Is mijn koelkast koud genoeg?

Foto iStock

Er is iets met mijn koelkast. Ik wilde zijn inwendige temperatuur meten en de resultaten waren niet bemoedigend. De temperatuur waarop mijn koelkast staat ingesteld (6°C) wordt alleen in de groentela gehaald. Bovenin loopt de temperatuur op slechte dagen op tot tegen de 11°C. De koelkast is hooguit koel. Wat is hier aan de hand? Het licht verontrustende antwoord is: niets bijzonders. In de vakliteratuur over huiselijke koelkasten staat duidelijk dat de temperatuur onvoorspelbaar is.

Eerst het waarom. Niet al ons eten verlangt dezelfde koelkasttemperatuur. Het Voedingscentrum wil dat we onze koelkast afstellen op 4°C. Vis en vlees moeten op de koudste plek (4°C), groente juist op een niet zo koude plek (6 à 7 °C). Vruchtgroenten zoals tomaten moeten helemaal niet in de koelkast. Het Voedingscentrum biedt daarom bewaarinstructies per product, en vertelt iets bemoedigends over de groentela: daar ‘is de temperatuur wat hoger dan in de rest van de koelkast’. Dat is beter voor de sperziebonen en de sla. Het centrum meldt ook dat de plank onder in de koelkast de koudste plek is, voor vlees en vis.

Lees ook: Mogen tomaten echt niet in de koelkast?

Dat hebben we nagemeten met drie koelkastthermometers. De voorspellingen klopten niet helemaal – thuis was het bovenin inderdaad het warmst, maar was juist de groentela het koudst.

Bij drie andere koelkasten was het resultaat steeds anders. Bij de buren was de hele koelkast 3°C. Bij een collega was het het warmst bovenin, en waren groentela en de plank erboven precies even koud. Alleen de koelkast van de redactie hield zich netjes aan de afspraken. Bovenin 5°C, onderin 3°C, groentela 7°C.

Een paar maanden geleden verscheen een wetenschappelijke verhandeling met de titel The use and performance of household refrigerators: a review. Een overzicht van pakweg dertig jaar koelkastkennis.

Koelkasten hebben koude en koele plekken en het verschil kan oplopen tot 5 graden. In veel koelkasten is het dus wel ergens 9 à 10 °C. In de meeste landen wordt een gemiddelde koelkasttemperatuur van maximaal 5°C aanbevolen, en die wordt zelden gehaald. De koelkast werkt niet mee, en mensen houden zich ook niet aan de temperatuurinstelling – of ze hebben alleen een draaiknop met onduidelijke nummers.

Evenmin kun je ervan op aan dat koelkasten bovenin het warmst zijn en onderin het koudst. Er zijn wel tien studies naar gedaan, en maar één ding is zeker: in de deur is het altijd het warmst (waarom zetten we daar de melk in?). Daarna is de bovenste plank meestal de warmste. Maar niet altijd, en wat de koudste plek is, is onvoorspelbaar. In één onderzoek wisselde de temperatuurverdeling zelfs van dag tot dag, in één koelkast.

Wat te doen? Om te beginnen: de koelkast kouder zetten, als-ie nog niet op 4°C staat. En dan meten. Een koelkastthermometer heb je al voor 4 euro. Wieke van der Vossen van het Voedingscentrum adviseert: leg er af en toe één een paar uur onderin de koelkast in een bakje water.

Een Brits rapport uit 2010 adviseert 2 of 3 thermometers te kopen, en die er gewoon los in te laten liggen. Dat werkte thuis prima. De auteurs van dat rapport vragen zich tegelijk terecht af waarom consumenten hiermee worden opgezadeld. Beste koelkastfabrikanten, plak een schemaatje in elke koelkast met de temperatuurverdeling.