Begin februari zou ik met mijn gezin naar Miami gaan. Tien dagen tevoren vulde ik de ESTA (Electronic System for Travel Authorisation) vragenlijst in. Klik op ‘send’ en je gegevens worden razendsnel door allerlei computers van Homeland Security, het Amerikaanse departement van binnenlandse veiligheid, getrokken. Binnen enkele minuten krijg je, in beginsel, een bevestiging.
Ik wist dat het bij mij iets langer zou duren, want ik had braaf ingevuld dat ik in Irak was geweest. Immers, in mijn paspoort stond een joekel van een Iraaks pelgrimsvisum (Irak verstrekt nog geen ‘gewone’ inreisvisa).
Het oponthoud gold niet alleen mij. Wie de afgelopen zes jaar in Irak, Syrië, Libië, Somalië, Jemen, Iran of Soedan was, heeft in principe zijn kans op een ESTA-inreisvergunning verspeeld en moet een visum aanvragen, à 160 dollar, bij het Amerikaanse consulaat. Dat is zo sinds het ‘Foreign Terrorist Entry’ decreet van Obama, van 2015. Maar er golden uitzonderingen, voor journalisten bijvoorbeeld, en medewerkers van hulporganisaties.
Nu had ik in het vakje ‘toelichting’ ingevuld dat ik als freelance journalist tijdens het shi’a-pelgrimsfestival Arba’een in Irak was geweest – mijn verhalen over die reis waren op diverse nieuwswebsites te vinden, waaronder nrc.nl, Nieuwij.nl en Joods.nl. Ik had ook nog aangegeven dat ik voormalig diplomaat was. Dit komt wel goed, dacht ik. Mooi niet dus.
Een potentiële bad dude
Omdat ik ongeduldig werd, mailde ik met het ESTA On-line Support Center. Weken achtereen kreeg ik te horen dat mijn ESTA-aanvraag nog in behandeling was vanwege ‘previous travels’. In reactie drie of vier suggereerden ze om gewoon maar een visum aan te vragen. En in het jongste bericht schreef mijn ESTA-officer dat mijn aanvraag was afgewezen.
Was dit het resultaat van ruim zes weken ‘extreme vetting’? Waren ze op andere dingen gestuit? Telde het feit dat ik de reis als journalist had gemaakt, niet meer mee? Ben ik nu inderdaad, zoals Trump dat graag noemt, een potentiële ‘bad dude’ of ‘bad hombre’? En hoe lopen de lijntjes met Nederland? Kom je na zo’n afwijzing ook automatisch op een AIVD-lijst van potentiële ‘bad hombres’?
Onlangs sprak ik erover met Mohammed van het Haagse reisbureau Baghdad Air. Hij had destijds dat pelgrimsvisum voor mij geregeld. Hij helpt vaak Iraakse Nederlanders die nu Amerikaanse ‘visumperikelen’ ondervinden.
„Wij, Iraakse Nederlanders, zijn heel reislustig”, zei hij. „We gaan vaak terug naar Irak en reizen ook veel naar de Verenigde Staten. Half Detroit is Irakees.” Daarbij had hij geconstateerd dat tegenwoordig zelfs de vermelding van een Iraakse geboorteplaats in een Nederlands paspoort al voldoende is om voor een ESTA-inreisvergunning te worden afgewezen. De oude lastige Obama-regels zijn dus sinds Trump nog weer aangescherpt. Het visumvrij reizen voor Iraakse Nederlanders is voorbij.
Napluizen van sociale media
Geldt dat criterium van een ‘foute’ geboorteplaats ook voor Nederlanders met bijvoorbeeld Iraanse, Somalische, Syrische en Soedanese roots, en tellen alle Nederlanders die de afgelopen zes jaar als journalist, hulpgever of toerist in een of meer van de zeven gewraakte ‘countries of concern’ zijn geweest (Iran begint een populaire vakantiebestemming te worden), dan zijn meer dan honderdduizend landgenoten inmidddels visumplichtig.
En dan nog iets; de regels en de bijbehorende ‘screening and vetting’ worden waarschijnlijk nóg strenger. Minister Rex Tillerson (Buitenlandse Zaken) heeft immers al gesproken over het napluizen van sociale media om reizigers nog beter te checken. Je elektronische adreslijsten en wachtwoorden mogen in zijn ideale scenario niet langer ‘heilig’ zijn.
Weekblad The New Yorker waarschuwde onlangs dat Trumps herziene travel ban moet worden gezien als een „building block for more to come”. In een niet erg in het oog lopende paragraaf van die herziene travel ban geeft Trump de opdracht tot een wereldwijde „review to identify whether, and if so, what additional information will be needed from each foreign country”. Hij heeft zijn mensen een paar weken gegeven om die inventarisatie te maken. Ook op de deurmatten van de AIVD en ons ministerie van Binnenlandse Zaken kunnen dus enveloppen met (geheime?) verlanglijsten van Homeland Security ploffen.
We zijn toch bondgenoten?
Nu werkt bilateraal visumbeleid vaak niet twee kanten op. Op de luchthaven van Nairobi krijg je als Nederlander moeiteloos een visumstickertje, terwijl het voor Kenianen vrijwel onmogelijk is om Nederland binnen te komen. Maar met Amerika moet dat toch anders liggen. We zijn bondgenoten, gelijkgezind, we hebben een gelijk welvaartsniveau en bovendien, samen met de andere Schengenlanden, afspraken met Washington over visumvrijheid.
In feite is de ESTA al een verkapt visum, helaas.
Als Amerika alles nu nog lastiger maakt, moeten wij ook lastig gaan doen. Daarmee hadden we al moeten beginnen toen wij in de Schengenlanden de gevolgen begonnen te voelen van Obama’s Foreign Terrorist Entry decreet.
In de diplomatie heet dat reciprociteit. Trump zou het ‘the art of the deal’ noemen.
En het werkt! Neem dat totale inreisverbod van drie maanden voor mensen uit Irak. Dat was snel van tafel toen het parlement in Bagdad begon te praten over een totaal inreisverbod van drie maanden voor Amerikanen. Het Pentagon was in paniek. De hele strategie tegen IS in Mosul dreigde in duigen te vallen.