Opinie

En dan zeggen ze: ‘Zeg eens eerlijk Tofik, Geert heeft toch een punt?’

Stel, Wilders wint de verkiezingen. „Niemand die ik ken staat met zijn koffers bij de grens”, schrijft . Hij zelf ook niet. Maar moslims zijn wel op hun hoede.

Veel Nederlanders weten niet op wie ze zullen stemmen; ze moeten de StemWijzer nog invullen, enkele partijprogramma’s bestuderen, naar een lijsttrekkersdebat kijken en dan gaan ze eens bepalen welke partij het beste bij hen past. Wat een luxe.

Ik sprak met mijn moeder over of ze na de verkiezingen op 15 maart op de terugweg van een vakantie in Marokko op Schiphol zou worden tegengehouden door een Nederlandse variant op de muslim ban. We lachten die gedachte weg, als boeren met kiespijn. Een dierbare vriendin is nuchterder: „Je bent gek als je nu niet aan een plan B denkt.” Als ex-Kamerlid ken ik ons politieke systeem van binnenuit, dus ik weet dat grondwetswijzigingen of Trumpiaanse toestanden hier niet zomaar kunnen. En toch denk ook ik aan voorzorgsmaatregelen, want ‘je weet maar nooit’.

„Stel je niet zo aan.” Ik hoor mensen het al zuchtend en puffend zeggen: „Zo ver komt het in Nederland nooit.” Dat dacht ik vroeger ook. Ik dacht zoveel: bijvoorbeeld dat een partij met een vurig pleidooi voor een ‘kopvoddentaks’ de volgende dag op nul zetels zou staan in plaats van met het CDA en de VVD te mogen regeren als ‘gedoogpartner’. Ik dacht dat een partij die hardop zou fantaseren over ‘minder Marokkanen’ zijn eigen graf zou graven’, in plaats van een tweeling te baren, genaamd VoorNederland en Forum voor Democratie. Ik dacht dat een partij die onze agenten zou willen inzetten om moskeeën te sluiten en langs huizen te gaan om korans in beslag te nemen, definitief ontmaskerd zou worden, in plaats van de grootste in de peilingen. „Op een gegeven moment waait het wel over’” – ik was ervan overtuigd. De aanhoudende terroristische aanslagen na 9/11 schreeuwden nu eenmaal om een grondig debat over de bron van dit probleem. Alleen gaat dit debat al lang niet meer over extremistische moslims. Het gaat over moslims, eigenlijk over alles wat niet-wit is. Het gaat over wat voor kleding we dragen, wat we eten, wat voor zenders we thuis kijken, met wie we trouwen, hoeveel kinderen we krijgen, met welke mensen we omgaan, hoe we groeten.

De PVV is het luidst, maar heeft nooit een monopolie gehad. Vrijwel iedereen is schuldig aan het geleidelijk ontmenselijken van moslims en alles wat op hen lijkt: een islamnota van de VVD, dan weer een van de ChristenUnie, dan weer de SP met een verwijzing naar de brochure ‘Gastarbeid en Kapitaal’ uit 1983 om te claimen dat zij toch echt als eersten aan de bel hebben getrokken, daarbovenop de PvdA met een voorstel tot een verbod op het hele salafisme als stroming.

In debatcentrum De Balie filosofeerde men vorige maand hardop over een maximaal toelaatbaar percentage van 1 à 2 procent moslims per land en het uitzetten van wat zonder verdere uitleg ‘beroepsmoslims’ werd genoemd. Dat gebeurde nota bene in het bijzijn van VVD’er Frits Bolkestein, GroenLinkser Meindert Fennema en rechtsgeleerde Paul Cliteur. Op de vraag of het uitzetten van ‘beroepsmoslims’ juridisch te fixen is, antwoordde Cliteur: „Je kan voorzichtiger beginnen.” Een meerderheid van de Amsterdamse gemeenteraad vond de uitspraken „absoluut ontoelaatbaar”. Over de kritiek zei Cliteur: „Er kan al zo weinig worden gezegd.” Dat is alsof ik tijdens Kerst, als de hele dag ‘All I want for christmas is you’ uit de luidsprekers klinkt, beweer dat je nu nooit eens Mariah Carey hoort.

Het wil maar niet stoppen. Zelfs als moslims publiekelijk afstand nemen van terreur in naam van hun geloof, zelfs als ze demonstreren tegen terreur, zelfs als de meest conservatieve geleerden zich in fatwa’s tot in detail uitspreken tegen terreur, worden veel Nederlanders getroffen door een tijdelijke blindheid: „We zien de gematigde moslims nooit.”

En dan zeggen ze tegen mensen als ik: „Zeg eens eerlijk Tofik, Geert heeft toch een punt? Jij als homo zou dat moeten begrijpen.” Maar de meeste moslims voelen meer dreiging van extremistische moslims dan niet-moslims ooit zullen ervaren. Zij zijn in overgrote meerderheid zélf het slachtoffer, zowel in het aantal doden en gewonden als in de beeldvorming.

First they came for Muslims and we said not today motherfucker!’, stond op een kartonnen bord tijdens de Amerikaanse protesten tegen de muslim ban. Ontroerend, maar niet helemaal waar. Toen alleen moslims het doelwit waren, was de solidariteit bescheiden. Net zozeer als dat moslims weinig van zich lieten horen toen Trump Mexicanen vernederde. Pas nu blijkt dat Trump ook een reële dreiging vormt voor vrouwen, homo’s, journalisten, rechters, joden en feiten is de massa op de been gekomen. Sinds de verkiezing van Trump is het onmogelijke mogelijk. De ironie is bijna niet te bevatten: politici die moslims en immigranten afschrijven vanwege hun denkbeelden over joden, vrouwen en homo’s blijken zelf overvol te zitten met dat soort denkbeelden.

Er wordt vaak gezegd dat de ‘linkse elite’ de PVV-stemmer wegzet als achterlijk en asociaal. In werkelijkheid schat niemand deze stemmer zo laag in als Geert Wilders zelf. Hij weet dat hij de door hem beloofde gouden ‘islamvrije’ bergen, nooit zal leveren. Niet zonder deportaties, niet zonder geweld.

Het maakt niet uit of de PVV in het kabinet komt of ‘slechts’ de grootste wordt of groeit. Dat is voor veel mensen het zoveelste bewijs dat extreme maatregelen voor veel Nederlanders denkbaar zijn. Niemand die ik ken staat met zijn koffers bij de grens. Ik ook niet. De liefde voor dit land is groot, het besef dat het elders geen walhalla is ook. Zie Nederland als een gebouw. Een deel van de mensen in het gebouw is om zich heen aan het kijken. Ze checken waar de nooduitgang is.