Een oerkreet klonk door de Gangneung Oval. Met gebalde vuist rende Jan Smeekens over het middenterrein. Goud op de 500 meter bij de WK afstanden, als eerste Nederlander ooit. Zijn snelste race op zeeniveau: 34,58 seconden. Sneller dan de Duitser Nico Ihle (34,66) en de Russische topfavoriet Roeslan Moerasjov (34,76). Eindelijk dan de eerste grote internationale titel voor de Japanner uit Salland, zoals zijn bijnaam luidt. Een dag voor zijn dertigste verjaardag. Toch nog.
Dat scorebord in Sotsji, die ‘1’ die na afloop plotseling in een ‘2’ veranderde, geen olympisch goud maar zilver. Zijn verdriet was intens en duurde lang. Dat ene moment overschaduwde een hele carrière. Want wie weet nog dat Smeekens in het seizoen 2012-2013 liefst zes wereldbekerwedstrijden op rij won en zeven in totaal? Pure vakman op ijzers, op de hoogste snelheid alles onder controle. Keihard werken met coach jac Orie om zijn laatste honderd meter sneller te krijgen. Maar de ultieme beloning bleef uit. Tot vrijdag op de olympische ijsbaan van Gangneung. “Hier heb ik altijd van gedroomd”, sprak een dolgelukkige Smeekens na afloop van de huldiging.
Revanche op Sotsji
Een revanche op Sotsji, waar hij aanvankelijk voor Michel Mulder leek te eindigen maar na een tijdcorrectie toch achter Michel Mulder op plaats twee terecht kwam, wilde hij zijn wereldtitel niet noemen. “Als je altijd bezig bent met de revanche voor Sotsji, gaat het niet lukken.
Je moet juist alles loslaten en opnieuw gaan bouwen. Geen haatgevoelens, de knop omzetten
.” Drie jaar geleden na de domper in Sotsji stelde hij met coach Jac Orie direct een nieuw doel, om zijn hoofd leeg temaken: het wereldrecord, als eerste ooit een 500 meter onder de 34 seconden rijden.
In de jaren na Sotsji kampte Smeekens met rugklachten, probeerde hij vergeefs een ‘zittende’ driepuntstart en was er de onoverwinnelijke Pavel Koelizjnikov die zijn motivatie op de proef stelde. Niet hij maar de Rus was de eerste onder 34: 33,98. “Ik heb toch last gehad van Sotsji”, gaf hij in de catacomben van de Gangneung Oval toe. “Als je er geestelijk niet helemaal bij bent, lukt het ook technisch niet. In topsport wordt alles ook uitvergroot, het kost gewoon een periode om het te verwerken.
Nee, ik heb nooit gedacht aan stoppen. Schaatsen blijft prachtig.”
Terug naar zijn gloriedagen
Waar de Russische wondersprinter Koelizjnikov na dopingbeschuldigingen en blessureleed ontbrak in Gangneung, keerde Smeekens terug aan de wereldtop. Al van de zomer merkte hij en coach Orie dat de trainingen weer op het niveau kwamen van zijn glorietijd. Zie hem in juli in Inzell gedreven een trainingsrace aanpakken. Medailles halen bij wereldbekers in Nagano (zilver) en onlangs in Berlijn (brons). “Zeker op de sprint moet mentaal, fysiek en technisch alles kloppen”, legde hij uit. “Tussen 35,0 en 34,8 zit een groot verschil. Vandaag kwam het er goed uit.”
Na zijn toptijd in de achtste rit, ondanks een misslag na 350 meter, stond hij in zijn hemd langs de rand van de baan. Met coaches Jac Orie en Bjarne Rykkje en fysio Nico Hofman keek hij opnieuw naar het scorebord. “Het was zo verschrikkelijk spannend.” Hij zag Dai Dai Ntab vallen, merkte dat in de voorlaatste rit dat nog altijd niemand zijn tijd had verbeterd. Brons, het deed hem niets. Pas toen Moerasjov in de laatste rit niet sneller bleek, explodeerde Smeekens. Hij sprong in de armen van Orie, van Rykkje en Hofman. De oerkreet vertelde zijn hele verhaal. “Dit is niet te bevatten. Onbeschrijfelijk.”