Hoogleraar rechtsfilosofie: ‘Politici brengen rechtsstaat in gevaar’

Hoogleraar rechtsfilosofie Wouter Veraart Willen politici de rechtsstaat nog wel beschermen? Dat valt tegen, zegt hoogleraar Veraart. „Het is een sombere situatie.”

Illustratie Roel Venderbosch

Wouter Veraart ziet het gedrag van de Amerikaanse president Donald Trump terug in de verkiezingsprogramma’s van Nederlandse politieke partijen. „In die programma’s lees ik dezelfde soort plannen als wat Trump nu doet in Amerika, met dezelfde discriminerende werking. Ook hier wordt de rechterlijke macht straks getest, dat gaat gewoon gebeuren.”

Wouter Veraart is hoogleraar rechtsfilosofie aan de Vrije Universiteit en hij is voorzitter van de commissie die dertien verkiezingsprogramma’s heeft doorgenomen op hun rechtsstatelijke gehalte. Het idee om zo’n scan te doen, komt van de Nederlandse Orde van Advocaten. Die zocht ook de commissie bij elkaar: vijf hoogleraren en advocaten hebben samen het rapport geschreven.

Het was hun bedoeling, vertelt Veraart, om in de verkiezingsprogramma’s zo mín mogelijk voorstellen te vinden die de rechtsstaat schaden. Dat is mislukt. In 2012 maakte hij voor het eerst zo’n rapport. Toen hadden twee van de tien partijen voorstellen in hun programma staan die in strijd zijn met de rechtsstaat. Nu vond de commissie zulke plannen bij vijf van de dertien partijen. „Dat is bijna 40 procent en dat vind ik schokkend.”

Lees ook: Voorstellen van vijf partijen ‘in strijd met rechtsstaat’

Sommige van die voorstellen zijn zo drastisch dat ze onze eigen vrijheden op het spel zetten.

Wat heeft u het meest getroffen aan de programma’s?

„De gevestigde partijen die altijd hebben gezegd, bij ons is de rechtsstaat veilig, die kiezen in de turbulentie van dit moment voor voorstellen die in strijd zijn met de rechtsstaat. In ons stoplichtsysteem krijgen zulke plannen een rood licht. De VVD en het CDA hebben ook één of meer rode lichten van ons gekregen. Dat vind ik zorgwekkend. Het is een sombere situatie.”

U schrijft in het rapport dat die partijen zelf een gevaar voor de rechtsstaat zijn. Waarom?

„Partijen proberen zorgen over terrorisme, jihadisme en slecht controleerbare vluchtelingenstromen serieus te nemen en ze komen met plannen om daar iets aan te doen. Alleen sommige van die voorstellen zijn zo drastisch dat ze onze eigen vrijheden op het spel zetten. Als je de grenzen sluit voor alle moslims, zoals de PVV wil, doe je afbreuk aan het idee dat we in Nederland mensen gelijk behandelen. In antwoord op de dreigingen zou je moeten zoeken naar maatregelen die de rechtsstaat zelf geen geweld aandoen.”

Welke criteria heeft u gehanteerd?

„We hebben een minimale toetsing gedaan, met drie minimumeisen waarvan iedereen zegt: ja, dit hóórt bij een rechtsstaat. Eerste eis is dat de overheid voorspelbaar moet zijn en zichzelf ook aan de regels houdt. Tweede eis is dat de fundamentele mensenrechten niet worden geschonden en eis drie is de vraag of iedereen toegang tot de onafhankelijke rechter houdt. Het moest vooral a-politiek zijn, we wilden geen discussie over de vraag of wij de rechtsstaat niet te ruim interpreteren.”

Waarom is dat, om de kritiek van links hobbyisme voor te zijn?

„Omdat er altijd veel discussie is over de rechtsstaat en wat die precies inhoudt. Dat is terecht, want de rechtsstaat is een dynamisch ding en dat is ook goed. Over twintig jaar vullen we de vrijheden van nu misschien anders in. Ik vind ook dat het op zich ook de taak van politici is om de rechtsstaat te veranderen. Maar er is wel een soort kern, en dat zijn die drie criteria voor ons. Kijk naar landen als Turkije, waar deze basis op losse schroeven staat. Die vrijheden staan ook hier op het spel, in mijn ogen.”

Als het plan van de VVD doorgaat, kun je je straks bij de rechter niet meer op je mensenrechten beroepen.

Welk specifiek plan vindt u het ergst?

„Ik vind veel voorstellen ernstig, in elk geval degene die discriminerend zijn. Wat me ook aangrijpt is wat de VVD wil: die stelt voor om de directe werking van internationale verdragen, waar ook mensenrechten bij horen, uit de Nederlandse rechtsorde te halen. Het is toch onwaarschijnlijk dat de grootste regeringspartij zoiets voorstelt? Als dit doorgaat, kun je voor de Nederlandse rechter geen beroep meer op die mensenrechten doen. Zonder adequate bescherming van fundamentele rechten vinden wij een land niet meer rechtsstatelijk. Ze willen die verdragen opzeggen omdat ze in de weg zitten bij hun immigratiebeleid. Dit komt heel dicht in de buurt bij wat je in Amerika met Trump ziet gebeuren: hij voelt zich gehinderd bij het uitvoeren van zijn decreten.”

Als de rechter niet meer aan die internationale verdragen mag toetsen, hoe zijn immigranten hier dan nog beschermd?

„Niet, volgens mij. Punt is: het gaat niet alleen om hen, maar om ons allemaal. Niemand kan zich dan meer op die verdragen beroepen. Natuurlijk kun je zeggen, we willen de boel anders organiseren, bijvoorbeeld met een constitutioneel hof dat Nederlandse wetten aan de Grondwet toetst. Dat kan nu niet. Sommige partijen willen dat regelen, maar de VVD niet. Als hun plan doorgaat, kun je je straks bij de rechter niet meer op je mensenrechten beroepen, zoals op de vrijheid van godsdienst of de vrijheid van meningsuiting.”

Als de PVV de macht zou krijgen, zijn we vrij snel onze rechtsstaat kwijt.

Is dit PVV-light, of erger?

„Het is niet aan mij om partijen met elkaar te vergelijken. Het is een heftig en schadelijk voorstel.”

De PVV heeft een programma van tien punten. Vijf daarvan zijn volgens u in strijd met de rechtsstaat. Dat is de helft.

„Het hadden er nog meer kunnen zijn. We hebben besloten om het een beetje samen te vatten. Bijvoorbeeld deze: de PVV stelt voor om alle islamitische scholen te sluiten, om de Koran te verbieden en om radicale moslims preventief op te sluiten. Deze maatregelen zijn in strijd met de vrijheid van onderwijs, de vrijheid van godsdienst, de vrijheid van meningsuiting, het recht op een behoorlijk proces én ze zijn discriminerend. Als deze partij de macht zou krijgen, zijn we vrij snel onze rechtsstaat kwijt. Als rechters dan geen weerwerk bieden, hebben we geen vrijheid meer in Nederland. Dan is het plotseling afgelopen.”

Kan de rechtspraak hier dat aan?

„Onze rechterlijke macht is a-politiek. Hun uitdaging is om dat te blijven, om niet te schrikken en gewoon te doen wat ze moeten doen, zonder aanzien des persoons. Dan kunnen ze het wel een tijdje tegenhouden, dat vertrouwen heb ik wel.”

U zegt, die kant moeten we niet op?

„We willen kiezers bewust maken. Het lijkt leuk, om mee te gaan met de onvrede en een proteststem uit te brengen. Maar je doet dan wel iets met ons land, je zet vrijheden waar je zelf van profiteert op het spel door op één van de partijen te stemmen die nu de rechtsstaat willen ontmantelen. Want dat is in feite wat ze voorstellen. En uit niets blijkt dat het een grap is.”

We willen de kiezer wel bewust maken van wat er op het spel staat.

Bedoelt u alleen de PVV of ook andere partijen?

„Van alle partijen die ‘rode’ voorstellen doen, vind ik het even ernstig. Onze commissie geeft geen stemadvies. We willen de kiezer wel bewust maken van wat er op het spel staat.”

De commissie heeft heus niet alléén maar slecht nieuws, zegt Veraart zo tegen het einde van het gesprek. „We zijn geen zwartkijkers met een horrorverhaal.” In het algemeen hebben politieke partijen meer aandacht voor de rechtsstaat dan vier jaar geleden, zegt hij. „Ze hebben oog voor de grote technologische ontwikkelingen en hoe belangrijk het is om de privacy van burgers daarbij te beschermen. En veel partijen willen in actie komen tegen discriminatie, dat vinden we ook positief.”

Tegelijk ziet u ook nog ‘staatsrechtelijke onrust’. Wat betekent dat?

„Dat klopt, we maken ons zorgen over de staatsrechtelijke vernieuwingsdrift. Het klinkt leuk, de Eerste Kamer afschaffen of de Tweede Kamer inkrimpen. Alleen doet dat ook iets met het machtsevenwicht. In een rechtsstaat is het belangrijk om het gedrag van de overheid te kunnen controleren. Daar lijken partijen zich niet zo van bewust. Ze draaien aan allerlei knoppen, maar hebben weinig aandacht voor de gevolgen. Dat komt er nog bij, in deze toch al turbulente omstandigheden.”

Aan welke behoefte denken partijen te voldoen met al dit soort plannen?

„Ze willen antwoord geven op de onvrede over de gevaren van buiten én over de onvrede die zich op de instituties zelf richt. Maar als je alles tegelijk op de schop neemt, is dat slecht voor de rechtsstaat. Die is toch erg gebaat bij bestendigheid, continuïteit en kalm overleg. De partijen willen laten zien wat voor stoere maatregelen ze kunnen verzinnen om het allemaal anders te doen. Maar ik denk dat mensen diep van binnen juist behoefte hebben aan rust, overleg en bescherming van hun vrijheden.”