Stembusakkoord? Welk stembusakkoord? Lodewijk Asscher zei maandag bij een bijeenkomst in Den Haag vol trots: „Voor het eerst sinds de jaren zeventig is er weer een links stembusakkoord.”
De PvdA-lijsttrekker doelde op de lijst met zeven beloftes over de arbeidsmarkt die hij afgelopen weekend lanceerde. Zoals: niet morrelen aan het ontslagrecht, langer vaderschapsverlof en een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers.
Asscher noemt het een ‘progressief pact’. Het krijgt de steun van SP en GroenLinks, zegt hij: de drie linkse partijen hebben afgesproken zich in de campagne en de formatie niet uit elkaar te laten spelen op dit onderwerp. Daarmee is Asscher gelukt wat geen van zijn voorgangers als PvdA-leider voor elkaar kreeg: samen optrekken in plaats van bekvechten met de andere linkse partijen.
Er is één probleem: GroenLinks en SP zeggen dat er helemaal geen pact is. „Wij vinden het prima voorstellen”, zegt GroenLinks-leider Jesse Klaver, „en wat mij betreft mag iedereen het zo noemen zoals hij zelf wil.” Maar woorden als ‘pact’ of ‘stembusakkoord’ wil GroenLinks niet gebruiken.
Volgens SP-leider Roemer getuigt Asschers aankondiging van „overenthousiasme”. Hij ziet in diens zevenpuntenplan „een behoorlijke stap in de goede richting”. Maar: „Het is honderd procent van hém. Wij hebben er niet aan meegeschreven. We zijn het ook niet met alle punten eens.” De SP wil pas een pact sluiten met de PvdA als die partij, net als de SP, de VVD uitsluit als toekomstig coalitiepartner. Roemer: „En dat doen ze niet.”
De onenigheid over Asschers ‘stembusakkoord’ tekent de verwarring bij links, zeven weken voor de Tweede Kamerverkiezingen. Voor het eerst lijkt de verkiezingsstrijd in Nederland te gaan tussen twee rechtse partijen, VVD en PVV. Dat zou rampzalig zijn voor links, dat er in de peilingen al historisch slecht voor staat. Dus willen PvdA, SP en GroenLinks alle drie de krachten bundelen p, een ‘progressief alternatief’ voor VVD en PVV te bieden. Doen ze dat niet, dan blijven hun kiezers op 15 maart waarschijnlijk thuis omdat ze toch geen kans zien op links beleid. En dreigen de linkse partijen gemarginaliseerd te worden.
Tegelijkertijd willen PvdA, SP en GroenLinks alledrie de grootste op links worden. En daar hebben ze elkaars kiezers voor nodig: uit alle onderzoeken blijkt dat linkse partijen vooral onderling stemmen weghalen, niet bij rechtse partijen. Ze zijn dus elkaars grootste concurrenten.
Een lastig dilemma. Als linkse partijen elkaar aanvallen, gaan ze verliezen. Maar als ze elkaar niet aanvallen, waarschijnlijk óók. Het gevolg: ze willen wel een beetje met elkaar optrekken, maar niet te veel. En dat zal vóór 15 maart vermoedelijk niet meer veranderen.
Geen debat ‘op links’
Illustratief is de mislukte poging van EenVandaag om een tv-debat ‘op links’ te organiseren, vier of vijf dagen voor de verkiezingen. Op 13 maart heeft het goedbekeken actualiteitenprogramma een rechtstreekse confrontatie gepland tussen twee rechtse lijsttrekkers: Mark Rutte (VVD) en Geert Wilders (PVV). Daar wilde de redactie een linkse één-op-één tegenover plaatsen. Zo’n duel tussen twee naaste concurrenten is goed voor de kijkcijfers en geeft partijen de kans om zwevende kiezers naar zich toe te trekken.
Dinsdag liepen de gesprekken met PvdA, GroenLinks en SP definitief spaak. Reden: er was geen combinatie van partijen te maken die het tegen elkaar wilden opnemen. Klaver wil graag in debat met zowel Asscher als Roemer, laat zijn woordvoerder weten. Maar Roemer wil niet tegen Klaver: hij is uitsluitend geïnteresseerd in een één-op-één met Asscher. „Als ik met Klaver in debat ga, staan we te vertellen dat we het voor 90 procent met elkaar eens zijn.”
Asscher weigert op zijn beurt met Roemer én Klaver rechtstreeks de confrontatie aan te gaan. „Onze tegenstanders zitten op rechts, niet op links”, laat zijn woordvoerder weten. „We willen in debat met VVD en PVV, niet met SP of GroenLinks.”
Adjunct-hoofdredacteur Peter Kwee van EenVandaag is „heel erg teleurgesteld” dat er geen tweede debat komt. „Ik vind het onbegrijpelijk. De linkse partijen zouden hun voordeel kunnen doen met zo’n debat. Uit al onze cijfers blijkt dat er ontzettend veel te winnen valt bij een onderlinge confrontatie.”
In ieder geval, zegt Kwee, kunnen de linkse partijen nu niet meer klagen dat Rutte en Wilders wél een eigen debat krijgen. „Ze hebben dezelfde airtime aangeboden gekregen.”