In de stal achter de boerderij van de familie Huijbregts in Riel staan twee lakenvelder koeien. Zwart met een witte band over de flank. Lange wimpers, op hun neuzen zit hooi. Ze weten het nog niet, maar deze maandag worden ze geslacht – veel te vroeg, ze zijn drie jaar oud. De lakenvelders worden om bureaucratische redenen geslacht. Ze zijn boventallig. Als Joost Huijbregts ze niet wegdoet, moet hij in april 960 euro boete betalen, en over twee maanden weer. Dit weekend luidde de Stichting Zeldzame Huisdieren de noodklok: oer-Nederlandse koeienrassen als de lakenvelder en de blaarkop dreigen hierdoor te verdwijnen.
Nederland breekt door het fosfaatplafond heen dat de Europese Unie heeft vastgesteld.
Aan tafel in de bijkeuken zet Joost Huijbregts uiteen hoe het zo gekomen is. Op 1 april twee jaar geleden schafte de Europese Commissie het melkquotum af. Bevrijd van dit keurslijf breidden melkveehouders hun veestapel flink uit. Meer koeien produceren niet alleen meer melk, maar ook meer mest. Nederland breekt door het fosfaatplafond heen dat de Europese Unie heeft vastgesteld.
Het ministerie van Economische Zaken (Landbouw heeft geen eigen departement meer) kondigde begin maart af dat alle veehouders exact het aantal koeien mogen hebben dat 15 december vorig jaar op stal stond. Elke koe meer: boete. Vleesveehouders als Huijbregts zijn zo de dupe van de ongebreidelde groei van het melkvee – dat veel meer geld opbrengt.
Huijbregts heeft twintig lakenvelders die op 15 december niet op zijn eigen land graasden, maar op een naburig landgoed. „Kruidig gras, eigen mest, puur natuur.” Die werden niet meegeteld door de ambtenaren en toen ze op stal terugkwamen, waren ze dus boventallig. Nou bleek er wel een formulier te bestaan voor melkkoeien in deze situatie, maar niet voor vleeskoeien.
Huijbregts bellen, half uur aan de telefoon, maar de ambtenaar kon het antwoord niet geven. Hij zou binnen een week terugbellen. Niet gebeurd. „Typisch Nederlands”, zegt vader Jos. „Regels ontwerpen en nooit iets afmaken.” De overheid wil dat boeren meer aan natuurbeheer doen. Vandaar dat de Huijbregtsen die lakenvelders hebben, dat ze laat in het jaar maaien om de vogels rustig te laten broeden, dat hun hooi niet alleen naar gras ruikt, maar ook naar zuring en klaver.
Onder een Facebookbericht over de maatregel stond een hoop gemopper op de jarige Europese Unie: „Schijt-EU.” „Klote Europese regels.” Maar aan Brussel ligt het volgens de Huijbregtsen helemaal niet. Dat de EU let op het fosfaat in het grondwater – prima. „Onze kinderen moeten hier ook nog leven.” Nee, het ligt aan Nederland. „Er is geen ministerie van Landbouw, geen voorman, geen benul.” Economische Zaken, zeggen ze, schijnt zich opnieuw te beraden.