Drank en vrouwen. Dat uitgerekend demissionair minister Jeroen Dijsselbloem (Financiën, PvdA) daar zelf ooit aan ten onder zou gaan grenst aan het onwaarschijnlijke. Toch bedreigt dit onderwerp zijn voortbestaan als voorzitter van de Eurogroep van ministers van Financiën van de eurozone. In een vraaggesprek met een Duitse krant over de begrotingsdiscipline binnen de monetaire unie zei de minister dat hij niet kon verwachten dat hij kon aankloppen voor financiële steun als hij al zijn geld opmaakte aan drank en vrouwen.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2017/03/a47195b3-4c61-42e3-b84d-a327b3dd6e9f.jpg)
Nederlandse directheid noemde hij dat later en een typisch calvinistische opmerking. En bovendien had hij het slechts over zichzelf. Maar het kwaad was al geschied. In Spanje, Portugal en Italië werd de opmerking opgevat als een sneer aan het adres van Zuid-Europa.
Dijsselbloem heeft aangegeven zijn termijn uit te willen dienen als voorzitter van de eurogroep. Officieel duurt die termijn tot januari 2018. Uitdienen was al ongewis, omdat er geen duidelijke regels zijn voor voorzitters die geen minister meer zijn. Maar er was een gerede kans dat dit alsnog zou lukken. De Nederlandse minister heeft een zeer goede staat van dienst, zowel in het nu demissionaire kabinet, maar zeker ook in Europa, waar hij luttele maanden na zijn aantreden tot voorzitter van de eurogroep gekozen werd en zijn termijn tussentijds verlengd zag.
Dat Dijsselbloems opmerking dit alles nu dreigt te doen ontsporen heeft allereerst te maken met een inschattingsfout. Gewend als hij is zijn woorden op een goudschaaltje te wegen, zeker in Europese financiële en monetaire zaken waarbij de financiële markten in elke komma betekenis zien, moet de minister weten dat elke metafoor een potentiële valkuil is.
Er spelen echter andere zaken mee. Er is al langer Spaanse belangstelling voor het voorzitterschap en wellicht kan de felheid van de Spaanse reactie mede in dit licht worden bezien. Maar bovenal kunnen de reacties uit Zuid-Europa een teken zijn van steeds grotere gevoeligheid en kortaangebondenheid in de internationale én Europese verhoudingen.
Hoe dit verder zal aflopen is de vraag. Wellicht dat het incident een kort leven zal hebben. Maar mocht het alsnog leiden tot een wisseling van het voorzitterschap, dan zou het onterecht zijn als Dijsselbloem dit bij eventuele volgende belangrijke internationale functies wordt nagedragen. Beter zou zijn hem te handhaven. Gezien de mogelijke onrust in de eurozone in de loop van dit jaar, met Franse en Duitse verkiezingen, is een ervaren hand aan het roer van de eurozone te verkiezen.