Syrische partijen, eindelijk om tafel, starten met ruzie

Vredesoverleg in Kazachstan

Foto Kirill Kudryavtsev/AFP

De strijdende partijen in Syrië hebben maandag voor het eerst even met elkaar om dezelfde tafel gezeten. Meer goed nieuws viel er op de eerste dag van de door Rusland, Turkije en Iran belegde vredesconferentie in de Kazachstaanse hoofdstad Astana echter niet te melden.

Boos kwam de leider van de Syrische regeringsdelegatie, VN-ambassadeur Bashar Ja’afari, al snel zijn beklag doen bij journalisten over de toespraak van rebellenleider Mohammad Alloush. Die had het regime van Assad aangeduid als „terroristisch”. Ook riep hij op het Libanese Hezbollah, een belangrijke bondgenoot van Assads regime bij de strijd in Syrië, op een internationale lijst van terroristische organisaties te zetten.

Op zijn beurt duidde Ja’afari de rebellen aan als „terroristische gewapende groepen”.

Het voornaamste doel van het twee dagen durende beraad in Astana is om het huidige, wankele staakt-het-vuren in Syrië te versterken. Zo zou de basis kunnen worden gelegd voor een nieuwe ronde van vredesbesprekingen onder auspiciën van de VN in Genève volgende maand. Bij eerder vredesoverleg in Genève wilden de strijdende partijen niet eens met elkaar in één vertrek zitten. VN-bemiddelaar Staffan de Mistura pendelde van de ene delegatie naar de andere.

De nieuwe Amerikaanse regering, die door Rusland was uitgenodigd om in Astana mee te praten, had slechts zijn ambassadeur in Kazachstan als waarnemer gestuurd.