Artsen moeten alert zijn op menselijke infecties met het virus dat afgelopen nazomer in Nederland onder merels uitbrak. Daarvoor waarschuwt een groep onderzoekers, onder meer uit Nederland, in het wetenschappelijk tijdschrift Eurosurveillance. In hun artikel dat vorige week verscheen, beschrijven ze de uitbraak van het ‘usutuvirus’ als de grootste in Europa ooit.
De afgelopen jaren waren er in Zuid-Europa vijf patiënten die een hersenontsteking of andere neurologische klachten kregen van dit usutuvirus waaraan de merels lijden. De meeste van die mensen waren al verzwakt. Maar een Italiaans onderzoek dat in het najaar gepubliceerd werd, duidt erop dat infecties vaker voorkomen.
Het usutuvirus is een virus dat door muggen wordt overgebracht, en waar merels, na door besmette muggen te zijn gestoken, doodziek van worden. Sinds 1996 is het enkele malen in Europa opgedoken. Tijdens zo’n uitbraak sterven merels massaal.
Dat gebeurde in Nederland voor het eerst tussen augustus en oktober 2016, in het zuiden en oosten van het land. Tegelijkertijd stierven ook merels in België en Duitsland. In Frankrijk stierven er in ieder geval ook uilen in een dierentuin.
Niet eerder kende Europa zo’n wijd verspreide uitbraak van het usutuvirus, schrijven 21 wetenschappers uit Nederland, België, Duitsland en Frankrijk.
Zij waarschuwen in hun artikel dat ook mensen met het usutuvirus besmet kunnen raken, als ze door muggen gestoken worden. Ze vinden dat artsen en gezondheidsautoriteiten in Nederland en de buurlanden daarop moeten letten. „Zulke infecties zijn zeldzaam, maar we moeten ze niet onderschatten”, zegt viroloog Chantal Reusken van het Erasmus MC, coördinator van de auteurs van de huidige studie. „Besmettingen lijken minder zeldzaam dan men denkt.”
In een regio waar usutuvirus had geheerst, testten de Italianen bloed van tamelijk willekeurige mensen op antistoffen tegen usutuvirus. Ruim 6 procent van die mensen had een infectie met usutuvirus doorgemaakt, en dat was meer dan verwacht. De meeste besmette mensen worden niet ziek. De Italianen vonden het virus ook bij acht patiënten, van wie er in ieder geval vier onverklaarde neurologische klachten hadden.
Al met al zouden artsen bij een patiënt met hersenontsteking ook aan usutuvirus moeten denken, waarschuwen de 21 onderzoekers. Ze vinden ook dat er nagedacht moet worden over de veiligheid van bloeddonaties. Reusken: „We denken dat de kans op infectie heel klein is. Maar je weet dat pas als je het test.”
Usutu-uitbraken zullen door klimaatverandering vaker voorkomen, denken de onderzoekers. De uitbraak van 2016 hing samen met uitzonderlijk warm weer in september. Er zijn dan meer muggen, en die verspreiden de virussen in hoger tempo. Allerlei vogelsoorten kunnen met usutuvirus besmet raken en ziek worden – de Universiteit Utrecht vond bijvoorbeeld ook een dode ijsvogel en een flamingo. Ook zijn er merels en andere vogels die niet ziek worden van het virus, maar het wel verspreiden.
Hoe de Nederlandse merels de herfst zijn doorgekomen, is nog onduidelijk. In september voorspelde Chantal Reusken dat mogelijk duizenden tot tienduizenden van de circa 1 miljoen Nederlandse merels zouden sterven.
In de tuinvogeltelling van de Vogelbescherming van januari stond de merel echter weer gewoon op de derde plaats, net als vorig jaar.
Daar zijn echter nog geen conclusies uit te trekken, zegt Henk van der Jeugd van het ecologisch instituut NIOO-KNAW, die ook meewerkte aan de studie. Volgens hem is het mogelijk om de tuinvogeltelling gericht te analyseren voor merels in usutu-gebied, maar dat is nog niet gedaan. Meer informatie kan komen van broedvogeltellingen van het NIOO en van vogelorganisatie Sovon. Die vinden plaats in het broedseizoen.