Celstraffen van 20 jaar voor liquidatie in IJsselstein

De verdachten moeten hiernaast een schadevergoeding betalen van 60.000 euro aan nabestaanden. Beide mannen hadden al een fors strafblad.

Foto: Lex van Lieshout/ANP

De rechtbank in Utrecht heeft dinsdag twee 23-jarige mannen veroordeeld tot celstraffen van twintig jaar voor een liquidatie in IJsselstein in april vorig jaar. Deze celstraffen komen overeen met de eis van het Openbaar Ministerie van twee weken geleden.

De 37-jarige Samir Erraghib werd op 17 april op klaarlichte dag voor zijn huis middenin een woonwijk in IJsselstein doodgeschoten. Het zevenjarige dochtertje van Erraghib zat tijdens de liquidatie naast haar vader op de bijrijdersstoel. De aanleiding voor de moord is niet duidelijk.

Volgens de rechter was er sprake van moord met voorbedachten rade en konden beide mannen als schutter worden aangewezen. De verdachten moeten bovenop hun celstraffen een schadevergoeding van in totaal 60.000 euro aan de nabestaanden betalen. Onder anderen het dochtertje van de geliquideerde man liep volgens de rechter grote psychologische schade op.

De rechter oordeelde op basis van getuigenverklaringen en DNA-bewijs dat de verdachten de daders zijn. Beide verdachten hadden een vuurwapen bij zich, waaronder een automatisch wapen. Ook droegen zij bivakmutsen en zwarte regenpakken. Op grond van de uitvoering oordeelde de rechter dat het gaat om een “goed voorbereide kille afrekening of huurmoord”.

De verdachten

De twee verdachten, Abdelghani el H. en Bowdy T., kenden elkaar uit jeugdgevangenissen. Verdachte Abdelghani el H. uit Vianen ontkende tijdens de rechtszaak twee weken geleden zijn betrokkenheid bij de zaak. Het OM noemde dit “erg ongeloofwaardig”. Abdelghani el H. werd in een tuinhuisje nabij de moordplaats aangetroffen met een tas met kleding en een bivakmuts met kruitsporen. De verdachte komt al sinds zijn elfde in aanraking met de politie. Hij was eerder vier maal veroordeeld voor inbraken, diefstal, witwassen en deelname aan een criminele organisatie.

Verdachte Bowdy T. uit Rosmalen zat in de laatste fase van zijn jeugd-tbs voor een poging tot moord. Hij heeft sinds zijn arrestatie geen woord gezegd over de zaak. De Rosmalenaar zat in de laatste fase van zijn behandeling en mocht onder voorwaarden zo nu en dan de kliniek verlaten. Dat de man nu van een dusdanig ernstige zaak wordt verdacht, noemde Tweede-Kamerlid Madeleine van Toorenburg uit Rosmalen eerder “een grof schandaal”.

Vluchtauto

De gestolen vluchtauto waarmee de verdachten in eerste instantie wilden vluchten, bleek een lege accu te hebben en werd achtergelaten. De politie vond in de auto een bivakmuts met DNA-sporen van Bowdy T., vingerafdrukken en een patroonhouder van het wapen die bij de moord zou zijn gebruikt.

De advocaten van de verdachten beschuldigden het OM van gissen naar de waarheid: er zou volgens hen geen bewijs zijn. Maar het OM wees op gevonden bewijsmateriaal en DNA-sporen en verdedigde de hoge eis voor de celstraffen door de verdachten te typeren als: “koele moordenaars, tegen wie de maatschappij moet worden beschermd”.

Nabestaanden van Erraghib moesten de zaak twee weken geleden in een aparte zaal bijwonen, vanwege ernstige bedreigingen die tegen enkele betrokkenen zijn geuit. Bij de zitting van vandaag was ook de publieke tribune afgeplakt.