Pleegkinderen hebben we niet zo graag meer in huis

Daling pleeggezinnen Het animo voor pleegouderschap neemt af. Kinderen moeten dus vaker naar een ander gezin of een andere stad.

Getty Images/iStockphoto

Het aantal pleeggezinnen in Nederland neemt voor het eerst sinds vijf jaar af. Omdat de vraag naar pleegzorg aanhoudt, wordt het steeds moeilijker kinderen te plaatsen. Dat zegt Pleegzorg Nederland, het samenwerkingsverband van 28 pleegzorgaanbieders en onderdeel van brancheorganisatie Jeugdzorg Nederland, op basis van nieuw verschenen jaarcijfers.

Nu al moeten kinderen door het dalende aantal pleegouders steeds vaker genoegen nemen met een plek in een gezin buiten de eigen gemeente. Of kinderen kunnen niet in een pleeggezin terecht voor de duur die eigenlijk nodig is, zodat ze van gezin naar gezin moeten verhuizen. Ook wordt het steeds lastiger om broertjes en zusjes samen te plaatsen, en is er een tekort aan pleegouders voor kinderen ouder dan tien.

Eind 2016 verbleven bijna 18.300 kinderen bij pleegouders, 350 meer dan een jaar eerder. Het aantal nieuwe pleeggezinnen daalde vorig jaar juist, met 450 – een daling van 15 procent.

De daling is opvallend: Rijk en gemeenten streven sinds een aantal jaren juist expliciet naar een groter aanbod van pleegzorg. Zij verkiezen voor kinderen die niet langer thuis kunnen wonen een pleeggezin boven een residentiële instelling. Immers, zoals het wordt geformuleerd in de memorie van toelichting van de Jeugdwet (2015), „een pleeggezin kan het kind een zo natuurlijk mogelijke vervangende opvoedsituatie bieden”. Gemeenten – sinds 2015 verantwoordelijk voor de jeugdhulp waaronder de pleegzorg – besteden daarom minder geld aan bedden in residentiële instellingen, en meer aan aanbieders van pleegzorg en andere gezinshulp dichter bij huis.

Maar de animo voor het pleegouderschap neemt af. Een landelijke campagne in het najaar van 2015 om nieuwe pleegouders te werven – ‘Supergewone mensen gezocht’ – leidde weliswaar tot drukker bezochte informatiebijeenkomsten over pleegzorg, maar de grote meerderheid van die pleegouders in spe zag alsnog af van het echte werk. In cijfers: tegenover ruim 2.500 extra belangstellenden stond in 2015 een afname van het aantal nieuwe pleegouders met 165.

De intensiteit van de pleegzorg schrikt velen af, volgens Pleegzorg Nederland. Zo staan de zogenoemde deeltijdpleegouders onder grotere druk. Die tak van pleegzorg is bedoeld voor kinderen die nog thuis bij hun eigen ouders wonen: gedurende een deel van de week of bijvoorbeeld één weekeinde per maand logeren zij bij pleegouders, om de eigen ouders te ontlasten. Een uithuisplaatsing kan zo worden voorkomen. Sinds de decentralisatie van de jeugdzorg van 2015 is het voorkomen van uithuisplaatsingen een belangrijker doel. Het beroep op deeltijdpleegouders is daardoor groter geworden, aldus Pleegzorg Nederland: een kind komt bijvoorbeeld niet één maar twee weekends per maand logeren. „Veel pleegouders willen of kunnen dit niet bieden.”

De resultaten van een onderzoek naar de precieze oorzaken voor het dalende animo aan pleegzorg worden later dit jaar verwacht.