In legertenten, die beschutting bieden tegen de kou en de motregen, zitten groepjes kleumende scholieren aan lange tafels. Druk overleggend typen ze wat op laptops en rommelen met zelfgemaakte antennes van stalen buizen. Vooral doen ze het laatste knutselwerk aan frisdrankblikjes, waarin elektronische apparatuur gaat. Die blikjes (‘cans’) gaan straks als een satelliet (‘sat’) de lucht in.
Afgelopen woensdag was de voorronde van de CanSat-wedstrijd in een natuurgebied bij Soest. De wedstrijd is georganiseerd door wetenschapsmuseum NEMO en Nederlandse ruimtevaartorganisatie NSO om scholieren te interesseren voor wetenschap en techniek.
Ruim twintig teams van scholieren uit de hoogste klassen van het vwo hebben van blikjes een mini-satelliet gebouwd. In die blikjes zit apparatuur om de temperatuur en de luchtdruk te meten en een zender om die gegevens door te sturen naar de laptop op de grond.
„We hadden in het begin veel problemen met de zender en de ontvanger, maar die hebben we uiteindelijk opgelost”, vertelt Ilayda (17 jaar). Ze vormt een team met vier andere leerlingen van het Stedelijk Gymnasium: „Over dit project maken we ook ons profielwerkstuk.”
Haar team is in de laatste minuten voor de lancering nog aan het pielen om de apparatuur in het blikje te krijgen. Een schaartje uit een zakmes brengt uitkomst: als een randje is weggeknipt passen de instrumenten er precies in.
Een drone brengt het blikje zo’n honderd meter de lucht in. Dan wordt de cansat losgelaten en zeilt aan een oranje parachute naar beneden. Het gaat goed, maar is het goed genoeg voor de finale eind maart als de beste cansats met een raket omhoog gaan? Ilayda: „Dat horen we over een paar weken.”