Amsterdam gaat zijn bestuurlijk stelsel hervormen op een manier waar geen enkele partij in de gemeenteraad helemaal achter staat. Dat is de uitkomst van een verhit debat in de gemeenteraad woensdagavond, waar woorden als „walgelijk”, „schande” en „verraad” vielen.
Met het voorstel neemt Amsterdam definitief afscheid van de gekozen stadsdeelbestuurders. Zij worden vervangen door ambtelijke bestuurders die door het college van Burgemeester en Wethouders worden benoemd. Zij worden op hun beurt geadviseerd door adviesraden die door bewoners in 22 wijken worden gekozen.
Het college moest met een voorstel komen voor de herinrichting van het bestuurlijk stelsel, nadat een onafhankelijke commissie had vastgesteld dat de bestuurscultuur in de stad te lijden heeft onder de onduidelijkheid in het huidige systeem van bestuurscommissies zonder al te veel bevoegdheden. De deelraden waarmee de stadsdelen jarenlang werden bestuurd, waren al eerder afgeschaft vanwege een wet van het kabinet-Rutte I.
Met een smalle meerderheid van alleen de drie coalitiepartijen werd het voorstel van verantwoordelijk wethouder Abdeluheb Choho (D66) woensdagavond aangenomen. Tijdens de raadsvergadering bleek dat geen van de partijen in de gemeenteraad enthousiast is over het voorstel – ook de coalitiepartijen niet. „Het is een compromis”, zei Macha ten Bruggencate, raadslid voor D66. „De hoofdlijnen vind ik goed genoeg”, zei Marja Ruigrok van de VVD. SP-raadslid Daniël Peters liet zich ontvallen dat voor zijn partij de gekozen adviesraden niet hadden gehoeven. „Maar die verkiezingen zijn een uitgesproken wens van D66, onze coalitiepartner. Daarom steunen we dit voorstel.”
Meer draagvlak
Voor de grootste oppositiepartijen, PvdA en GroenLinks, is het ontbreken van een werkelijke, democratisch gelegitimeerde tegenmacht het grootste probleem van dit voorstel. De 22 adviesraden, in het voorstel het enige orgaan dat wordt gekozen, kunnen de benoemde bestuurders alleen maar van advies dienen. Nergens is vastgelegd wat die bestuurders met het advies moeten doen.
De voltallige oppositie drong in de raadsvergadering aan op uitstel van de stelselwijziging. Maar de coalitiepartijen bleken vooraf te hebben afgesproken dat ze dit voorstel nu zouden aannemen. PvdA en GroenLinks hadden de afgelopen weken meermaals over een alternatief gesproken met D66-woordvoerder Ten Bruggencate en meenden met haar partij tot een afspraak te zijn gekomen. Ten Bruggencate ontkende dat in de vergadering en zei dat ze slechts had geprobeerd „meer draagvlak” te vinden voor een variant op dit voorstel, maar dat het niet was gelukt.
PvdA en GroenLinks probeerden haar te laten erkennen dat er nooit enige manoeuvreerruimte rond dit voorstel had bestaan, aangezien de partij zich al eerder had vastgelegd op afspraken met VVD en SP. Die twee collegepartijen hebben nooit een geheim gemaakt van hun voorkeur voor de afschaffing van de stadsdeelbesturen.
De hele oppositie, van de Partij van de Ouderen tot de Partij van de Arbeid, zag niet de noodzaak om juist nu tot een besluit te komen. De partijen verwezen naar het antwoord dat minister Plasterk (Binnenlandse Zaken, PvdA) eerder deze maand aan het college van B en W stuurde. De vraag aan de minister was of dit voorstel een juiste invulling gaf aan de landelijke wetgeving. De minister schreef onder meer dat „nu nog moeilijk vast te stellen” is of de bevoegdheden van de bestuurscommissies zich goed verhouden tot hun taken en tot de wet. Zelfs de minister, zo concludeerde de oppositie, vond het voorstel nog onrijp.
Wethouder Choho betoogde woensdagavond dat het college nu vroeg in te stemmen met de hoofdlijnen van het stelsel en dat de uitwerking in en na evaluatie van de praktijk zal plaatsvinden.