Kwame Akroma-Ampim Kusi Anthony Appiah is de naam. Eén van de interessantste denkers van dit moment in de wereld, zei schrijfster Nelleke Noordervliet toen hij op 24 november jl. de Spinozalens – een tweejaarlijkse prijs voor een internationaal vermaard denker over ethiek en samenleving – kreeg in de Rode Hoed in Amsterdam.
Filosoof Appiah (62) heeft geschreven over (al dan niet vermeende) Afrikaanse wortels van de Afro-Amerikaanse cultuur. Zijn onlangs vertaalde boek De Erecode (2010) gaat over de kentering van het begrip eer in samenlevingen – in samenhang met veranderende maatschappelijke omstandigheden en opvattingen. ‘Eer’ kan ons ook in de huidige tijd helpen de wereld te verbeteren, is een les die hij trekt.
Appiah ontleedt de vele identiteiten waarin (groepen) mensen zichzelf en anderen hullen. Waarom plakken mensen zichzelf en anderen etiketten op, en hoe bestendig of vluchtig zijn de eigenheden die men zich aanmeet? – dat zijn vragen die hij aan de orde stelt.
Dat levert verrassende observaties op, bijvoorbeeld dat het denken over een Europese identiteit pas na de Tweede Wereldoorlog in zwang raakte. En dat het een illusie is te denken dat er een duidelijk te definiëren ‘Europese cultuur’ bestaat, die in directe lijn ontsproten zou zijn aan klassieke Griekse en Romeinse beschavingen.
Dat de denker zich buigt over ‘De uitdagingen van identiteit’, de titel van zijn Spinoza Lezing, ligt enigszins voor de hand. Appiah groeide op in Ghana, hij was kind aan huis in Engeland waar hij ook studeerde, en hij woont en werkt in New York. Zijn vader was een vooraanstaand Ghanees jurist en politicus.
Zijn Britse moeder, kinderboekenschrijfster Enid Margaret Cripps, stamt uit een voorname familie van Britse staatslieden. Zijn grootvader was bijvoorbeeld minister van Financiën onder premier Attlee (van 1945 tot 1951).
Appiah heeft dus de keuze uit vele identiteiten, en het is daarom geen wonder dat hij kiest voor het ultieme label: dat van kosmopoliet. Iemand die nieuwsgierig is naar mensen en groepen – en hun identiteiten – om hen heen, en die op zoek is naar gezamenlijke vooruitgang.
Zo’n houding is niet vrijblijvend elitair. Ze is een verplichting, benadrukte hij aan het einde van zijn Spinoza Lezing: ‘We leven met zeven miljard medemensen op een kleine, opwarmende planeet. De kosmopolitische prikkel die ontspruit uit onze gemeenschappelijke humaniteit is niet langer een luxe. Het is een noodzakelijkheid geworden.’ En in een gesprek, daags na zijn lezing, herhaalde hij ‘ik ben een optimist, ik blijf hoopvol.’
Het is verkeerd om met de beschuldigende vinger naar de Trump-stemmers te wijzen.
Bent u ook hoopvol over uw gepolariseerde land, waar de anti-politicus Donald Trump over tien dagen ingehuldigd wordt tot nieuwe president?
„Het opbeurende is dat Trump de popular vote met een marge van twee miljoen stemmen heeft verloren. De waardering voor Obama is hoger dan ooit het geval was in de afgelopen acht jaar. De meeste mensen hebben hetzelfde gestemd als ze altijd hebben gedaan. Maar het politieke systeem heeft ons Trump opgeleverd, al is het niet zo dat de meeste Amerikanen hem echt wilden. Slechts 52 procent nam de moeite om te stemmen, en minder dan de helft van die kiezers bracht zijn stem op hem uit.
„Dat neemt natuurlijk niet weg dat er een diepe scheidslijn door Amerika loopt. Mensen zijn erg bezorgd over hun materiële positie, vooral in kringen die hem hebben gesteund. Maar dat is niet de enige verklaring. Trump kreeg ook veel stemmen van witte burgers met inkomens boven de 100.000 dollar per jaar en van goed-opgeleiden. Er is misschien ook nog iets anders dat meespeelt: bezorgdheid over een Democratische Partij die er op uit is Amerika te ontkoppelen van zijn witheid.”
Is er een clash van twee identiteiten: enerzijds de Democraten van een multicultureel Amerika en anderzijds de Republikeinen van een wit Amerika?
„Ik denk dat het rassenverhaal op een enigszins gecompliceerde manier terugkeert. De Democratische Partij staat nu voor het verzet tegen oude vormen van hiërarchie: raciale hiërarchie, gender hiërarchie, de hiërarchie die christenen boven moslims stelt, hetero’s boven homo’s en lesbiennes. Ik zeg niet dat iedere Democraat vrij is van dit soort discriminerende gedachten, maar de partij draagt uit dat ze daar vanaf wil.
„Als je een arme witte Amerikaan bent die ergens op het platteland woont, in een stad waar veel jongeren verslaafd zijn aan chrystal meth, waar veel diefstal is, waar geen fatsoenlijke banen zijn te vinden, dan zijn racisme, seksisme en homofobie niet de grootste problemen. Erger nog: mensen die dat wél beweren, willen het enige privilege weghalen dat je als witte nog hebt, namelijk je witheid. Het is dan heel goed te begrijpen dat je niet voor de Democraten gaat stemmen.”
Alle Amerikanen – zwart, wit, hispanics – moeten samen een nieuwe, identiteit creëren, zegt u. Dat is toch een utopie?
„In elk geval is het verkeerd om met de beschuldigende vinger naar deze Trump-stemmers te wijzen. De zogeheten liberale elite heeft een totaal gebrek aan begrip getoond ten aanzien van deze gemarginaliseerde mensen. We denken alleen maar over hen als racisten, we denken niet na over hun problemen, we begrijpen hen niet, en we geven hun ook nog eens de schuld van iets waaraan ze niets kunnen doen. Zij hebben Amerika niet racistisch gemaakt, dat heeft president Thomas Jefferson (1743-1826, red.) gedaan (die over de superioriteit van witte ten opzichte zwarte mensen schreef, en over de politieke onmogelijkheid om als gelijkwaardige burgers samen te leven, red.).”
U bedoelt: Trump neemt hun problemen wél serieus en hamert op banenverlies als gevolg van globalisering?
„We moeten niet doen alsof Trump de verdediger is van deze achtergestelde, witte mensen, want hij bekommert zich helemaal niet om hen. Vergeet Trump. Hij schetst een vals beeld. Ik zeg niet dat er geen slachtoffers zijn van globalisering, maar ik denk dat globalisering per saldo juist goed heeft uitgepakt voor de Verenigde Staten, ook voor de arme Amerikanen. En het is ook niet waar dat onze industriële productie in verval is geraakt. We produceren meer dan we ooit hebben gedaan. Alleen hebben we daar niet zoveel mensen meer voor nodig als in het verleden. Er zijn inderdaad wat banen verdwenen naar China en India, maar dat zijn waarschijnlijk banen die de meeste Amerikanen niet willen hebben. Het echte probleem is de technologische verandering. Je kunt nu auto’s fabriceren met een tiende van het aantal mensen dat je vroeger nodig had. Dat is geen Amerikaans probleem, maar een wereldwijd probleem. En over tien jaar is het ook China’s probleem.”
Heeft de moderne economie geleid tot een identiteitscrisis?
„Ja. Met een baan draag je bij aan productie en die verschaft je een inkomen. En een baan geeft je een gevoel van eigenwaarde. Moderne technologie heeft het productieprobleem opgelost. Je zou ook een sociaal inkomen kunnen garanderen dat los staat van arbeid. Zeker in Europa zou dat kunnen, al vrees ik dat we in de Verenigde Staten niet de solidariteit kunnen genereren om dat mogelijk te maken. En dan is er nog een derde aspect: de zingeving die aan arbeid is verbonden. Dit is geen economische crisis in traditionele zin, maar een ethische crisis.”
Hoe los je dat op?
„Ik weet het antwoord niet. Maar dat is niet erg, ik ben maar in m’n eentje en misschien niet slim genoeg. Als we met zijn allen naar een oplossing zoeken – sociale wetenschappers, filosofen, Nobelprijswinnaars, schrijvers, filmmakers – zullen er uiteindelijk goede ideeën op tafel komen.”
Politici ontbreken in uw rijtje.
„Je kunt politici niet verwijten dat ze geen ideeën uitvoeren die hun niet worden aangereikt. We hebben de politici die we verdienen. Het is een gebrek aan verbeeldingskracht in de samenleving.”