begeleide bezoek.
Mijn baas zou mij niet hier naartoe sturen als ik hier niets voor hem zou verdienen
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/06/web_0107zateco_1.jpg|//images.nrc.nl/uXYwptAkzXgd0ZAWiczTnLCdQ8c=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/06/web_0107zateco_1.jpg)
In hun antwoorden gaat het vaak om hard werken, sportprestaties en een groot gezien stichten, maar ze brengen het gesprek altijd snel op hun dienstbaarheid aan ‘grote leider’ Kim Jong Un.
Wong Maye-E / AP
Importeur van rijstkokers en citruspersen Huang Jin uit Beijing bevestigt het relaas van zijn Iraanse collega. „Ik kom hier nu vijf jaar en de laatste twee jaar stijgen mijn verkopen. Mijn baas zou mij niet hier naartoe sturen als ik hier niets voor hem zou verdienen”, zegt hij met een vet Beijings accent.
Als twee verzorgd geklede dames van middelbare leeftijd bij de Iraniër hun tassen met labels van Gucci hebben volgestopt met medicijnen, rekenen zij af in dollars. „Bijna niemand betaalt in waardeloze Koreaanse wons, iedereen betaalt met renminbi’s, dollars of euro’s”, vertelt Daryani. Verderop raakt Huang Jin snel door zijn voorraad huishoudelijke elektronica heen. Noord-Koreanen kunnen bij hem ook terecht voor zonnepanelen en auto’s die hij op bestelling levert. „Alleen als zij vooraf het volledige bedrag betalen”, zegt Huang een week later in Beijing. Uiteraard het liefst in renminbi’s.
Export van mineralen
Waar de buitenlandse deviezen vandaan komen in het land dat hermetisch afgesloten heet te zijn, weet hij niet. Zeker is dat de export van mineralen naar China een bron van inkomsten is. Daarnaast werkt een onbekend aantal Noord-Koreanen in China, Rusland, Zuid-Oost-Azië en Europa. Zij sturen verplicht de opbrengsten naar huis, volgens nieuwe schattingen goed voor 1 miljard dollar per jaar. En er wordt natuurlijk volop gesmokkeld. Volgens het Amerikaanse Center for Strategic and International Studies werden de sancties alleen al tussen 2012 en 2014 voor dik 2 miljard dollar ontdoken.
Minder bekend is dat de Noord-Koreaanse economie sluipenderwijs en stiekem wordt hervormd. Daar zijn de meeste Korea-experts in China en Zuid-Korea het inmiddels over eens. „De Noord-Koreaanse economie groeit weer sinds een paar jaar”, schrijft de Russische Korea-expert Andrei Lankov op de gezaghebbende website NKNews.org. Professor Lankov doceert Koreaanse studies aan de Kookmin Universiteit van Seoul en geldt als dé expert op het gebied van het Koreaanse schiereiland. Of de groei zal aanhouden, betwijfelt hij overigens zeer. Een combinatie van politieke onwil, bureaucratie, onkunde en corruptie zal er op termijn toe leiden dat het kleine land met nog geen 24 miljoen inwoners weer vastloopt.
„Maar je ziet duidelijk dat het land en het regiem niet zijn ingestort, de gemiddelde levensstandaard is zelfs hoger dan in de jaren tachtig van de vorige eeuw”, denkt ook de Nederlandse zakenman Paul Tjia, die vaak in Noord-Korea komt.
Jaarlonen
Betrouwbare statistieken in Noord-Korea is een oxymoron. De meest gezaghebbende schatting is van de Zuid-Koreaanse Centrale Bank die denkt dat er sprake is van een groei van 1,5 tot 3 procent per jaar sinds 2011. De gemiddelde jaarlonen in het land met gratis huisvesting, onderwijs en medische zorg zouden in vijf jaar gestegen zijn van ongeveer 1.000 naar 1.500 dollar.
Auto’s en medicijnen
„Het is groei in slow-motion”, aldus Lankov. „In het verborgene is Noord-Korea aan het hervormen, je ziet steeds meer handel, steeds meer auto’s, je ziet steeds meer reclame en er ontstaan steeds meer kansen op het gebied van textiel, medicijnen en toerisme”, aldus Tjia in een Pyongyangs biercafé waar later op de avond drie Nederlandse toeristen neerstrijken. Drie welgestelde Brabanders die ieder jaar zonder hun echtgenotes op vakantie gaan naar „moeilijke landen”.
Het zijn vooral Chinese ondernemers die de kansen grijpen in het land van Kim Jong-un, de grote leider, lijkt het. De nieuwste modellen van Chinese automerken vormen voor de handelsbeurs files. Alle nieuwe taxi’s in de hoofdstad zijn van Chinese makelij, zelfs de nummerplaten hebben dezelfde blauwe kleur als in China. In iedere fabriek is de machinerie van Chinese herkomst en vracht wordt in Noord-Korea vervoerd met Sino-trucs.
Chinese handel
Feit is dat de handel met China is gegroeid van ruim een half miljard dollar in 1995 naar 5,5 miljard dollar in 2016. Dat blijkt uit de meest recente cijfers van de Chinese douane en de Wereldhandelsorganisatie WTO. Vergeleken met de Chinese handel met Zuid-Korea ter waarde van 44 miljard dollar per jaar stelt het niks voor, maar het is toch genoeg om de levensstandaard in de steden te verbeteren.
En ook de stemming. Op de Pyongyangse beurs – met het internationale filmfestival, de luchtvaartshow en de boekenbeurs een van de weinige internationale evenementen in de hoofdstad – heerst een ontspannen sfeer.
Kinderen lebberen aan lolly’s en ijsjes en kijken begerig naar het speelgoed bij een van de handelaren uit China. Groepen jongeren hangen bij de stallen met nieuwe mobiele telefoons, computerspelletjes en tv’s. Waarom je in het land met vier kanalen die uitsluitend propaganda uitzenden een platte tv van 2.000 euro zou moeten kopen, is trouwens een raadsel. En de dvd’s gaan uitsluitend over de heroïsche strijd tegen de erfvijand, Japan.
Strafmaatregelen
De Iraniër Daryani vertelt dat hij van de sancties weinig last heeft, de meeste producten die hij verhandelt vallen niet onder de strafmaatregelen tegen het regiem van Kim Jung-un. Dat geldt nadrukkelijk niet voor de elektronica die hier op de beurs ook in ruime mate te koop is, vooral in de stallen van de Chinezen en de Viëtnamezen.
Dat niet alle handelaren goede zaken doen, blijkt bij de grote tent van Lifan uit Chongqing, de grootste fabrikant van brom- en motorfietsen van Azië. Benzine is hier zo schaars en duur dat bijna geen enkele Noord-Koreaanse familie zich eigen gemotoriseerd vervoer kan permitteren.
Onder de meerderheid van Chinese en Zuid-Koreaanse experts is er ook consensus ontstaan over de groei op het platteland. „Er wordt nergens meer honger geleden en de uitbarstingen van tbc en malaria zijn onder controle”, aldus Lankov.
Aftandse tractoren
Maar de periode van ontbering – de jaren negentig van de vorige eeuw, na de ineenstorting van de Sovjet-Unie – heeft duidelijk zijn sporen achtergelaten. De wegen buiten de steden zijn slecht, boeren bewerken het land met de hand of met ossen en aftandse tractoren. De nieuwbouw vindt niet alleen plaats in Pyongyang. Dorpen op weg naar het Wonsan en de grens met Zuid-Korea worden zichtbaar vernieuwd en voorzien van zonnepanelen.
Vraag in Pyongyang naar bevestiging van de nieuwe trends in het armste land van Oost-Azië en je krijgt ontwijkende antwoorden. De officiële media zwijgen daarover. Gebruik van de term ‘hervorming’ is simpelweg taboe, want dat impliceert kritiek op het Juche-systeem. Juche (zelfvoorzienend) is de officiële ideologie van grondlegger en ‘eeuwige president’ Kim Il-sung. Deze Kim, de grootvader van de huidige leider Kim Jong-un, maakte daarbij gebruik van de belangrijkste ideeën van Marx, Lenin en Mao voor de inrichting van de planeconomie.
Aanwas van softwarebedrijven
Door de sancties én het falen van de planeconomie is het regiem gedwongen de koers te veranderen, maar het wil dat uit vrees voor de politieke gevolgen onder geen beding openlijk toegeven, denkt Lankov. Hoe dat in de praktijk uitpakt blijkt uit de groei van het aantal particuliere restaurants in de hoofdstad en de aanwas van softwarebedrijven die werken voor ondernemingen in China. Zelfs enkele kolenmijnen zouden zijn geprivatiseerd. En boeren mogen tegenwoordig minstens 30 are van hun land voor eigen gebruik en handel bewerken.
„In naam zijn een groot aantal bedrijven nog van de staat, maar in werkelijkheid zijn ze inmiddels over gegaan in privé-handen”, aldus Lankov. De meeste handelsbedrijven op de Pyongyangse beurs zijn eigendom van particulieren, vaak familieleden van hooggeplaatste partij-functionarissen en legerofficieren. Het is in China niet anders.
Juiste vergunningen
Op het ogenblik smeden vijf jonge ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken plannen voor de oprichting van het eerste particuliere fietsenverhuurbedrijf. „Wij hebben de goede connecties om de juiste vergunningen te krijgen”, vertelt één van hen, die niet met zijn naam in de krant wil. Zijn vader behoort tot het Noord-Koreaanse corps diplomatique en is lang gestationeerd geweest in Egypte, het land dat aan Noord-Korea rakettechnologie en mobiele telefoonsystemen heeft geleverd.
De eerste fietsenstalling met huurfietsen in opgewekte kleuren is net opgeleverd, maar staat er bij het Kwangbok-warenhuis nog wat eenzaam en ongebruikt bij. Het idee is duidelijk gepikt uit Shanghai en Beijing en het is niet duidelijk of het project onderdeel is van de propaganda voor buitenlandse bezoekers.
Onze echte macht valt niet te berekenen met cijfers en is niet uit te drukken in een index en een statistiek. Onze echte macht is het vermogen van onze dierbare leider en voorzitter van de partij om het volk tot een eenheid te smeden en het land te normaliseren
Wie in gesprek met Noord-Koreaanse economen aandringt op cijfers en feiten krijgt eerst bij wijze van rituele dans het eerbetoon aan ‘de grote leider’. „Onze echte macht valt niet te berekenen met cijfers en is niet uit te drukken in een index en een statistiek. Onze echte macht is het vermogen van onze dierbare leider en voorzitter van de partij om het volk tot een eenheid te smeden en het land te normaliseren”, zegt dr Kim San-ha van het Economisch Instituut van de Academie voor Sociale Wetenschappen.
Pas na enig aandringen erkent Kims collega dr Kim Hun-ho dat China een hoofdrol speelt in iedere ontwikkeling van de Noord-Koreaanse economie. Dat ligt zeer gevoelig. Beiden landen heten als ideologische geloofsgenoten bondgenoten en vrienden te zijn, maar in werkelijkheid zijn de verhoudingen slechter dan ooit. China kijkt neer op Noord-Korea en stoort zich aan de nucleaire provocaties van de Kims. Noord-Korea vreest dat China op enig moment de economische navelstreng afbindt om het regiem te dwingen de koers te verleggen.
„Het is waar dat onze afhankelijkheid van China groot is. Dat is de oorzaak van de groei en tegelijkertijd onze Achilleshiel”, zegt Kim Hun-ho. De Noord-Koreaanse industrie is grotendeels afhankelijk van Chinese olie en de Juche-staat kan niet zonder de inkomsten van de export van kolen, ijzers en koper naar het grote buurland.
De Chinese dreiging de oliekraan dicht te draaien als Kim Jong-un voor het grote partijcongres van de Communistische Partij van China een kernproef doet, blijkt diepe indruk te hebben gemaakt. Het bewijs daarvan is een woedend artikel in de partijkrant Rodong Sinmun, waarin China weggezet wordt als lakei van de VS.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/06/web_0107zateco_2.jpg|//images.nrc.nl/ZET1vvV1ZadwY1b-xflumBt8A1M=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/06/web_0107zateco_2.jpg)
Zonnekoning
Daarom ligt de vraag waarom Noord-Korea decennia geleden niet het voorbeeld van China heeft gevolgd door de deuren naar de Aziatische tijgers (Japan, Zuid-Korea en Taiwan) en het westen te openen. Kim Il-Sung, nog steeds de diep vereerde zonnekoning, was echter bang dat er smerige vliegen – kapitalisten – naar binnen zouden komen, legt Kim San-ha uit.
Toch wil deze econoom niet de indruk wekken dat daarmee het denken is gestopt. „De wereld denkt misschien dat wij alle aspecten van het kapitalisme verkeerd vinden. Dat is helemaal niet zo. Sommige aspecten van het kapitalisme kunnen en willen wij heel graag gebruiken, maar dat is door de sancties onmogelijk”, zegt hij.
Dat de sancties nooit opgeheven zullen worden als het regiem niet onmiddellijk de ontwikkeling van kernwapens en lange-afstandsraketten staakt, weet hij ook. „Dat gebeurt nooit. Wij hebben al zeventig jaar met sancties te maken, daar kunnen nog wel 700 jaar bij”, zeggen de twee economen eendrachtig. Dat klinkt in Pyongyang, waar druk gebouwd wordt en inmiddels ook het eerste Italiaanse restaurant is geopend, opeens onverwacht geloofwaardig.