In een poging het diplomatieke conflict met Nederland en Duitsland gaande te houden, heeft de Turkse president Erdogan opnieuw de overtreffende trap gebruikt. Zondag zei hij dat Nederland en Duitsland zo weer concentratiekampen met gaskamers zouden opzetten, dit keer voor de Turken, maar dat ze dat niet durven. „Net als in Bosnië twintig jaar gelden, jarenlang in Afrika, in Indonesië, dreigt Nederland nu onze aantallen te verminderen.”
Ook beschuldigde hij de Duitse bondskanselier Angela Merkel voor het eerst persoonlijk van het gebruik van nazi-methoden. „Jij gebruikt ook nazi-methoden”, zei hij tijdens een toespraak tegen een denkbeeldige Merkel. „Tegen wie? Tegen mijn Turkse broeders en zusters in Duitsland, tegen mijn ministers en afgevaardigden die daarheen reizen.”
Nog altijd probeert de Duitse regering de beledigingen van Erdogan zo veel mogelijk te negeren. Berlijn wil het diplomatieke conflict niet verder laten escaleren, en ook de spanningen tussen mensen van Turkse afkomst in Duitsland niet verder vergroten.
Maar die onderkoelde opstelling wordt wel steeds moeilijker vol te houden. Hoeveel kan Duitsland nog over zich heen laten gaan? „Duitsland zal zijn eer verdedigen’’, zei minister Altmaier, kabinetschef van bondskanselier Merkel, maandag als reactie op de toespraak van Erdogan. Merkel zelf heeft maandag haar toon tegenover Turkije enigszins verscherpt en gedreigd campagneoptredens van Turkse ministers in Duitsland te verbieden, als Turkije niet ophoudt Duitsland te beschuldigen van nazipraktijken. “Mijn uitspraak dat nazivergelijkingen van Turkse zijde moeten ophouden, geldt onverkort”, zei Merkel tegen journalisten.
Tegenstrijdige signalen
Na de Nederlandse parlementsverkiezingen leek het conflict met Turkije langzaam uit te doven. De tegenvallende winst van Geert Wilders paste niet in het verhaal van Erdogan dat het fascisme en de islamofobie oprukt in Europa. En Nederlandse politici richtten zich op de formatie in plaats van op Turkije.
Dit leidde aanvankelijk tot tegenstrijdige signalen uit Ankara. Terwijl de Turkse minister van Buitenlandse Zaken Mevlüt Cavusoglu zei dat er in Nederland geen verschil is tussen de liberalen, de sociaal-democraten en de „fascist” Wilders, verklaarde premier Binali Yildirim dat dankzij de Turkse opstelling „het racisme in Europa voor even is beteugeld”.
Ondertussen greep Erdogan een recente uitspraak van het Europees Hof van Justitie aan om het conflict met Europa een religieus tintje te geven. Het ECJ bepaalde vorige week dat werkgevers hun werknemers mogen verbieden een hoofddoekje te dragen tijdens het werk. Mits dit verbod duidelijk is vastgelegd in het bedrijfsreglement en het ook voor andere religieuze symbolen geldt.
„Waar is de vrijheid van religie”, vroeg Erdogan zich af. „Ze zijn een strijd begonnen tussen het kruis en de halve maan, er is geen andere verklaring voor.” Hij riep het ECJ op om ook het joodse keppeltje te verbieden. Blijkbaar realiseerde hij zich niet dat het vonnis juist ging over een verbod op álle religieuze symbolen op de werkvloer. Of hij verdraaide moedwillig de feiten.
De kwestie van de hoofddoek resoneert bij Erdogans religieuze achterban. Tot enkele jaren geleden was het in Turkije zelf verboden om een hoofddoek te dragen in openbare gebouwen. Religieuze families stuurden dochters noodgedwongen naar universiteiten in Egypte of Syrië, omdat ze niet wilden dat ze zonder hoofddoek zouden rondlopen.
‘Schandaal’ in Frankfurt
Dit weekend dienden zich in Duitsland nog twee gebeurtenissen aan die het diplomatieke dispuut tussen Turkije en Duitsland opnieuw aanwakkerden. In Frankfurt gingen zaterdag tienduizenden Koerden de straat op om te demonstreren tegen Erdogan en het referendum over de uitbreiding van de presidentiële macht. Betogers zwaaiden met vlaggen van de Koerdische guerrillabeweging PKK, die in Turkije en in Europa op de terreurlijst staat, en van PKK-leider Abdullah Öcalan.
Dit was koren op de molen van de Turkse regering, die Duitsland al langer verwijt terrorisme te steunen. „Het is onacceptabel om symbolen en slogans van de PKK te zien, terwijl Turkse ministers en parlementariërs worden verhinderd om hun eigen burgers te ontmoeten”, zei de woordvoerder van Erdogan in een verklaring. Hij zei dat het „schandaal” in Frankfurt laat zien dat Europese landen een ‘nee’-stem bij het referendum actief proberen te stimuleren.
Duitsland erkent dat in Frankfurt de wet is overtreden. Niet alleen geldt de PKK in Duitsland als een verboden terreurorganisatie, maar vlaggen en spandoeken met PKK-symbolen of portretten van de leider zijn in Duitsland ook verboden. De politie vroeg de betogers de vlaggen op te rollen, maar greep niet in toen dat niet gebeurde – naar eigen zeggen om het vreedzame verloop van de betoging niet in gevaar te brengen. Wel maakte de politie video-opnames van de vlagdragers, om op basis daarvan strafrechtelijk onderzoek te kunnen instellen. Waarom een groot portret van Öcalan op een podium niet werd verwijderd, is onduidelijk.
Beweging Gülen ‘niet achter coup’
En dan was er het interview met Bruno Kahl, het hoofd van de Duitse buitenlandse inlichtingendienst BND. Hij zei zaterdag in Der Spiegel dat Duitsland niet gelooft dat de beweging van de Turkse imam Fethullah Gülen achter de mislukte coup zit. Turkije heeft geprobeerd Duitsland „op allerlei niveaus daarvan te overtuigen, maar dat is nog niet gelukt”.
De regering was volgens Kahl al bezig met een grote zuivering, toen dacht een deel van het leger, laten we maar snel een coup plegen voor wij ook aan de beurt komen – wat Erdogan vervolgens weer aangreep als „een welkom voorwendsel’’ voor verdere zuiveringen.
Het interview leidde tot verbijsterde reacties in Turkije, waar de overtuiging dat Gülen de militaire machtsgreep heeft georkestreerd, breed wordt gedeeld. Een woordvoerder van Erdogan zei zondag in een interview met CNN Türk dat de uitlatingen van Kahl het bewijs zijn dat Duitsland de couppoging steunde en ook de Gülenbeweging ondersteunt. Hij zei ook dat Erdogan mogelijk opnieuw ministers naar Duitsland zal sturen om campagne te voeren voor het referendum.