‘Een Turk heeft geen vriend behalve een Turk”, luidt een oud Turks gezegde. Daarin schuilt een pijnlijke waarheid nu Turkije onder leiding van president Erdogan steeds verder in een isolement raakt. De man die twaalf jaar geleden toetredingsonderhandeling begon met de Europese Unie, keert zich af van zijn traditionele bondgenoten in het Westen. Door de crisis met Nederland en Duitsland op de spits te drijven, zijn de relaties met Europa op een historisch dieptepunt beland.
„Dit Europa is een racistisch, fascistisch en tiranniek Europa, net als voor de Tweede Wereldoorlog. Het is een anti-islamitisch en anti-Turks Europa”, zei Erdogan vorige week. Hij beloofde de relaties met Europa na het referendum over het presidentiële systeem te herzien. „Het Europese (toetredings)proces, de vluchtelingendeal, van nu af aan kunnen ze ons daar niet meer mee bedreigen”, bulderde hij.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/03/43ed7ee7-db39-4174-8e96-833725d3ac0e.jpg)
Ook de betrekkingen met de VS zijn ijzig vanwege de Amerikaanse weigering om de Turkse geestelijke Fethullah Gülen, het vermeende brein achter de mislukte coup, uit te leveren. Daarbij is er grote onenigheid met de VS over het aanstaande offensief tegen IS in de Syrische stad Raqqa. Turkije waarschuwt dat de relaties zware schade zullen oplopen als de VS gaan samenwerken met de Syrische Koerden.
Het is een groot contrast met de eerste jaren van Erdogan als premier, toen het internationale aanzien van Turkije groeide. Het Westen zag Turkije als een voorbeeld voor de regio, een land dat bewees dat islam en democratie wél samengaan. Erdogan voerde tal van democratische hervormingen door die Turkije dichter bij de EU brachten. Hij was een frequente gast in westerse hoofdsteden en organiseerde conferenties met als doel het wantrouwen tussen Oost en West te verminderen.
Wat verklaart Erdogans ommezwaai? Zijn buitenlands beleid is het slachtoffer geworden van oproer in de regio, misrekeningen en zelfoverschatting, zegt Nikolaos van Dam, die van 1996 tot 1999 ambassadeur was in Ankara, en in 2015 en 2016 als Syriëgezant terug was in Turkije.
„De Turken voelen zich in de steek gelaten door het Westen, en daar hebben ze ook enige reden toe. Maar zulke retoriek als nu heb ik nog nooit gehoord. Zo jaagt Erdogan iedereen tegen zich in het harnas.”
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2017/03/82b65308-e843-4ca2-84b9-9756c3fff239.jpg)
Turken voelen zich verraden
Erdogans wantrouwen jegens het Westen heeft een lange voorgeschiedenis. Het begon met de Europese toetredingsonderhandelingen, die al snel vastliepen op Europese weerzin tegen zo’n groot moslimland als lidstaat. Daarnaast voelden de Turken zich verraden toen hun NAVO-bondgenoten gingen samenwerken met de Syrische Koerden in de strijd tegen IS, terwijl ze nauw gelieerd zijn aan de Turks-Koerdische guerillabeweging PKK die in Europa en de VS op de terreurlijst staat.
De spanningen met het Westen liepen na de coup op. Westerse landen toonden weinig solidariteit nadat Turkije ternauwernood was ontsnapt aan een militaire machtsgreep. Terwijl de Turken opgelucht ademhaalden dat hun democratie was gered, maakten Westerse landen zich vooral zorgen over de zuivering van politieke tegenstanders. Bovendien leverden ze vermeende coupplegers niet uit.
In het huidige conflict met Europa speelt Erdogan in op het wijdverbreide geloof dat het Westen de hand heeft gehad in de coups in Turkije. Hij wijt al zijn tegenslagen en mislukkingen aan een complot van het Westen, dat de onstuitbare opmars van Turkije als regionale grootmacht wil dwarsbomen. Van Dam:
„Erdogan droomt van een neo-Ottomaans Rijk, met Turkije als leider van het Midden-Oosten. Maar dat wordt in de regio volstrekt niet serieus genomen. Ze meten zich een veel grotere rol aan dan gerechtvaardigd is.”
Nu Turkije steeds geïsoleerder raakt, zoekt Erdogan naarstig toenadering tot Rusland. Nadat Turkije in 2015 een Russisch gevechtsvliegtuig neerschoot op de grens met Syrië, raakte de relatie met Moskou ernstig bekoeld. Maar de Turken boden vorig jaar hun excuses aan, en sindsdien zijn de relaties aanzienlijk verbeterd. Het Westen vreest dat dit de opmaat vormt voor Turkse uittreding uit de NAVO.
Die angst wordt gevoed door het feit dat de Vaderlandpartij van Dogu Perinçek de weg bereidde voor toenadering tot Rusland. Deze ultranationalistische splinterpartij, die niet in het parlement zit maar via haar krant, uitgeverij en tv-zender wel invloed heeft, is een fel tegenstander van Turkse toetreding tot de EU en wil dat Turkije uit de NAVO stapt. In plaats daarvan pleit de partij voor een alliantie met Rusland, China, Iran en euraziatische landen.
„Het algemene gevoel in Turkije is dat de NAVO niet genoeg solidariteit toont met Turkije”, zegt generaal-majoor b.d. Naci Bestepe, een van de oud-officieren in de Vaderlandpartij. „Lidmaatschap van de NAVO weerhoudt Turkije ervan een onafhankelijk buitenlandbeleid te voeren, gebaseerd op zijn eigen belangen. Daarbij schaadt de NAVO onze soevereiniteit. We mogen niet onze eigen wapensystemen ontwikkelen en gebruiken omdat de VS ons wapens willen verkopen.”
Geen opdracht van het paleis
De partij pleit er al jaren voor dat Turkije zich richt op het Oosten, maar vond weinig gehoor in regeringskringen. De spanningen met het Westen boden een opening. Daarbij nam de partij zelf het initiatief, met stilzwijgende goedkeuring van Erdogan. „We krijgen geen opdrachten van het paleis”, zegt Bestepe. „Als we naar het buitenland gaan, dan informeren we de autoriteiten. Erdogan staat het toe omdat het in het belang is van het land.”
Toch wil dit niet zeggen dat Turkije binnenkort uit de NAVO stapt en het Westen echt de rug toekeert. Daarvoor is de relatie te hecht. Turkije zit in een douane-unie met de EU die het land veel voordelen oplevert. De EU is goed voor 50 procent van de Turkse buitenlandse handel en 75 procent van de buitenlandse investeringen. Bovendien is de Turkse veiligheidsdoctrine van Turkije al 65 jaar gebaseerd op de NAVO. Turkse militairen worden getraind volgens NAVO-richtlijnen.
„In economisch, technologisch en militair opzicht is Rusland geen realistisch alternatief”, zegt militair journalist Necdet Pekmezci. „Daarbij wordt Rusland in Turkije gezien als historische vijand, waarmee in de nadagen van het Ottomaanse Rijk meerdere oorlogen werden uitgevochten. De toenadering is het resultaat van Russische realpolitiek, gebaseerd op gedeelde belangen. ”
De toenadering stelde Rusland in staat de VS buitenspel te zetten in Syrië, en Turkije kon met Russische goedkeuring troepen naar Syrië sturen om de opmars van de Koerden te stuiten. Maar onvoorwaardelijk is de Russische vriendschap niet. Poetin lijkt zijn steun aan de Syrische Koerden niet te willen staken. Vorige week bleek dat Moskou een militaire basis heeft opgezet in een Koerdisch kanton in Syrië.
Daarbij heeft Rusland sinds het herstel van de betrekkingen nog niet alle sancties opgeheven. Vorige week bleek dat de Russische importtarieven op groente, fruit en vlees uit Turkije voorlopig gehandhaafd blijven. Een flinke klap voor de Turkse export. Wel riep Poetin tijdens een recent bezoek van Erdogan aan Moskou zijn landgenoten op om op vakantie te gaan naar Turkije. Want vakanties in Turkije „zijn de afgelopen jaren een belangrijk onderdeel van ons leven geweest”, aldus Poetin.
Daar moet Turkije het maar mee doen.