Jongeren beginnen later met seks dan vijf jaar geleden. In 2012 had de helft van de jongeren in Nederland met 17,1 jaar geslachtsgemeenschap gehad, nu is dat 18,6 jaar. Ook andere seksuele handelingen, van strelen tot orale seks, doen jongeren minstens een jaar later. Zo had de helft van de jongeren vijf jaar geleden met 14,4 jaar wel eens gezoend en in 2017 met 15,8 jaar.
Dat blijkt uit het onderzoek Seks onder je 25ste van Rutgers, kenniscentrum seksualiteit, en Soa Aids Nederland dat dinsdag verschijnt. Het gaat om een representatieve digitale steekproef voor jongeren van 12 tot 25 jaar, waaraan 20.500 jongeren meewerkten, volgens de onderzoekers. Het onderzoek werd naast 2012 ook in 2005 uitgevoerd: tussen de eerste twee rapporten waren nauwelijks verschuivingen in het seksuele gedrag van jongeren zichtbaar, in het derde veel meer.
„Het verschil is opvallend groot”, zegt onderzoeker Hanneke de Graaf (46) van Rutgers. „Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat jongeren het tegenwoordig drukker hebben met school, sport en media en daarom minder aandacht en interesse hebben voor seksualiteit.” Van de jongeren die geen seks hebben, vindt verder 46 procent van de jongens en 59 procent van de meisjes zichzelf te jong, staat in het onderzoek. Mogelijk is de seksuele norm onder jongeren veranderd, staat in het rapport.
Jongeren praten ook minder met hun vrienden en ouders over seks en gaan minder op zoek naar informatie dan vijf jaar geleden, met name in boeken en tijdschriften.
Mogelijk is hierdoor de seksuele kennis onder jongeren verder achteruit gegaan. In 2012 wist bijvoorbeeld 32 procent van de jongens en 24 procent van de meisjes niet dat bepaalde soa’s kunnen leiden tot onvruchtbaarheid. Nu gaat het respectievelijk om 43 procent en 32 procent.
Het is zorgwekkend, vindt De Graaf. Een mogelijke oplossing ligt in een verbetering van de seksuele voorlichting op scholen: die beoordelen jongeren nu met het cijfer 5,8 en in 2012 nog met een 6,6.
Seks is nu belangrijker
Tegelijkertijd zegt een groter deel van de seksueel ervaren jongeren seks belangrijker te vinden dan in 2012. En de gevoelens die jongens en meisjes bij seks hebben, zijn dichter bij elkaar komen te liggen: 94 procent van de jongens en 90 procent van de meisjes vindt seks fijn en voelt zich opgewonden. De Graaf: „Ze genieten ongeveer evenveel van seks. Dit hadden we niet verwacht. Vaak blijkt namelijk uit onderzoek dat vrouwen minder genieten van seks dan mannen.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/03/data9726068-fb5b11.jpg)
Meisjes zijn wel onzekerder dan jongens over hun lichaam en prestaties in bed (één op de drie meisjes is onzeker over haar buik) en meisjes hebben ook vaker last van seksuele problemen. Een op de vijf meisjes komt (bijna) nooit klaar; een op de tien heeft daar behoorlijk last van.
Het aantal jongeren dat te maken krijgt met ‘seksueel grensoverschrijdend gedrag’ is iets afgenomen. Toch blijven de cijfers zorgelijk, volgens De Graaf: 2 procent van de jongens en 11 procent van de meisjes is ooit gedwongen tot seksuele handelingen. In 2012 was dit 4 en 17 procent.
„We hebben dit keer ook verder doorgevraagd omdat grensoverschrijdend gedrag een breed begrip is. Het blijkt dat 24 procent van de meisjes die seks tegen hun wil heeft gehad hierbij geweld heeft ondervonden.”
Vaste relatie door Tinder
Een nieuwe ontwikkeling is de invloed van online media op het seksuele gedrag van jongeren. Ongeveer de helft van de 18-plussers gebruikt wel eens een datingapp, maar dit leidt slechts bij 15 procent van de jongens en 12 procent van de meisjes tot een afspraakje. Bij 12 procent van de jongens en 8 procent van de meisjes eindigt dit afspraakje tussen de lakens.
Opvallend is dat afspraakjes via Tinder – waarbij je op basis van foto’s mensen wegveegt of contact kunt zoeken – in meer dan de helft van de gevallen tot een vaste, monogame relatie leiden. Bij homo- en biseksuele jongeren wordt een datingapp vaker gebruikt voor seks. Bijna de helft heeft van deze groep het afgelopen half jaar seks gehad met iemand die ze online hebben ontmoet.
Jongeren sturen ook vaker een naaktfoto of seksfilmpje van zichzelf door. Van de jongens doet 13 procent wel eens aan ‘sexting’ (dubbel zoveel als vijf jaar geleden), bij meisjes gaat het om 12 procent (een verdrievoudiging). De Graaf: „Over het algemeen heeft dit geen negatieve gevolgen en ervaren jongeren dit als leuk. Bij een relatief kleine groep, twee procent van de jongens en één procent van meisjes, wordt een foto of video doorgestuurd naar derden. Dit wordt als zeer vervelend ervaren.”
Homoseksualiteit
Het afkeuren van homoseksualiteit is sterk afgenomen. Vijf jaar geleden keurde de helft van de jongens en een kwart van de meisjes het af als mannen op straat zoenen, nu is dat aandeel gehalveerd. Toch werden twee op de vijf homo- of biseksuele jongens in het afgelopen jaar uitgescholden wegens hun seksuele voorkeur en is een op de negen wel eens geschopt of geslagen.
Dit jaar werd voor het eerst ook onderzocht in welke omstandigheden jongeren de eerste keer seks met iemand van hetzelfde geslacht hebben. De Graaf: „Bij heteroseksuele jongens beleeft driekwart de eerste keer met een vaste partner. Bij homoseksuele jongeren zien we het tegenovergestelde: het is vaker ongepland en met een losse partner of onbekende.”
Naschrift (26 juni 2017): In overleg met de betrokkene is de achternaam en foto van Mattia uit dit bericht verwijderd [red.].