In de snel opgewonden wereld van het Europees Parlement was het twee weken geleden, zeker onder de Nederlandse afgevaardigden, hét gespreksonderwerp. Minister Bert Koenders (Buitenlandse Zaken, PvdA) had in een bijdrage van zijn hand in het Algemeen Dagblad geopperd het Europees Parlement te halveren. Het was zijn antwoord op Europarlementariërs die klaagden dat er te weinig nieuwe wetsvoorstellen waren en dat zij zodoende te weinig te doen hadden. Koenders noemde die ontwikkeling juist „veelbelovend” en concludeerde: „Als het Europees Parlement echt vindt dat het te weinig te doen heeft, kan het ook best de helft kleiner.”
Tijdens het jaarlijkse debat over de Staat van de Unie, dat premier Mark Rutte (VVD) en Koenders donderdag met de Tweede Kamer voerden, nuanceerde de laatste zijn opmerkingen. Het idee moest worden beschouwd als slechts één van de mogelijkheden om de Europese Unie beter te laten functioneren. Maar het was voorlopig niet aan de orde, al was het maar omdat daar een wijziging van het Europees Verdrag voor nodig is, waar het Nederlandse kabinet op dit moment al helemaal geen voorstander van is.
Storm weer geluwd dus. Dat wil zeggen, voor zover het de toekomst van het Europees Parlement betreft. Want ondertussen wil het kabinet wel degelijk sleutelen aan de Europese Unie. Daar is ook alle reden toe met een op handen zijnde Brexit en een nieuwe president in de Verenigde Staten die zich weinig aan de Europese Unie gelegen gaat liggen. Europa zal, zoals premier Rutte donderdag in de Tweede Kamer zei, in toenemende mate „de eigen broek moeten ophouden”.
Dit betekent dat gewerkt moeten worden aan een slagvaardiger Europa. Hier begint direct de spraakverwarring. De Europese Unie moet zich concentreren op hoofdzaken, luidt de mantra van het kabinet. Maar zodra het aankomt op het in de praktijk brengen van dit voornemen loopt het mis. Het vluchtelingenvraagstuk is bij uitstek een Europees probleem. Er bestaan zelfs Europese afspraken over, inclusief verdeelsleutels voor de lidstaten. De mensonterende toestanden op het Griekse eiland Lesbos met vluchtelingen letterlijk en figuurlijk in de kou tonen de werkelijkheid.
Rondom de euro dient de volgende crisis met Griekenland zich aan. Wederom zal de onderlinge solidariteit tussen de eurolanden zwaar op de proef worden gesteld omdat de EU geen gemeenschappelijk antwoord heeft op het Griekse probleem.
Het is al heel wat dat premier Rutte, anders dan vroeger, in Den Haag met minder reserves durft te praten over de noodzaak van Europese samenwerking. Nu de daden nog.