Het zou een historische dag moeten worden: tien jaar na de start van het strafproces rond de Decembermoorden zou aanklager Roy Elgin donderdag het requisitoir voorlezen en de strafeis tegen hoofdverdachte Desi Bouterse bekendmaken. Bouterse, in de jaren tachtig legerleider en sinds 2010 president van Suriname, is hoofdverdachte in de zaak rond de moord op vijftien tegenstanders van zijn militaire regime in 1982. Nog geen half uur na aanvang van de zitting liepen de aanwezigen terneergeslagen en verbijsterd naar buiten: voor de zoveelste keer werd de zaak geschorst.
Aanklager Elgin maakte bekend dat het Openbaar Ministerie in hoger beroep gaat tegen het besluit van de Krijgsraad om het strafproces te hervatten. Hoewel de Krijgsraad hierover geen officieel document heeft ontvangen en ook niet duidelijk is waarom hoger beroep is aangetekend, besloot rechter Cynthia Valstein-Montnor de zaak toch voor onbepaalde tijd stil te leggen: het Hof van Justitie moet zich er nu eerst over buigen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/02/bouterse.jpg)
Nabestaanden reageerden teleurgesteld en vol ongeloof. „Je vraagt je bij elke zitting steeds af: welk konijn wordt er nu weer uit de hoed getoverd?”, aldus filmproducent Eddy Wijngaarde, broer van journalist Frank Wijngaarde, een van de slachtoffers van de Decembermoorden.
Volgens Hugo Essed, advocaat van de nabestaanden, is het helemaal niet mogelijk dat het OM nu in hoger beroep gaat, omdat dit volgens hem alleen kan als het gaat om een beschikking uit het Wetboek van Strafvordering. In dit geval richt de afwijzing van de Krijgsraad en het besluit de rechtszaak voort te zetten zich tegen een resolutie van de regering. „Ik verwacht dat het Hof dit verzoek van het OM direct afwijst omdat het wettelijk niet kan”, aldus Essed.
Maar Harish Monorath, deken van de Surinaamse Orde van Advocaten, meent dat binnen het procesrecht het OM wel in hoger beroep kan gaan. „Het komt niet vaak voor, meestal gaan verdachten in hoger beroep, maar het kan wel en het Hof zal nu objectief moeten kijken naar de bezwaren van het OM en het hoger beroep al dan niet toewijzen”, zegt deken Monorath.
Het besluit van het OM om in hoger beroep te gaan, waardoor de zaak verder vertraagt, wekt het vermoeden dat het OM is gezwicht voor de druk van de regering-Bouterse en niet geheel onafhankelijk opereert. Aanklager Elgin zei eerder dat hij al sinds 2012 klaar is om zijn 31 pagina tellend requisitoir te houden. En daarbij wekte Bouterse vorige week tijdens een persconferentie de indruk dat hij al op de hoogte was van de uitkomst van deze zitting. „Het zal wel eens heel anders kunnen uitpakken dan nabestaanden hopen”, zei Bouterse toen. Volgens de advocaat van Bouterse, Irwin Kanhai, heeft de regering er niets mee te maken. „De regering kan geen enkele invloed uitoefenen want het OM staat op zichzelf en is vrij en onafhankelijk”, zei hij.
Als het verzoek tot hoger beroep wordt afgewezen, betekent dit overigens niet dat de aanklager per definitie zijn requisitoir zal houden: Elgin kan dit weigeren. Maar ook zonder het requisitoir kan de Krijgsraad bepalen om recht te spreken. „De rechter kan zich dan beroepen op de bewijzen en zelf ambtshalve recht spreken”, aldus Monorath van de Orde voor Advocaten.