De gelukkigste mensen wonen in Ede en niet in Rotterdam

Atlas voor Gemeenten Wat bepaalt geluk? Een baan, een partner. Maar ook de plaats waar je woont. Een meting in vijftig gemeenten.

Karima Helweh Abidi (29), mede-eigenaar van Chocolata en psycholoog , samen met dochter Nora (2): „Mijn man en dochter zijn mijn grote liefde. Die maken mij gelukkig, want liefde omvat alles voor mij.”
Karima Helweh Abidi (29), mede-eigenaar van Chocolata en psycholoog , samen met dochter Nora (2): „Mijn man en dochter zijn mijn grote liefde. Die maken mij gelukkig, want liefde omvat alles voor mij.” Foto’s Bram Petraeus

Welvarend. Hoogopgeleid. Christelijk. Getrouwd. 65-plusser. Zonder thuiswonende kinderen. En autochtoon. Stedelingen met deze kenmerken maken in Nederland de grootste kans op geluk.

Ede telt relatief de meeste gelukkige mensen, stelt de Atlas voor Gemeenten, die deze donderdag is verschenen. Het is een jaarlijkse publicatie waarin de vijftig grootste gemeenten op vijftig punten worden vergeleken. Dit jaar gaat de Atlas over het thema geluk. Ede telt van alle vijftig gemeenten het hoogste percentage mensen dat zichzelf omschrijft als gelukkig, tevreden is met het leven en regelmatig een geluksgevoel ervaart.

Aantrekkelijk leefklimaat

„Gelukkige gemeenten zijn over het algemeen gemeenten met een aantrekkelijk woon- en leefklimaat waar veel gezonde en werkende mensen wonen”, schrijven de onderzoekers. Zoals Ede dus, op de ranglijst gevolgd door Alphen aan den Rijn en Amstelveen. Bijna negen op de tien Edenaren (89 procent) zijn gelukkig.

In de minst gelukkige steden wonen relatief veel arbeidsongeschikten, werklozen, migranten, moslims en alleenstaande ouders. Het zijn veelal ook mensen die van het platteland naar de stad zijn getrokken om daar hun geluk te vinden – en dat maar ten dele hebben gevonden. Zoals in Den Haag, Arnhem en Amsterdam. Het laagst geklasseerd staat Rotterdam – waarbij het kampioenschap van Feyenoord niet in de Atlas is verwerkt. In Rotterdam is 18 procent van de bevolking niet gelukkig.

Eerste baan, partner en auto

Het geluk van stedelingen wordt in de eerste plaats bepaald door persoonlijke ervaringen die met de woonplaats vaak weinig van doen hebben. Zo zijn mensen tot hun 35ste jaar gemiddeld gelukkiger dan ouderen. Ze ervaren „extra geluk” door hun eerste baan, een partner met wie ze trouwen, de eerste auto. Daarna leidt „gewenning” aan de verworvenheden tot een terugval in geluk.

Waarom zijn mensen gelukkig in Ede? Bekijk deze dertien fotoportretten: “Als ik hier over straat loop, lijkt het wel alsof ik iedereen ken.”

De onderzoekers: „Wordt bijvoorbeeld een gekochte auto in het begin nog gezien als erg speciaal, na verloop van tijd wordt dit de norm en ontstaat het verlangen naar een luxere nieuwe auto.” Na het 65ste jaar neemt het geluksgevoel weer toe, als een einde is gekomen aan „de sleur” en er tijd is voor reizen, hobby’s en kleinkinderen.

Rijkdom maakt in het algemeen niet echt gelukkiger. Wel is het zaak de „onderste regionen” met de laagste inkomens en de laagste opleiding te verlaten en te zorgen dat je in je basisbehoeften kunt voorzien. Wie daarin niet slaagt, is doorgaans minder gelukkig.

‘Drinkers zijn gelukkiger’

Ook de leefstijl is van invloed. Het hebben van familie en vrienden is bevorderlijk voor geluk, net zoals een goede gezondheid, en soms zelfs slechte gewoonten als roken en (matig) drinken. Drinkers, stelt dit onderzoek, zijn gemiddeld genomen zelfs gelukkiger dan geheelonthouders. „Dat heeft er misschien mee te maken dat het vooral jongeren zijn die regelmatig een geluksgevoel ervaren, zonder nog last te hebben van de gezondheidsproblemen”, zegt onderzoeker Gerard Marlet.

Naast persoonlijke omstandigheden kan de woonplaats invloed hebben op het geluk, stelt de Atlas. De onderzoekers hebben studies vergeleken en een „geografische vertaling” gemaakt van enquêtes naar geluk onder ruim tweehonderdduizend respondenten in de afgelopen vijftien jaar. De beschikbaarheid van veel voorzieningen in de stad bevordert sociale contacten. Ook een veilige en schone leefomgeving vergroot het geluk van stedelingen. Files en drukte daarentegen dempen het geluksgevoel „door het verlies van vrije tijd en de stress die het woon-werkverkeer met zich meebrengt”.

Steden bieden werk en veel voorzieningen, maar hun inwoners leven ook met misdaad, vervuiling en eenzaamheid. Vandaar het succes van een gemeente als Ede; een stad die „een aantal voordelen” van het stedelijk wonen biedt, „zonder veel last te hebben van de nadelen die steden over het algemeen hebben”.

Werklozen en migranten

Stedelingen zijn gemiddeld een stuk minder gelukkig dan plattelanders. Gemiddeld is 87 procent van de Nederlandse bevolking gelukkig; in steden is dat 85 procent en in niet-stedelijke gemeenten 89 procent. Dat verschil is in de hele wereld zo. Een belangrijke verklaring daarvoor is dat steden aantrekkingskracht hebben op „relatief ongelukkige mensen, zoals alleenstaanden, werklozen en migranten”. Zij vinden in de stad maar ten dele hun geluk. „Het beste voorbeeld is de migrant”, zegt onderzoeker Marlet. „Die heeft huis en haard verlaten en heeft misschien wat meer welvaart gevonden, maar ervaart ook discriminatie, zeker als hij uit een islamitisch land komt, en is daardoor minder gelukkig.”

De achterblijvers op het platteland zijn mensen die veelal wél een baan en een partner hebben, en dus relatief gelukkig zijn in een groene, veilige omgeving. Het platteland trekt bovendien veel ouderen en gepensioneerden. „Mensen die hun leven op orde hebben, trekken naar het platteland om te genieten van rust en ruimte.” Dat ouderen juist naar de stad trekken om van de overvloedig aanwezige voorzieningen te profiteren, zoals wel eens wordt gezegd, is een trend „die ik niet in de cijfers terugzie”, aldus onderzoeker Marlet.

Steden kunnen volgens de onderzoekers twee dingen doen om inwoners gelukkiger te maken. Ten eerste: zo veel mogelijk ongelukkige mensen buiten de deur proberen te houden. „Dat is de egoïstische variant”, aldus Marlet. De andere is: je eigen inwoners aansporen om gelukkiger te leven. „Ede zet bijvoorbeeld al heel lang in op het stimuleren van bewegen”, aldus Marlet. Ook kunnen steden zorgen voor een prettige leefomgeving en mensen aan werk of een nuttige tijdsbesteding helpen.

„Gemeenten moeten de welvaart in de brede zin van het woord bevorderen”, zegt Marlet. Almaar nieuwe bedrijven de stad inhalen, hoort daar niet bij. „Banen hoeven echt niet allemaal binnen de eigen gemeentegrenzen te liggen. Het is veel belangrijker dat de banen bereikbaar zijn.”