De Kindertelefoon blijft voor kinderen uit elke Nederlandse gemeente toegankelijk. Dat schrijft demissionair staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid, PvdA) vrijdag in een brief aan de Tweede Kamer. Het Rijk neemt vanaf 2018 de financiering van de stichting op zich.
Er werd gevreesd voor het voortbestaan van de Kindertelefoon, nadat was aangekondigd dat de organisatie vanaf 2018 niet langer centraal wordt gefinancierd. De bijna vierhonderd gemeenten moesten volgens het plan afzonderlijk zorg gaan dragen voor financiering. Hierop werd gevreesd dat veel gemeenten de Kindertelefoon zouden schrappen.
Van Rijn stelt nu dat hij naar aanleiding van de geuite zorgen over het voortbestaan door onder meer de organisatie zelf, heeft besloten de Kindertelefoon onder de verantwoordelijkheid van zijn eigen ministerie te plaatsen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/04/data11872938-987aeb.jpg)
Hoewel de Kindertelefoon al sinds 2015 onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten valt, werd de financiering via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) geregeld, namens haar leden. De VNG had deze taak op zich genomen om het voortbestaan van de Kindertelefoon veilig te stellen. Omdat die regeling vanaf januari 2018 afloopt, werd er in eerste instantie voor gekozen de verantwoordelijkheid bij de gemeenten te houden. Voor 1 juni 2017 moesten de gemeenten een overeenkomst tekenen voor het behoud van de Kindertelefoon op lange termijn, maar meer dan honderd gemeenten slaagden daar niet in.
Na wekenlang overleg tussen het ministerie, gemeenten, de Kindertelefoon en twee soortgelijke stichtingen - het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) en Sensoor - is besloten de verantwoordelijkheid van de drie organisaties onder het Rijk te plaatsen.
Kinderen kunnen de Kindertelefoon bellen met vragen over thema’s zoals pesten, mishandeling en seksualiteit. Vorig jaar nam de organisatie 540.000 telefoontjes aan.