De Italiaanse banken UniCredit en Monte dei Paschi di Siena (MPS) hebben het vierde kwartaal van 2016 afgesloten met miljardenverliezen. Voor UniCredit resteerde een min van 13,6 miljard euro. MPS had onder de streep een tekort van 2,5 miljard euro.
De slechte cijfers komen niet als een verrassing. UniCredit nam eerder een voorziening van ruim 13 miljard euro op de verkoop van slechte leningen. Daarnaast kampt de grootste bank van Italië met kosten vanwege een reddingsplan. De omzet van UniCredit viel bijna 11 procent lager uit, op 4,2 miljard euro. Dat komt onder meer door lagere opbrengsten op leningen.
Sinds de laatste Europese stresstest voor financiële instellingen ligt de bank onder een vergrootglas vanwege zijn relatief zwakke kapitaalbuffers. Onlangs bereikte UniCredit een akkoord over een claimemissie waarbij voor 13 miljard euro aan nieuwe aandelen worden uitgegeven.
Ook Monte dei Paschi di Siena had veel last van slechte leningen. Daarvoor zette de bank eerder zo'n 2,5 miljard euro opzij. Het jaarverlies van de oudste bank ter wereld bedroeg 3,4 miljard euro. De toekomst van MPS is nog altijd ongewis. Investeerders wachten nog steeds op een volgende stap van de bank om de buffers te versterken. Eerder lukte het MPS niet om zelf kredietverstrekkers te vinden. Eind vorig jaar vroeg de bank formeel om staatssteun. De Italiaanse staat verstrekt een deel van het geld dat nodig is, maar daar moet de Europese Commissie nog wel toestemming voor geven.
Het tekort van de bank komt volgens de meest recente berekeningen van de Europese Centrale Bank neer op 8,8 miljard euro. Zonder extra kapitaal is MPS gedoemd ten onder te gaan, waardoor mogelijk ook andere banken in grote problemen komen. (ANP)