Misschien heeft u vorige week op de tv The Valley of Salt gezien, het filmverslag dat de jonge Egyptisch-Zwitserse kopt Christophe Saber maakte van zijn bezoek aan zijn ouders in Egypte. Valley of Salt staat voor Wadi Natrun, waar zijn ouders een groot christelijk centrum hebben gebouwd.
Ik wist dat koptische christenen een problematisch bestaan leiden in Egypte, nog buiten de bloedige aanslagen die hen treffen, zoals die van Palmzondag op de kerken in Tanta en Alexandrië. Sabers ouders zijn heel actief bezig met hun geloof; in die zin zijn ze hogere bomen dan de doorsnee gelovige – maar zó veel vijandigheid! De aanslagen zijn het werk van extremisten, maar de vijandigheid komt bij wijze van spreken van de buurman. De zoon filmt zijn vader als die een telefonische bedreiger te woord staat. Hij geeft geen moment iets toe, maar de bedreiger ook niet. Zo’n man kan straks met zijn pistool om de hoek staan. En dat gebeurt ook vaak genoeg.
Saber nam zijn film in 2012 op, toen de moslimbroeder Morsi aan de macht was. De atmosfeer was in die tijd extra vijandig jegens christenen, en na zijn val werd op christenen wraak genomen. Maar onder de huidige president Sisi, die niets van moslimbroeders moet hebben, is de situatie nauwelijks beter.
Sisi stuurde na de aanslagen van Palmzondag het leger om kerken te beveiligen. Verdronkenkalfitis. De vraag is hoelang die militairen er nog staan na het bezoek van paus Franciscus op 28 en 29 april onder de leus „de Paus van vrede in Egypte van vrede”. Jaja. Want inderdaad gaat Sisi elk jaar met Kerstmis naar de kerstmis, en zei hij mooie woorden na de aanslagen van Palmzondag: „Ik zeg niet dat degenen die vielen christenen waren of moslims. Ik zeg dat ze Egyptenaren zijn”. Wij met zijn allen tegen de boze buitenwereld.
Allemaal Egyptenaren? Geen sprake van. In het dagelijks leven zijn de kopten tweederangs burgers die straffeloos worden belaagd. Eén beruchte zaak is die van een bejaarde koptische vrouw, die vorig jaar naakt door de straten werd gejaagd omdat haar zoon een verhouding met een islamitische vrouw zou hebben.
Die vijandige sfeer is de reden waarom een gestage stroom kopten voorgoed uit Egypte vertrekt. En waarom er een christelijke leegloop uit het hele Midden-Oosten is. In Irak met zijn ongeremde Islamitische Staat-geweld gaat het sneller dan in Libanon, waar alle minderheden elkaar min of meer in evenwicht houden. In februari was ik in Jordanië op een bijeenkomst waar prominente christelijke geestelijken een lofzang op de veiligheid daar zongen, met dank aan koning Abdullah. Toch vroeg ik onder verwijzing naar de situatie in Irak, Egypte en elders of eigenlijk niet het einde van het christendom in het Midden-Oosten naderde. Hun eerlijke antwoord was: ja.