Een oerkreet klonk door de Gangneung Oval. Met gebalde vuist rende Jan Smeekens over het middenterrein. Goud op de 500 meter bij de WK afstanden, als eerste Nederlander ooit: 34,58 seconden. Sneller dan de Duitser Nico Ihle (34,66) en de Russische topfavoriet Roeslan Moerasjov (34,76). Eindelijk de eerste grote internationale titel voor ‘de Japanner uit Salland’.
Dat scorebord in Sotsji in 2014, die ‘1’ die plotseling in een ‘2’ veranderde, toen won hij geen olympisch goud, maar zilver. Zijn verdriet duurde lang. Dat ene moment overschaduwde zijn carrière en de ultieme beloning bleef nadien uit. Tot deze vrijdag op de olympische ijsbaan van Gangneung. Hij zag landgenoot Dai Dai Ntab vallen, zag in de voorlaatste rit dat nog altijd niemand zijn tijd had verbeterd. Pas toen Moerasjov in de laatste rit niet sneller was, explodeerde Smeekens. De oerkreet vertelde zijn hele verhaal. Even later schaatste de Nederlandse vrouwenachtervolgingsploeg naar goud.
Wind in de rug pagina E11