Passages uit spotdicht over Erdogan blijven verboden

De rechtbank in Hamburg handhaaft haar oordeel dat de Duitse tv-komiek Jan Böhmermann bepaalde delen uit zijn spraakmakende gedicht over de Turkse president Tayyip Erdogan niet meer mag voordragen. Dat meldt het Duitse weekblad Die Zeit.

De rechtbank oordeelde in een civiele zaak die was aangespannen door het Turkse staatshoofd dat “de artistieke vrijheid onvoorwaardelijk is, maar niet onbegrensd”. De advocaat van Böhmermann heeft laten weten tegen de uitspraak in beroep te gaan.

In mei vorig jaar behaalde de Turkse president ook al een juridische overwinning, nadat de rechtbank achttien van de 24 verzen van Böhmermann als “beledigend” bestempelde. Daarop besloot de rechter dat de komiek die verzen niet meer mocht voordragen. Besluit de komiek dat wel te doen, dan hangt hem een boete van 250.000 euro of een celstraf van zes maanden boven het hoofd.

Erdogan deed in maart aangifte, nadat Böhmermann hem in een schimpgedicht onder meer een “geitenneuker” had genoemd die “Koerden trapt, christenen slaat, terwijl hij naar kinderporno kijkt”.

Lees ook: Geslaagde provocatie van Duitse satiricus Jan Böhmermann

Majesteitsschennis

Het Openbaar Ministerie in Mainz besloot eerder Böhmermann niet te vervolgen wegens belediging van een buitenlands staatshoofd. Een beroep daartegen door Erdogan werd in oktober afgewezen.

Afgelopen maand besloot de regering de omstreden paraaf omtrent “majesteitsschennis” uit het Wetboek van Strafrecht halen. Erdogan beriep zich op de betreffende paraaf. Daarin stond dat op het beledigen van een buitenlands staatshoofd in het geval van smaad maximaal vijf jaar cel staat.