Het huis stond in brand. Voor het grootste energiebedrijf van Duitsland dreigde plotseling de ondergang. In 2011 werd RWE, het toenmalige moederbedrijf van het Nederlandse Essent, hardhandig wakker geschud. De regering-Merkel had na de kernramp in het Japanse Fukushima besloten dat Duitsland ging stoppen met kernenergie. Bovendien kelderde de stroomprijs. De kolen- en gascentrales konden de concurrentie niet aan met de groene stroom die overal in Duitsland, sterk gesubsidieerd, werd opgewekt in het kader van de Energiewende – de overgang van fossiele brandstof naar duurzame energie.
Bij elkaar was dat rampzalig voor het honderd jaar oude RWE. Er moesten miljarden worden afgeschreven op de centrales die conventionele stroom opwekten. Banken en beleggers keerden zich af van de Duitse energiereus. Ook voor de nieuwe, ‘groene’ activiteiten kwam geen geld meer beschikbaar, vertelt de Nederlander Peter Terium, toen topman van RWE en nu van het groene, inmiddels afgesplitste onderdeel Innogy.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/06/1411zatecopeterterium.jpg)
„De geldschieters waren bang”, zegt Terium als hij even een middag in Den Haag is, „dat iedere euro die naar ons toe ging zou verdwijnen in de pot van mevrouw Merkel – om de kerncentrales af te breken of het afval op te slaan. RWE stond met zijn rug tegen de muur. Er zat niet anders op dan te splitsen”.
Dat gebeurde vorig jaar. Duurzame opwekking van energie, de netwerken voor transport en distributie van stroom en gas én de diensten aan klanten – zoals Essent en Energiedirect in Nederland – werden losgemaakt van RWE en apart gezet in een nieuw bedrijf met de naam Innogy. Bijna een kwart van de aandelen van deze groene tak werd in oktober naar de beurs gebracht.
„Het was de grootste beursgang in Duitsland sinds 2000”, zegt Terium trots. Zijn plannetje lijkt te hebben gewerkt. Er werd 5 miljard euro opgehaald, het nieuwe bedrijf kreeg een marktwaarde van rond de 20 miljard, en werd daarmee het meest waardevolle Duitse energiebedrijf. Het aandeel Innogy staat sindsdien stabiel op een koers rond de 36 euro.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/06/peter-terium-innogy.jpg|//images.nrc.nl/Ti8qr7c2WAuqqRfvu3uGo89U91U=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/06/peter-terium-innogy.jpg)
Peter Terium (links) als bestuursvoorzitter van RWE in januari 2016, met zijn voorganger bij Innogy, Hans Buenting. Foto Marius Becker/EPA
Terium, die als topman van RWE strak in het pak gekleed ging, draagt als baas van Innogy een poloshirt met lange mouwen. De vergaderingen met stugge aandeelhouders, vooral gemeenten en lokale overheden die primair in het dividend geïnteresseerd waren, hebben plaatsgemaakt voor brainstorms over technologische innovatie met start-ups. De wereld van de grote energiebedrijven, cruciaal voor het dagelijks leven van burgers, bedrijfsleven en de hele samenleving, ondergaat in hoog tempo revolutionaire veranderingen.
Zo wil Teriums Innogy de ‘prosument’ bedienen, de afnemer van energie die ook zélf energie opwekt, en dus producent en consument tegelijk is. „De klant van de toekomst heeft een zonnepaneeltje op het dak en een batterij in de kelder. Als de zon niet schijnt haalt hij zijn stroom uit die batterij en pas als die batterij leeg is, wil hij stroom van het net.” Dat betekent voor energiemaatschappijen een heel andere klantrelatie.
Nieuwe relatie
Tegelijk moet Innogy ervoor zorgen dat er voldoende stroom op het net is om plotselinge uitval of toename van het aanbod op te vangen: een nieuwe relatie dus ook tussen de opwekking van energie en het netwerk. „Dat moet digitaal, handmatig lukt dat niet meer. Je hebt heel veel meetpunten nodig, big data en kunstmatige intelligentie.”
De komst van elektrische auto’s maakt het allemaal nog veel gecompliceerder. „Ik geloof dat we daarmee kort voor een doorbraak staan. Ik weet niet of die eind dit jaar komt, begin volgend jaar of het jaar daarna, maar het gaat niet lang meer duren. The writing is on the wall. Dat gaat een enorme dynamiek in het systeem brengen: om een auto op te laden heb je meer stroom nodig dan een heel huishouden. Innovatie, nieuwe technologie, digitalisering en nieuwe zakelijke modellen gaan voor ons een heel belangrijke rol spelen.”
Om een auto op te laden heb je meer stroom nodig dan een heel huishouden. Dat gaat een enorme dynamiek brengen
Terium voelt zich als een vis in het water in de nieuwe omstandigheden, maar kunnen de 42.000 andere werknemers ook meekomen? De cultuuromslag is gigantisch: de ‘energieambtenaren’ van het verleden moeten de creatievelingen van de toekomst worden.
Van de noodzaak hoeft hij zijn mensen niet meer te overtuigen, de ‘Existenzkrise’ die in 2011 zichtbaar werd, heeft als een schok gewerkt en de zaak in beweging gezet. „We moeten de innovatie nu alleen nog de juiste richting op sturen. Als dat een bedrijf als Innogy lukt, maakt dat meteen het verschil”.
Terium trekt een vergelijking tussen een vloot speedboten en een supertanker die de bocht om gaan. „Er is een mooie Harvard-studie die laat zien dat van de speedboten maar 60 procent de bocht om gaat. De rest vliegt alle kanten op, je houdt die boten niet bij elkaar. Die tanker gaat langzamer, maar als die omgaat, gaat ook alles mee.” Bovendien brengt de tanker ook meer massa met zich mee, stelt hij. „We zien bij de Energiewende, de energietransitie, dat er een aantal dingen moet gebeuren die een kleine speler in zijn eentje niet voor elkaar krijgt.”
Hij noemt IBM als voorbeeld, een groot bedrijf dat heeft bewezen dat het zich kan aanpassen als het moet. „Die zijn begonnen met het maken van ponskaarten – wat ze nu helemaal niet meer doen. Vervolgens zijn ze main frames gaan bouwen, en toen kwamen de pc’s. Nu is IBM een bedrijf dat nog steeds main frames bouwt en runt, maar dat ook software doet, en consultancy. Dat bedrijf is minstens drie keer door zo’n grote crisis gegaan, door zo’n cultuurverandering.”
Een zak met schulden
Maar IBM is geen RWE en zeker geen Innogy. Het nieuwe bedrijf is weliswaar juridisch gescheiden van het oude, maar RWE heeft nog wel 77 procent van de aandelen Innogy in handen. Bovendien heeft Innogy een zak van 19 miljard aan schulden van het moederbedrijf meegekregen. Dat is veel, erkent Terium, maar wel „draaglijk”. Dat onderschrijven ook de kredietbeoordelaars. Fitch waardeert Innogy met BBB+, wat staat voor een ‘aanvaardbaar’ risico voor beleggers.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/03/data10361377-68dce7.jpg)
Ook de markt lijkt Innogy voorlopig als een goede investering te zien, zoals bleek uit de belangstelling toen het bedrijf obligaties uitgaf. „Het huis kan die schuld hebben, anders zou de markt ons niet zo waarderen”, stelt Terium.
Toch kunnen RWE en Innogy elkaar ook kapot maken, suggereren critici. Zijn de twee bedrijven geen concurrenten van elkaar, als het gaat om het leveren en opwekken van energie – de een uit duurzame, de ander uit fossiele bronnen?
Terium aarzelt en zegt dan „Jain”, de Duitse samentrekking van Ja en Nein. Ja, met de stroom zullen ze concurreren, maar nee, dat hoeft geen probleem te zijn.
Kolencentrales op stand-by
En dan begint hij een betoog over capaciteitsvergoeding. Al jaren pleit Terium ervoor dat conventionele opwekking van stroom ook in de groene toekomst een rol behoudt. De centrales zouden een vergoeding moeten krijgen om altijd klaar te staan om te kunnen inspringen zodra blijkt dat er niet voldoende groene energie beschikbaar is. „Het is ook niet in ons belang als op een bewolkte, windstille dag het licht uitgaat, omdat er alleen maar is ingezet op nieuwe groene stroom”.
Hij ziet RWE en Innogy als twee kanten van dezelfde medaille, maar waakt er in zijn nieuwe functie voor zich nog over RWE uit te laten. „Ik houd me aan de gouden regel: ik spreek over hernieuwbare energie en laat me niet uit over de sluiting van kolencentrales. RWE spreekt over de rol van conventionele energie als back-up, en zegt niks over windmolens.”
Over geruchten in de media dat het Franse Engie erop uit is het aandeel Innogy van RWE over te nemen, zegt Terium: „Een leuk idee, maar er zit weinig industriële rationaliteit achter. Er is weinig synergie, je creëert geen waarde door deze samenvoeging. Ik kan alleen maar herhalen wat Engie en RWE al gezegd hebben: op dit moment zijn er geen gesprekken. Maar het is niet verboden erover na te denken. Over drie tot vijf jaar is in deze sector een verdere consolidering noodzakelijk en onvermijdelijk.”
Je kan ook zeggen: mooi als Trump het bed opschudt
Terium was net in de Verenigde Staten toen de Amerikaanse president Trump zijn land terugtrok uit het klimaatakkoord. Innogy komt voort uit de Energiewende. En de belangrijkste leidraad daarvan is het klimaatakkoord van Parijs, waarbij 195 landen zich hebben verplicht zich in te spannen om de opwarming van de aarde deze eeuw te beperken tot maximaal twee graden.
Toch relativeert Terium het belang van de breuk van Trump met het klimaatakkoord: „Hier gaat de wereld niet aan ten onder. Het is een niet-bindende overeenkomst. Het was altijd al de vraag wat die nou werkelijk waard was. Nu is het ineens de heilige monstrans die voor ons uit wordt gedragen. Maar let wel, de Verenigde Staten zijn een federale staat. Geloof je nou echt dat Californië zich een moer aantrekt van wat Trump in Washington vindt met zijn tweets? Geen misverstand, de breuk van Trump met het akkoord is niet netjes. Maar het is niet zo dat alles in duigen valt als een van de landen zich niet houdt aan de niet-bindende afspraken.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/06/data15643191-0561d6.jpg)
Terium ziet zelfs iets positiefs in de regering-Trump. Hij waardeert de kritiek op de bureaucratische manier van werken van de Environmental Protection Agency (EPA), de Amerikaanse milieutoezichthouder, die de nieuwe topman van de organisatie heeft geuit, de omstreden Scott Pruitt. „Hij hekelde dat het soms acht jaar kan duren voor je een reactie krijgt op een aanvraag om iets te bouwen. Je kan ook zeggen: mooi als Trump en zijn regering het bed een beetje opschudden.”