Trainen met een spiegel kan mensen met bijvoorbeeld een gebroken arm of been helpen sneller hun kracht weer terug te krijgen. Dat zegt bewegingswetenschapper Tjerk Zult. Hij promoveerde maandag 12 juni in Groningen op zijn onderzoek daarnaar.
Zult liet proefpersonen één arm trainen, waarbij zij via een spiegel hun bewegende arm konden zien op de plaats van hun andere arm, die niets deed. Daardoor leek het alsof die ook meedeed aan de training.
„Het is al meer dan honderd jaar bekend dat wanneer je één arm of been traint, de andere daarvan profiteert zonder iets te doen”, vertelt Zult aan de telefoon. „De winst in spierkracht die je bereikt met die zogeheten cross-educatie is gemiddeld 8 procent. Ons idee was dat je met behulp van een spiegel dat effect zou kunnen versterken, door de visuele illusie te creëren dat de arm of het been aan de andere kant ook meedeed aan de training.”
Dat bleek inderdaad goed te werken. In een proef met gezonde vrijwilligers die drie weken achtereen, vijf dagen per week hun rechterarm trainden, bleek dat de spierkracht in de linkerarm 27 procent extra was toegenomen in vergelijking met trainen zonder spiegel.
Die geheimzinnig aandoende overdracht van spiegeltraining vindt voornamelijk in de hersenen plaats, ontdekte Zult. De remming van zenuwcellen in het motorische centrum dat de rustende arm aanstuurde, werd minder sterk dankzij de training van de andere arm. Hoe dat precies in zijn werk gaat, is nog niet bekend.
Er zijn twee theorieën geformuleerd om dit fenomeen te verklaren, zegt Zult: „De ene zegt dat een eenzijdige training in de ene hersenhelft een motorprogramma creëert dat meteen zwak afspiegelt in de andere hersenhelft. De andere theorie is dat het motorprogramma uit de ene hersenhelft pas overgaat naar de andere hersenhelft zodra er een beroep op wordt gedaan, bijvoorbeeld als een been weer uit het gips gaat. Op basis van onze experimenten kunnen we niet uitmaken welke theorie de juiste is.”
Dat cross-educatie voornamelijk een hersenkwestie is, blijkt doordat er geen versterkte spieractiviteit in de rustende hand meetbaar is als iemand oefent mét spiegel, vergeleken met dezelfde oefening zónder spiegel. Dat betekent dat de extra kracht niet komt door ‘stiekem’ de rustende hand mee te laten bewegen, zegt Zult: „Eenzijdige training geeft wel een kleine reactie in de spieren aan de andere kant, maar dat is zo subtiel dat je het niet met het blote oog kunt zien.”
Zult hoopt dat de techniek gebruikt kan worden voor revalidatie. Hij onderzocht het effect van cross-educatie bij sporters die herstellen van een voorste-kruisbandoperatie. „Onder deze patiënten zijn vaak voetballers, maar ook hockeyers, basketballers en volleyballers. Het risico op een gescheurde kruisband is het grootst bij sporten waar je veel moet wenden en keren. We hoopten dat cross-educatie als toevoeging aan het standaard-revalidatieprogramma het herstel zou versnellen. Helaas zagen we geen duidelijk effect. Mogelijk komt dat doordat deze patiënten veel op krukken lopen in de eerste weken na de operatie, waardoor ze het gezonde been vanzelf al extra trainen. Wellicht dat het herstellende been hiervan meeprofiteert.”
Bij mensen die enkelzijdig verlamd zijn geraakt door een hersenbloeding, of mensen die een arm of been gebroken hebben, verwacht Zult wel een effect. Zij kunnen hun arm of been aan één kant een tijdje niet gebruiken waardoor niet alleen de spier verzwakt, maar ook de aansturing minder wordt. Bij gezonde vrijwilligers die drie weken met een arm in het gips liepen, bleken er louter door krachttraining van de niet-ingegipste zijde behalve neurologische leereffecten ook effecten in de spier zelf op te treden. „In potentie zou spiegeltraining deze effecten nog verder kunnen versterken”, zegt Zult.
De spiegeltraining is voor gezonde sporters niet van extra nut, verwacht hij. „Maar als sporters een blessure oplopen, kan dit wel een manier zijn om de kracht in hun geblesseerde arm of been op peil te houden tijdens het herstel.”