Nederland kan beter snel andere EU-vrienden zoeken

Brexit-advies Adviesraad waarschuwt dat Den Haag zich niet moet laten uitspelen tijdens onderhandelingen met Britten over hun vertrek.

Foto Matt Dunham/AP

Nederland moet uit eigenbelang snel op zoek naar nieuwe vrienden in de Europese Unie nu het Verenigd Koninkrijk uit het samenwerkingsverband vertrekt. Duitsland is de voor de hand liggende belangrijke partner, maar Nederland zal ook andere coalities moeten zoeken. Zo moet de samenwerking met België en Luxemburg in de Benelux worden geïntensiveerd en ook meer worden gekeken naar landen als Zweden, Denemarken en Ierland.

Dit stelt de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV), een van de belangrijkste adviesorganen op buitenlands terrein in een deze woensdag verschenen rapport. „Na het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU is het nog belangrijker voor Nederland om deel uit te maken van uiteenlopende coalities”, aldus de Adviesraad. De Britse regering zal volgende week woensdag het vertrek uit de EU formeel aankondigen. Vanaf dat moment beginnen de echtscheidingsonderhandelingen die in twee jaar moeten zijn afgerond. Het kabinet vroeg de Adviesraad vorig najaar hoe Nederland zich moet voorbereiden op een Europese Unie waar het Verenigd Koninkrijk geen deel meer van uitmaakt.

Volgens Monika Sie, voorzitter van de commissie die het rapport van de Adviesraad heeft opgesteld, heeft het vertrek van de Britten grote gevolgen voor Nederland, dat na Ierland de grootste handelspartner van het Verenigd Koninkrijk is. „Elke stap weg van het lidmaatschap van de EU zal pijn doen”, zegt zij in een toelichting.

De AIV waarschuwt ervoor niet te lichtvaardig te denken over het Britse besluit. Ook moet volgens Sie niet gedacht worden dat de scheiding in de praktijk niet zo’n vaart zal lopen. „Het heeft me wel getroffen hoeveel er nog op wordt gezinspeeld dat het misschien wel niet zal doorgaan. Maar ons rapport heet niet voor niets Brexit means Brexit.”

Uit eerder onderzoek bleek dat Nederland binnen de EU het vaakst gezamenlijk optrekt met de Britten, de Zweden en de Denen. Nederland voelt zich nu eenmaal nauw verbonden met het Verenigd Koninkrijk en was in de jaren zestig als één van de zes oprichters van de EU dan ook één van de grootste voorvechters van Britse toetreding tot de Unie.

Samenwerken met grote lidstaat

Uit hetzelfde onderzoek kwam naar voren dat samenwerkingsverbanden binnen de EU alleen effectief zijn als een grote lidstaat meedoet. Met het vertrek van het Verenigd Koninkrijk valt die noodzakelijke grote partner weg. Vandaar dat het volgens de AIV „van groot belang” is dat Nederland blijft investeren „in goede relaties met Duitsland en, in mindere mate, ook met Frankrijk”.

Tegelijk waarschuwt de AIV dat Nederland zich tijdens de Brexit-onderhandelingen die nu beginnen niet door de Britten moet laten uitspelen. Nederland moet zich niet „ontvankelijk” tonen voor mogelijke Britse voorstellen die daartoe kunnen leiden, aldus één van de aanbevelingen van de Adviesraad.

„Gezien de grote externe uitdagingen voor de Europese landen, en de veranderingen in de economische en geopolitieke machtsbalans in de wereld kunnen we het ons niet veroorloven om niet hecht te blijven samenwerken met de Britten”, zegt Sie. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met het langetermijnbelang van voortdurende intensieve Europese samenwerking, stelt de AIV.

De Europese Unie moet inzetten op een „veelomvattend vrijhandelsakkoord”. Van het grootste belang is volgens Sie dat een „goede overgangsperiode” wordt afgesproken. De bestaande douane-unie met de Britten zou volgens het rapport van de AIV nog drie jaar moeten worden voortgezet.

De Brexit kan ook gevolgen hebben voor het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid van de Unie. Het adviescollege pleit ervoor het Verenigd Koninkrijk toch „op enigerlei wijze” te betrekken bij het buitenlandbeleid van de EU.

In Den Haag wordt nu onderhandeld over een nieuw kabinet. Volgens Sie hoeft dit geen gevolgen te hebben voor de Nederlandse positie bij de onderhandelingen. „We blijven een land met coalitieregeringen”, zegt zij.