De harde diplomatieke botsing tussen Nederland en Turkije is ook in de Duitse politiek met argusogen gevolgd. „Het allerbelangrijkste is nu dat Erdogan het referendum verliest”, zegt Cem Özdemir, leider van de Groenen en een invloedrijke stem in Duitse debatten over Turkije. „Daar moeten we ons in Europa gezamenlijk op richten. De Europese landen moeten de Turkse oppositie steunen en zich niet tegen elkaar laten uitspelen.”
Een week geleden waarschuwde Özdemir nog dat het averechts werkt als Europese landen een inreisverbod opleggen aan leden van de Turkse regering, die campagne komen voeren voor het referendum van 16 april. Met die volksraadpleging wil president Erdogan een sterke uitbreiding van zijn macht afdwingen.
Een verdere escalatie van de diplomatieke crisis zou Erdogan alleen maar helpen, zei Özdemir. Toch heeft de Duitse parlementariër, zoals velen in Duitsland, nu begrip voor de Nederlandse weigering Turkse ministers binnen te laten.
„Het is begrijpelijk dat Nederland dit voor de verkiezingen niet wilde. En Turkije heeft geen open kaart gespeeld met Den Haag. Ik vind het dan ook goed dat onze regering heeft gezegd dat Duitsland solidair is met Nederland.”
Als maar niet uit het oog wordt verloren, benadrukt hij, dat „Erdogan permanent wil escaleren. We moeten dat spel niet meespelen”.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/03/web_1503ihn_turkijereconnw2.jpg)
De-escalatie
Dat betekent: de-escaleren en zo min mogelijk ingaan op alle provocaties uit Ankara. Over het feit dat Erdogan de regeringen van Nederland en Duitsland heeft vergeleken met de nazi’s, zegt Özdemir: „Op dat niveau moet je helemaal niet in gesprek gaan.” Hij is tegen een algeheel inreisverbod voor Turkse politici op campagne, en pleit ervoor om aanvragen van geval tot geval te bekijken. „Je moet het alleen niet laten opknappen door de lokale autoriteiten”, wat tot nu toe aanpak van de regering-Merkel is.
Dat Erdogan het referendum verliest is niet alleen van cruciaal belang voor Turkije, onderstreept Özdemir, ook voor de Europese landen waar veel mensen van Turkse afkomst wonen, die de regering Erdogan onder druk zet en via moskeeën laat bespioneren. Zelf is hij in 1965 in Baden-Württemberg geboren als zoon van Turkse immigranten. Voor Erdogan-aanhangers in Europa heeft Özdemir een scherpe boodschap: „Hoe kun je hier genieten van alle voordelen van de democratie en de rechtsstaat, en tegelijk stemmen voor een dictatuur in een land waar je zelf niet wil wonen? Dat argument zouden we in Europa veel sterker moeten uitdragen.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/03/c3e28c87-bbf5-49df-bab0-749308cebe94.jpg)
Pro-Erdogan-media
Onlangs pleitte Özdemir voor de oprichting van een publieke Turks-Duitse televisiezender. „Veel mensen met een Turkse achtergrond krijgen hun informatie hier van de officiële Turkse televisie of de pro-Erdogan-kranten. Die vertellen hun dag-in-dag-uit dat ze op vijandelijk grondgebied wonen. Dat gaat ten koste van de goede verhoudingen en de integratie in onze samenleving.”
„We moeten deze mensen ook wat betreft de media en de cultuur integreren. Ik noemde vorige week als voorbeeld televisie, maar het geldt ook voor radio en andere media. We moeten zorgen dat er een alternatief aanbod is. Ik bedoel geen antipropaganda, maar kwalitatief goede informatie. En programma’s waarin mensen met verschillende standpunten met elkaar in discussie gaan, zoals hier voortdurend gebeurt. Helaas kijken niet alle Duitse Turken naar de [Duitse publieke zender] ARD. Al te lang hebben we gezegd: daar bemoeien we ons niet mee. Maar het is belangrijk. En het is ook legitiem dat de overheid daar geld voor uittrekt, want dit publiek betaalt óók kijk- en luistergeld. Wie hier een leven wil opbouwen moet zich op Duitsland richten, niet op Ankara – net zoals de Duitsers uit Rusland die hier leven moeten ophouden zich op Moskou te richten.”