De politiek moet er meer rekening mee houden dat mensen met een laag inkomen en weinig opleiding meer kans hebben om vroeg te overlijden. Met betere opleidingen en armoedebestrijding is vaak meer winst te behalen dan bijvoorbeeld met campagnes tegen roken, overgewicht, te zout eten, te weinig bewegen en met bloeddrukcontrole.
Dat schrijven artsen van het Europese Lifepath-consortium dinsdag in het medisch-wetenschappelijke tijdschrift The Lancet. De onderzoekers hebben kritiek op de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Die formuleerde in 2011 de doelstelling om in het jaar 2025 een vermindering van 25 procent in de sterfte aan niet-besmettelijke ziekten, zoals hartziekten, kanker en diabetes, te hebben bereikt. Veel lidstaten van de WHO ondertekenden dat 25×25-initiatief. Daarin worden zeven grote risicofactoren genoemd die moeten worden aangepakt om de sterfte te reduceren. Maar verbeteren van de sociaal-economische positie van laagopgeleide en weinigverdienende mensen staat daar niet bij.
De zeven wel genoemde risicofactoren zijn overmatig alcoholgebruik, onvoldoende lichaamsbeweging, roken, verhoogde bloeddruk, te veel zout eten, diabetes en ernstig overgewicht.
De onderzoekers laten in The Lancet zien hoe een lage sociaal-economische status de kans om sneller te sterven verhoogt. In hun studie combineerden ze de gegevens van 48 afzonderlijke studies, uitgevoerd in Europa, de Verenigde Staten en Australië. Zo kwamen zij aan gegevens van 1,7 miljoen mensen, die gevolgd werden over een periode van gemiddeld 13 jaar, waarin 310.277 deelnemers overleden.
Gemeten naar verlies in levensverwachting in de leeftijdscategorie 40 tot 85 jaar komt een lage sociaal economische status op de vierde plaats, na roken, diabetes en te weinig lichaamsbeweging.
Een lage sociaal-economische status lijkt een vrij vaag begrip als het op gezondheid aankomt. Ja, mensen uit deze groep roken meer, bewegen minder en eten over het algemeen minder gezond, maar daarnaast is het ook een factor op zich die het sterfterisico bepaalt. De Lifepath-wetenschappers zoeken de verklaring in chronische stress die deze groep ervaart, die op de lange duur kan leiden tot gezondheidsverlies.
Rijkere, hogeropgeleide mensen profiteren vaak het meest van gezondheidsvoorlichting gericht op gedragsverandering (zoals begeleiding bij het stoppen met roken en dieetadvies), constateert epidemioloog Martin Tobias in een begeleidend commentaar. Maatregelen die de sociale gelijkheid bevorderen, zoals armoedebestrijding en goed onderwijs voor iedereen, zijn daarentegen waarschijnlijk goed voor de gezondheid van de hele bevolking. Een evenwichtiger sociaal-economische verhouding in de maatschappij zal uiteindelijk ook iets kunnen betekenen om ongezonde leefgewoontes tegen te gaan.