De Franse presidentsverkiezingen blijven ongekend spannend. Met conservatieve kandidaat Fillon verstrikt in schandalen zal het slotduel op 7 mei wellicht uitdraaien op Emmanuel Macron versus Marine Le Pen, de centristische vernieuwer tegen de voorvrouw van het Front National. Volgens peilingen zou Macron dat winnen met 65 tegen 35 procent.
Maar de reeks onverwachte wendingen en onthullingen uit deze verkiezingsstrijd is vast nog niet ten einde. In haar grote campagnetoespraak in Lyon afgelopen zondag beloofde Le Pen binnen zes maanden na een eventuele overwinning een referendum over het Franse EU-lidmaatschap. In die zes maanden wil ze onderhandelen met de andere lidstaten om voor Frankrijk een herstel van „monetaire, economische, wetgevende en territoriale soevereiniteit” te krijgen.
Onmogelijke eisen; het betekent geen verbouwing maar afbraak van de Unie. Zoals David Cameron in februari 2016 voor de bühne onderhandelde met zijn Europese collega’s om Britse kiezers bij zijn referendum ‘blijven’ te kunnen aanbevelen, zo wil Marine Le Pen een fop-onderhandeling om de Fransen ‘vertrekken dan maar’ te laten zeggen. Ik denk niet dat Angela Merkel erin trapt.
Brexit en Frexit moeten niet op één lijn worden gesteld. Marine Le Pen en ook Geert Wilders zijn radicaler dan de meeste Brexit-voorstanders, en zeker dan de regering-May. De Britten willen wat ze zeggen: vertrekken. Zij voelen zich niet thuis in de club, stonden altijd al met één been binnen en één been buiten en stappen eruit. In constitutionele termen kun je van ‘territoriale afscheiding’ spreken. Dat is ontwrichtend en maakt veel kapot, zoals in de echtscheidingsprocedure gaat blijken. Maar het is een vriendelijkere vorm van antisysteem-oppositie dan opstand of afbraak, het model van Le Pen en Wilders.
Gezien de centrale positie van het land zou een Frans vertrek de Europese Unie als zodanig opblazen. De FN-voorvrouw weet dat heel goed; het is haar doel. Zij krijgt steun vanuit het Witte Huis van Trump. Ook radicale Brexiteers zoals Farage en Gove gedragen zich als revolutionairen die geestverwanten op het vasteland in hun ‘bevrijdingsstrijd’ steunen.
Dezelfde retoriek bij Nederlandse voorstanders van Nexit, de PVV en het Forum voor Democratie. Zij willen geen vertrek, maar revolutie en vernietiging. Opnieuw: een verschil met Theresa May, die in haar toespraak voor de Republikeinse Partij in Philadelphia liet weten dat het „ontzaglijk in het belang van Groot-Brittannië en dat van de wijdere wereld” (lees: de VS) is, dat de EU slaagt.
Financial Times-econoom Martin Wolf voorspelt dat de Britse handel na Brexit met een kwart kan teruglopen vanwege een „ijzeren wet”: de handel tussen twee landen zal ruwweg halveren als de afstand verdubbelt (FT, 8 feb.). Nieuwe handelsrelaties met de VS, Australië en opkomende economieën waarvan Brexiteers dromen, zullen nooit het verlies kunnen compenseren van de grootse handelspartner op steenworp afstand, de ene markt op het Europese vasteland.
Behalve de economische prijs is er een politieke. Beteuterd schreef The Economist na Mays bezoek aan Washington (28 jan.): „Het merkwaardige is dat Brexit zogenaamd draaide om ‘taking back control’: het land immuun maken voor buitenlandse grillen en belangen, terwijl we onze nationale waardigheid en onafhankelijkheid beschermen. Het ziet er steeds meer uit als een slechte grap. De Britse elite voelt zich verplicht om zich voor de voeten te werpen van een Amerikaanse president die ze duidelijk weerzinwekkend vindt.” Zo hoog is de prijs van vertrek, om nog maar te zwijgen over die van afbraak.