‘De Kinderen van Juf Kiet’ toont veerkracht van vluchtelingenkinderen

Zap Nee, ‘De Kinderen van Juf Kiet’ gaat niet over de succesrijke assimilatie van een klas vluchtelingenkinderen. Het gaat over beschadigde kinderen met een bijna onvoorstelbare veerkracht, mits je ze netjes en liefdevol behandelt.

Jorj in ‘De Kinderen van Juf Kiet’ (2DOC/KRO-NCRV).
Jorj in ‘De Kinderen van Juf Kiet’ (2DOC/KRO-NCRV).

Tijdens de triomftocht van de documentaire De Kinderen van Juf Kiet (2DOC/KRO-NCRV), die na de première op IDFA tegen de 40.000 bezoekers naar de filmtheaters trok, hoorde ik vooral dat het een film was over de assimilatie van vluchtelingenkinderen. Als je ze maar goed en consequent van onze normen en waarden doordringt, dan komt het wel goed met hun toekomst.

Ik zag een heel andere film. Om te beginnen was ik blij met de toelichting van de regisseurs, het echtpaar Petra Lataster-Czisch en Peter Lataster, in Het Gesprek aan de Keukentafel (VPRO) met Daphne Bunskoek. Hun opzet was een film over het belang van het ambacht van onderwijzer, over Bildung (waar geen goed Nederlands woord voor bestaat, maar dat meer behelst dan onderwijs alleen) op een basisschool. Bij toeval hoorden ze over de reputatie van Kiet Engels, die met grote toewijding op een basisschool in het Brabantse Hapert een schakelklas voor migrantenkinderen les geeft.

Bij een documentaire over een schoolklas en een bezielde leerkracht, denk je snel aan Être et Avoir (Nicolas Philibert, 2002) over een dorpsschool met slechts een enkele klas in de Auvergne. Maar daarin was de onderwijzer de echte ster. Van Juf Kiet (tegen de twee meter) zien we vooral haar benen, met uitzondering van een proloog en een epiloog als ze alleen in de klas is. Pas als ze door de knieën gaat om met kinderen te praten, krijgen we haar gezicht in beeld.

De film van de Latasters, die al ruim een kwart eeuw bewogen films maken over intense onderwerpen als couveusekinderen, de naderende dood van een geliefde of een schoolreünie in de voormalige DDR, kiest consequent het perspectief van de kinderen. Ooghoogte en lang aangehouden shots die pas na heel lang wegsnijden van de personages; dat doet denken aan het werk van de Japanse grootmeester Yasujiro Ozu. Hij had ook een praktische reden, namelijk dat er in Japanse huizen veel op de grond gezeten wordt, maar zijn stijl gaf ons de gelegenheid om de mensen in de ziel te kijken, omdat de nadruk lag op hun blikken en gedachten, en minder op hun acties.

Ik denk dat het succes van De Kinderen van Juf Kiet ook valt te verklaren uit een behoefte aan beelden met meer reliëf, aan observaties zonder uitleg of duiding, zoals tv denkt dat het hoort. Het Geheime Leven van Zesjarigen (EO) is bijvoorbeeld een heel aardig programma, maar je krijgt snel genoeg van het permanente benoemen van sociaal-psychologische processen door twee deskundigen.

‘Buiten boem boem’

Wat we in de klas van juf Kiet zien, is een snelle ontwikkeling in hoofd en hart van kinderen met een beladen geschiedenis. Als ze in de klas zitten te gapen, dan heeft dat met enge dromen te maken, vertellen ze schoorvoetend. Jorj, een grimassende clown met opvallende bril, vertelt dat ze in Syrië niet meer naar school konden, want „buiten boem boem”. Het mooiste moment is als juf Kiet hem aanmoedigt naar zichzelf in de spiegel te kijken, wat voor leuke jongen daar staat. Hij kan het nauwelijks opbrengen.

Het is ook een film over engelengeduld en het belang van positieve aandacht, die in korte tijd wonderen kan verrichten. Maar dat geldt voor alle kinderen, of ze nu uit een burgeroorlog komen of een vechtscheiding.

En ja, ze leren wat de betekenis is van Sinterklaas en Zwarte Piet, en zien na enige tijd het belang in van „niet Arabisch praten in de klas”. Maar ik zag een film die vooral ging over beschadigde kinderen met een bijna onvoorstelbare veerkracht, mits je ze netjes en liefdevol behandelt.