Henk Alkema (22) uit Eindhoven had vóór de verkiezingen een deal gesloten met een goede vriend. Allebei konden ze moeilijk kiezen op welke partij ze zouden stemmen. Dus maakten de twee een afspraak: Alkema stemde op D66, zijn vriend op GroenLinks. „Eigenlijk stemde ik dus half op de ene, en half op de andere partij”, schrijft Alkema. Formeren op microniveau, zou je het kunnen noemen. En dat nog wel met twee partijen die zich nu midden in de formatiebesprekingen bevinden.
Volgende week gaat D66, samen met VVD, CDA en GroenLinks onderhandelen over een nieuw kabinet. Het is een combinatie die regelmatig wordt genoemd in het lezersonderzoek dat NRC na de verkiezingen hield. Hoewel in het onderzoek niet expliciet naar coalitievoorkeuren werd gevraagd, noemden tientallen GroenLinks, D66- en VVD-stemmers spontaan deze combinatie, vooral om inhoudelijke redenen (focus op klimaat, spreekt jongeren aan, groen ondernemerschap als verbindende factor). Maar mocht het niet lukken dan is de combi VVD-CDA-D66-ChristenUnie voor veel andere inzenders ook best. Dat vinden met name VVD’ers die niks van links moeten hebben en nog steeds opgetogen zijn over de ineenstorting van de PvdA op 15 maart.
Lees ook: Is er aan Schippers’ tafel genoeg vertrouwen?Groen-rechts zou een verademing zijn, zegt Eloy Geenjaar (20) uit Delft in een toelichting. Eerder stemde de student VVD, maar hij koos nu D66, juist om zijn partij op milieugebied wat naar links te bewegen. De GroenLinks-standpunten over klimaat, gecombineerd met die van de VVD over het terugdringen van belastingen, dat lijkt hem wel wat. Max Boesschoten (18) vindt dat GroenLinks-leider Jesse Klaver nu verantwoordelijkheid moet nemen en begrip moet tonen voor de nieuwe politieke verhoudingen: „Als rechts zo massaal gewonnen heeft, is het ook fair om daar in de onderhandeling rekening mee te houden.”
Anne Woudstra stemde VVD en vindt de onderhandelingen met GroenLinks een goede zaak. Dit vanwege „voor mij persoonlijk belangrijke zaken als milieu en klimaat”, schrijft ze. „Als VVD-stemmer hoop ik natuurlijk wel dat de focus meer ligt op ‘Groen’ en wat minder op ‘Links’”.
Egeltjesdans
Waar enig positivisme is over de ingeslagen weg richting Groen-rechts (met een fikse portie ‘wait and see’), is er duidelijk meer kritiek op het proces van de formatie. Weliswaar tonen veel lezers begrip voor de egeltjesdans in een verbrokkeld politiek landschap. Toch ergert het tientallen hoe de democratie werkt, na de verkiezingen. Ouderwets, vindt Eloy Geenjaar uit Delft. Als hij een pakketje bestelt kan hij live volgen waar het zich bevindt. Waarom kan zoiets niet in de kabinetsformatie? Het moet anders, vindt ook Sherill Lisse (67), SP-stemmer uit Amsterdam. Haar voorstel: zet een camera op de formatiebesprekingen en zend de beelden live uit op internet.
Diverse deelnemers doen suggesties om zelfgenoegzaamheid bij de politici te bestrijden. Hoewel premier Rutte zich duidelijk uitsprak tegen een minderheidscoalitie, wordt hier en daar gehoopt dat zo’n regeringsvorm toch een kans krijgt. „Dit vraagt om coalities per agendapunt”, schrijft de Amstelveense Jan Lantinga (66), die GroenLinks stemde. Hij hoopt op meer inhoudelijk debat in het parlement, waarbij alle partijen zich stelling moeten nemen per agendapunt. Daarop hoopt ook de twintigjarige Mandula van den Berg. „Dat zou een duidelijk signaal zijn dat oppositie inmiddels meer betekent dan het ‘toetsen van de regering’.”
Grote verdeeldheid is er over de uitsluiting van de PVV, die deze week ook formeel werd gemaakt. Met Wilders is niet samen te werken, schrijven enerzijds veel mensen. Ze verwijzen vaak naar het ontbreken van een duidelijk verkiezingsprogramma bij de PVV. Dat Wilders in 2010 wegliep uit de onderhandelingen in het Catshuis nemen deze kiezers hem ook kwalijk.
Maar PVV-stemmers zijn boos, verdrietig of teleurgesteld dat hun partij geweerd wordt. Sentiment waar Wilders deze week duidelijk op inspeelde, toen hij bleef herhalen dat VVD en CDA „1,3 miljoen kiezers uitsluiten”. „Democratisch verwerpelijk”, vindt Wim Fransdonk (74, Den Haag). Het vooraf uitsluiten van partijen zou wat hem betreft onder een „politiek kartelverbod” moeten vallen. Velen vragen zich af: mag dit eigenlijk wel? „Ik vind dat politici verplicht zijn om samen te werken”, schrijft Teresa Deiana (47, Heemskerk). Ze stemde op de PVV en wil weten of het wettelijk is toegestaan „kiezers te negeren”. „Nu is het net alsof er een stelletje pubers (VVD) gaan bepalen wie zij wel en niet willen hebben in hun voetbalelftal. Maar zo werkt dat toch niet?!”
Ook kiezers van andere partijen, keren zich tegen het uitsluiten van de PVV. Peter van Beerendonk (59) die D66 stemde, noemt het „erg zwak”. Eigenlijk, schrijft hij, zeggen de andere partijen dat ze geen rekening wensen te houden met de mening van één op de zes stemgerechtigden. Zijn voorstel: begin bij de nummer één met tellen van zetels en stop zodra er een meerderheid is. VVD, PVV, CDA en D66 zouden het dan dus met elkaar moeten gaan doen, „of ze elkaar nou leuk vinden of niet”.
Haal the Iceman in huis
Diverse deelnemers dringen er nu al op aan dat de nieuwe regeringscombinatie straks rekening houdt met de belangen van (PVV)-kiezers in bijvoorbeeld arme gebieden als noordoost-Groningen, dat ook nog zwaar getroffen werd door aardbevingen. CDA-kiezer Ricus Geuze (71) uit Den Bosch schrijft, in bedekte termen verwijzend naar premier Rutte en zijn kabinet: „Zei iemand uit Den Haag niet onlangs in verkiezingstijd nog dat de afhandeling van de schade ‘netjes’ is geweest? Wat zou ik de Groningers bij de ramp die hen treft een betere en menselijker overheid gunnen. Als Nederlander schaam ik me, schaam ik me diep.”
Wat vooral doorklinkt in de lezersbijdragen: stop de Haagse spelletjes en de bad vibes van de uitsluiting. Wilma van Dorland (49), voormalig tandartsassistente uit Dodewaard, heeft daarvoor een opvallend voorstel. „Het wordt tijd voor een teambuildingdag”, vindt ze. „Haal Wim Hof (the Iceman) eens een dag in huis. Ga met hem stoeien en eindig in een ijsbad. Doe dat eens met z’n allen en ruim op wat er tussen de partijen heerst.”
Correctie: Per abuis stond aanvankelijk in dit stuk dat het lezersonderzoek op 16 oktober gedaan is; dat moet 16 maart zijn.