Verfijnde conversaties in een sanatorium

Schrijver Ilja Leonard Pfeijffer verbindt om de week actualiteit met literatuur. Deze week vergelijkt hij Thomas Mann en de strips over Asterix met de wereld van nu.

De magistrale roman Der Zauberberg van Thomas Mann wordt onrecht aangedaan met elke samenvatting, maar een van de manieren waarop je hem kunt lezen, is als een portret van het einde van een tijdperk. Aan het begin van de twintigste eeuw was de negentiende eeuw nog niet voorbij. Het oude Europa sleepte zich voort op vermoeide voeten over uitgesleten paden en had geen idee meer waar het naar toe moest met de geschiedenis totdat de twintigste eeuw gewelddadig tot uitbarsting kwam met de Grote Oorlog, die aanvankelijk bijna als een oplossing werd verwelkomd. De metafoor die Thomas Mann kiest voor het leven vlak vóór de grote omwenteling, is een sanatorium in de bergen. Het is een plek zoals Hotel California van de Eagles: ‘you can check in any time you like, but you can never leave.’ Of natuurlijk kun je wel weg, maar niemand wil weg, omdat men zich zorgen maakt over zijn gezondheid en met steeds verfijndere kuren de illusie levend houdt dat daar iets aan te doen is. Maar het is de tijd die ziek is. De tijd raakt magisch verdund op die berg en de wereld speelt zich elders af, terwijl de patiënten in het kuuroord ijle hoogten bereiken met elegante conversaties over thema’s die hun urgent voorkomen maar die op het punt staan elke relevantie te verliezen in een nieuwe, grauwe eeuw.

Ik wilde graag een column schrijven over de afgelopen verkiezingen, de uitslag, de vreugde daarover en het formatiespel, en omdat deze rubriek fictie bij de feiten belooft, moest ik een boek verzinnen bij wat ik daarover te zeggen had. Aanvankelijk dacht ik aan de stripboeken over Asterix en aan dat ene kleine Gallische dorpje dat moedig weerstand blijft bieden aan de Romeinse overheersing met onze dappere lijsttrekkertjes in de rol van de dorpelingen die de mondiale tsunami van populisme het hoofd bieden. Maar iemand anders had dat al gedaan. En bovendien klopt die vergelijking niet. Zij is gewoon onwaar.

Het fascistisch populisme van Wilders is niet verslagen, maar grotendeels overbodig gemaakt doordat andere partijen zijn standpunten hebben overgenomen. Dat is niet moedig, maar laf. De Nederlandse toverdrank heet paniek over de peilingen. Ja, akkoord, het had veel slechter kunnen uitpakken. En we kunnen eindeloos discussiëren over subtiliteiten van de formatiestrategie en coalitievarianten die niet per se in alle opzichten een totale verrechtsing hoeven te betekenen. Maar dat doen we niet. Want ook dat is onwaar.

Het is allemaal onwaar op een andere manier. De finesses van onze politieke duidingen zijn als verfijnde conversaties in een sanatorium op een verre berg. We zitten vast in onze twintigste-eeuwse patronen en denken in termen van democratisch gekozen partijen en procentpunten koopkracht ten gevolge van fiscale maatregelen. Terwijl we blijven hechten aan onze procedures als een sanatoriumpatiënt aan zijn ochtendritueel, hebben we niet door dat de twintigste eeuw moe en versleten is en dat de pijlers waarop we onze samenleving hebben gebouwd, zoals democratie en kapitalisme, op het punt staan om met een laatste fatale zucht in te storten.