Oprecht of niet, de smeekbedes van ExxonMobil, het grootste beursgenoteerde bedrijf ter wereld, hebben niet geholpen. De VS stappen definitief uit het klimaatakkoord. Al in maart begon Exxon de nieuwe president te bestoken met verzoeken om de VS toch vooral binnen het akkoord te houden. In een brief aan Trumps speciale assistent voor internationale energie, noemde Exxon het akkoord van Parijs „een effectief kader om de risico’s van klimaatverandering aan te pakken”.
Het was welbegrepen eigenbelang. Exxon wilde het klimaatakkoord overeind houden om zoveel mogelijk gas te kunnen verkopen op de wereldmarkt, was de boodschap. Bij het verbranden van gas komt de helft minder CO2 vrij dan bij het verbranden van steenkool.
Vorige week stuurde topman Darren Woods van Exxon, een tweede smeekbede naar het Witte Huis met dezelfde boodschap. Exxon is de grootste producent van gas in de Verenigde Staten en heeft alle belang bij een open wereldmarkt waarop het bedrijf zijn gas kan verkopen.
Dankzij de productie van schaliegas exporteren de VS sinds korte tijd LNG – vloeibaar gas – over de hele wereld. Handelsbelemmeringen, als gevolg van het opzeggen van het klimaatakkoord, zouden de markt kunnen verstoren, aldus Woods in een laatste poging om Trump te overtuigen.
Daarmee is niet gezegd dat Exxon voorstander is van ingrijpende klimaatmaatregelen. Het bedrijf heeft altijd organisaties en politici gefinancierd die zich verzetten tegen regulering van uitstoot van broeikasgassen.
Deze week nog verzette Exxon zich fel tegen een resolutie van aandeelhouders om in het jaarverslag een paragraaf op te nemen over klimaatbeleid. Maar de aandeelhouders drukten door: 62 procent stemde voor de resolutie die het olieconcern vraagt te rapporteren over de gevolgen van klimaatverandering voor zijn bedrijfsvoering. Iets wat Shell, BP en Statoil overigens al sinds 2015 doen.